Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
28 juni 2018 |
3 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is niet in overeenstemming volgende bepalingen van de bouwcode:
Artikel 19 Tuinafsluitingen: de voortuin is niet afgesloten van de openbare ruimte, noch van de aansluitende voortuinen;
Artikel 27 Open Ruimte: verharding in de voortuin is niet beperkt tot de strikt noodzakelijke toegangen. De volledige tuin is verhard.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project ligt in een effectief overstromingsgevoelig gebied, maar heeft een beperkte oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de inpandige garage werd omgevormd tot hobbyruimte. De woonfunctie blijft behouden en is verenigbaar met de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. De woning werd vergund met een inpandige garage. Deze wordt omgevormd tot een hobbyruimte. Door het verdwijnen van de garage ontstaat een parkeerbehoefte van één parkeerplaats. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. De bestaande garage wordt omgevormd tot een hobbyruimte. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) van de Bouwcode is het behoud van de toegangspoort naar de vergunde autobergplaats niet noodzakelijk . |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. |
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De gelijkvloerse verbouwing vond plaats binnen het bestaande volume.
Visueel-vormelijke elementen
De garagepoort werd verwijderd en vervangen door een raamopening met een borstwering op 0,58 meter hoogte. Beige sierstenen en zwart gehard glas vormen de afwerking van het gelijkvloerse deel van de gevel.
Het materiaal- en kleurgebruik verschilt van dat van de bovenliggende gevel die met roodbruine gevelsteen is afgewerkt. In het straatbeeld, dat momenteel al verschillende accenten door afwijkend kleur- of materiaalgebruik kent, is dergelijke afwerking ruimtelijk aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In toepassing van artikel 19 van de Bouwcode moet de voortuin afgesloten worden met een levende afsluiting, muur of hekwerk van maximaal 1 meter hoog. Dit wordt als voorwaarde aan de vergunning gekoppeld aangezien de aanvraag hieraan niet voldoet.
De Bouwcode legt tevens op dat voortuinen maximaal groen moeten aangelegd worden. Enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden. In huidige toestand is de volledige voortuin verhard. De aanvraag biedt onvoldoende duidelijkheid over de groene aanleg van de voortuin. Als voorwaarde bij de vergunning wordt daarom het naleven van artikel 27 van de Bouwcode opgelegd.
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
een voortuinafsluiting te voorzien conform artikel 19 van de Bouwcode;
enkel de strikt noodzakelijke toegangen in de voortuin te verharden conform artikel 27 van de Bouwcode;
na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
22 juni 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
28 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
27 augustus 2018 |
Verslag GOA |
3 augustus 2018 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018077092 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Ahmet Cangül met als adres Trompetvogelstraat 23 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Roggestraat 33 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 39 sectie A nr. 226F2 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van een voorgevelwijziging met binnenverandering |
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
30/1/1961: vergunning (1974#3536): voor het oprichten van een woning met staatspremie.
Laatst vergunde toestand
het pand bestaat uit 2 bouwlagen onder plat dak;
op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich naast de voordeur een garagepoort;
Bestaande toestand
het pand bestaat uit 2 bouwlagen onder plat dak;
de garagepoort werd uitgebroken en heeft plaats gemaakt voor een raam;
de garageruimte is nu een hobbyruimte met dezelfde afmetingen als de voormalige garage;
het raam staat op een lagere horizontale lijn dan de voordeur;
de voorgevel is afgewerkt met beige gevelsteen met een ruw oppervlak en heeft wit pvc schrijnwerk;
naast de voordeur is er een verticale band in bruine glasdallen;
de voortuin werd opnieuw geplaveid in een rood-witpatroon van langwerpige betonklinkers.
Inhoud van de aanvraag
het betreft de regularisatie van een voorgevelwijziging met interne werken in een eengezinswoning;
de garagepoort werd uitgebroken en heeft plaats gemaakt voor een raam;
de garageruimte is nu een hobbyruimte met dezelfde afmetingen als de voormalige garage;
het raam staat op een lagere horizontale lijn dan de voordeur;
de voorgevel is afgewerkt met beige gevelsteen met een ruw oppervlak en heeft wit pvc schrijnwerk;
naast de voordeur is er een verticale band in bruine glasdallen;
de voortuin is groen aangelegd op een verhard pad van 1,5 meter breed richting de voordeur en een pad van 1 meter breed na.
Het college sluit zich integraal aan bij:
De bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
een voortuinafsluiting te voorzien conform artikel 19 van de Bouwcode;
enkel de strikt noodzakelijke toegangen in de voortuin te verharden conform artikel 27 van de Bouwcode;
na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen, waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.