Terug

2018_CBS_07269 - Omgevingsvergunning - OMV_2018069725. Bergstraat 6. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 10/08/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur
2018_CBS_07269 - Omgevingsvergunning - OMV_2018069725. Bergstraat 6. District Antwerpen - Weigering 2018_CBS_07269 - Omgevingsvergunning - OMV_2018069725. Bergstraat 6. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

29 juni 2018

17 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

29 juni 2018

3 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

29 juni 2018

5 juli 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

29 juni 2018

5 juli 2018

DL adresbeheer (huisnummers)

29 juni 2018

2 juli 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

         De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
    • artikel 6 Harmonie en draagkracht:
      om aan het vooropgestelde programma van 4 appartementen binnen het bestaande, historische volume te geraken, wordt sterk ingeboet op woonkwaliteit en gebruiksgenot. Het grote aantal woningen maken dat de draagkracht van het perceel wordt overschreden;
    • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
      de vrije hoogte op de 1ste en 2de verdieping bedraagt 2,30 m, waar een minimum hoogte van 2,60 m vereist is;
    • artikel 22 Minimale oppervlakte van een zelfstandige woning:
      de woningen op het gelijkvloers (21,1 m²), de eerste verdieping (21,9 m²), de tweede verdieping (24 m²) en de zolderverdieping (19,1 m² vanaf 1,80 m vrije hoogte) beschikken niet over de vereiste minimum vloeroppervlakte van 35 m² ;
    • artikel 26 Afvalverzameling:
      er is geen afvalberging voorzien, waar dit vereist is in een meergezinswoning met minstens 4 entiteiten;
    • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte:
      de woningen beschikkend niet over een buitenruimte waar dit vereist is bij een vermeerdering van het aantal woonentiteiten;
    • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
      er worden geen fietsstalplaatsen voorzien voor de bijkomende woonentiteiten
    • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:er worden geen parkeerplaatsen voorzien voor de bijkomende woonentiteiten.

 Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is identiek aan het dossier 20173245 dat geweigerd werd door het College van Burgemeester en Schepenen. De aanvraag omvat het regulariseren van de opdeling van een tweewoonst (vergund geachte toestand volgens de bewonerskaarten) naar een pand met vier zelfstandige woonentiteiten (studio’s). Daarbij worden de spiltrap en de vliering onder het dak gesloopt.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van 2 naar 4 wooneenheden.

Volgens de dienst vergund geacht is de laatst vergunde toestand 2 wooneenheden. Er worden nu 4 studio’s voorzien.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 ‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.’

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

Fietsvoorzieningen:

Voor de 2 bijkomende wooneenheden moeten er 4 fietsstalplaatsen voorzien worden (2 wooneenheden met 1 slaapkamer = 2*2 (1slaapkamer + 1 extra) =4). De aanvraag voorziet geen fietsstalplaatsen. Bij een voorwaardelijk gunstig advies wordt in voorwaarde opgenomen om 4 fietsstalplaatsen te voorzien voor de 2 bijkomende wooneenheden.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het betreft een klein perceel dat in de vergunde toestand reeds volledig bebouwd is. Het bouwvolume wijzigt niet tegenover de laatst vergunde toestand. Een beoordeling inzake schaal en ruimtegebruik is niet van toepassing.

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel van de aanvraag wijzigt niet. Het straatbeeld wordt niet aangetast.

Cultuurhistorische aspecten

Gezien de ligging van de aanvraag in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur.  Het advies van onroerend erfgoed luidt als volgt: Het wijzigen van het aantal woonentiteiten heeft geen impact op de erfgoedwaarde. Het volume, de schaal, korrel, materialen en architectuur blijven behouden alsook de historische houten draagstructuur. Gezien de ligging in de historische binnenstad stelt het RUP dat de bestaande toestand van de gebouwen wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. De sloop van de vliering in de dakconstructie wordt onvoldoende gemotiveerd in de beschrijvende nota. Artikel 5§2 van de bouwcode stelt nochtans dat de impact van de geplande werken op de erfgoedwaarde voldoende moet worden aangetoond.  De te slopen vliering zou deel kunnen uitmaken van de historische kern van dit pand. In de nota wordt gesteld van niet maar beeldmateriaal ontbreekt.  Er wordt dan ook geadviseerd om het wegbreken ervan uit te sluiten uit de aanvraag.’

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag betreft de vermeerdering van het aantal woningen in een pand met 2 geacht vergunde woonunits. Om aan het vooropgestelde programma van 4 appartementen binnen het bestaande, historische volume te geraken, wordt sterk ingeboet op woonkwaliteit en gebruiksgenot. Het grote aantal woningen maken dat de draagkracht van het perceel wordt overschreden. Geen van de woningen voldoet aan de vereisten inzake minimale hoogte, oppervlakte en buitenruimte.

Verder ontbreken de vereiste gemeenschappelijke ruimtes zoals fiets- en afvalbergingen die de kwalitatieve werking van een meergezinswoning garanderen.

Aangezien het pand in geachte vergunde toestand 2 woningen bevat, is een herinrichting van maximum 2 zelfstandige woonunits mogelijk. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er eveneens geen principieel bezwaar tegen een opdeling van het pand in studentenkamers met de nodige gemeenschappelijke functies.

Een opdeling in 4 woonunits  is echter strijdig met de geldende voorschriften en niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Aan het college wordt daarom voorgesteld om voorliggende aanvraag te weigeren.

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van:

  • geen van de woningen voldoet aan de vereisten inzake minimale hoogte en oppervlakte conform artikel 21 en 22 van de bouwcode;
  • geen van de woningen beschikt over een buitenruimte conform artikel 28 van de bouwcode;
  • verder ontbreken de vereiste gemeenschappelijke ruimtes zoals fiets- en afvalbergingen die de kwalitatieve werking van een meergezinswoning garanderen;
  • om aan het vooropgestelde programma van 4 appartementen binnen het bestaande, historische volume te geraken, wordt sterk ingeboet op woonkwaliteit en gebruiksgenot.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

29 juni 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 augustus 2018

Verslag GOA

6 augustus 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018069725

Gegevens van de aanvrager:

ALCATAN met als adres Kleine Heide 6 te 2930 Brasschaat en de heer Carlo Claessens met als adres Kleine Heide 6 te 2930 Brasschaat

Ligging van het project:

Bergstraat 6 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 4 sectie D nr. 489A

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren en verbouwen van een meergezinswoning

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 13 november 1929: vergunning (1929#35043) voor binnenveranderingen;
  • 29 maart 2017: proces verbaal (11002_2017_3817) voor het wijzigen van het aantal wooneenheden zonder voorafgaandelijke schriftelijke stedenbouwkundige vergunning van het college van burgemeester en schepenen;
  • 19 december 2017: weigering (20173245) voor het regulariseren van het wijzigen van het aantal woonentiteiten.

Geacht vergunde toestand

  • gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder een zadeldak;
  • uit de bewonerskaarten kan afgeleid worden dat het om een tweewoonst gaat.

Bestaande toestand

  • het pand is opgedeeld in 4 studio’s.

Inhoud van de aanvraag:

  • de inhoud van de aanvraag is identiek aan deze van het dossier 20173245;
  • het regulariseren van de opdeling van een tweewoonst naar een inrichting met 4 zelfstandige  woonentiteiten;
  • op elke bouwlaag en onder het zadeldak werd telkens één appartement voorzien;
  • de spiltrap en vliering onder het dak worden weggebroken.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.