Berekening van de totale projectkost van de dakwerken met gecorrigeerde cijfers, bekomen van Imea/eandis, op basis van de meer- en minwerken zoals hierboven omschreven: Zie PF 715.
Gunningsbedrag |
|
€ 314.345,31 |
+ verrekening min/meer | € 111.653,29 | |
Totaal Naakte bouwkost | € 425.998,60 | |
Diensten Studie |
|
€ 47.355,00 |
Diensten Uitvoering |
€ 56.006,07 |
|
+ btw uitvoering totaal (werken en diensten) |
6% |
+ €28.920,28 |
+ btw studie totaal |
21% |
+ € 9.944,55 |
TOTAAL |
€568.224,50 |
|
+ werkingsmarge |
FORFAIT |
+ € 20.000,00 |
TOTALE PROJECTKOST |
€ 588.224,50 |
|
Voorzien budget MP-tool > PF 715 |
- € 454.556,63 |
|
Gewenste budgetverhoging | € 133.667,87 |
Verhoging ten opzichte van het voorziene budget in MP fiche 715: In de PF is een goedgekeurd bedrag voorzien van 454.556,63€. Na opsomming van de meer- en minwerken én een forfait van 20.000€ als werkingsmarge, is een budget van 588.224,50€ gewenst. Dit betekent dat een budgetverhoging van 133.667,87€ noodzakelijk is.
De projectkost werd voorzien in het masterplan 2014 -2019. De budgetverhoging wordt opgevangen binnen het Masterplan.
Het project werd ingediend voor de reguliere pot Agion 2018. Onder het dossiernummer O.25675 werd een subsidiebedrag toegekend van 256.568,64€ op basis van het doorgegeven gunningsbedrag 314.345,31€.
Gezien de projectkost > € 250.000, excl. btw, heeft de raad van bestuur de beslissingsbevoegdheid.
Het project werd goedgekeurd omwille van de verhoging van comfort-, energie- en veiligheidseisen, de uitvoering werd intussen gestart, rekening houdend met de eisen van de dienst monumentenzorg.
De moeilijke bereikbaarheid van het dak tijdens de studiefase, een aantal verborgen gebreken én een gewijzigde aanpak heeft geleid tot een aantal meer - en minwerken. Volgende verrekeningen worden in dit dossier voorgesteld:
* Meerwerk 1: Vervanging van houten onderdelen: Pas na het verwijderen van de zinken bekledingen uit de bakgoten en op de dakvlakken -tijdens de werken- wordt duidelijk dat ganse structuren verrot en bovendien alle sierlijsten mee aangetast zijn. Enkel een volledige vervanging van verschillende onderdelen is mogelijk gezien de vergevorderde toestand van het verouderingsproces. Meerprijs: 49.556,85€, excl.btw.
* Meerwerk 2: Plaatsen van pp-buizen: een aantal afvoeren die in het gebouw lopen, worden vervangen door degelijke, gelaste buizen. Meerprijs: 2.550,00€, excl.btw.
* Meerwerk 3: Afbraak van overbodige schouwen. Meerprijs: 9.307,10€, excl.btw.
* Meerwerk 4: Schilderwerken: Dit onderdeel was niet voorzien in het pakket. Tijdens de studiefase werd vooropgesteld dat de schilderwerken zouden uitgevoerd worden binnen een apart budget 'schilderwerken'. De dak- en gootdelen zijn echter veel beter bereikbaar indien deze werken meteen kunnen uitgevoerd worden vanop de stelling die voorzien is voor de dakwerken. Door de integrale vervanging van verschillende onderdelen, moeten de kroonlijsten ook veel grondiger aangepakt worden. Meerprijs: 33.553,17€, excl.btw.
* Meerwerk 5: Veiligheid: In het studiedossier werden geen vallijnen voorzien voor het veilig uitvoeren van het onderhoud op deze daken. Het aanbrengen wordt nu wél als noodzakelijk beschouwd. Meerprijs: 14.758,00€, excl.btw.
* Minwerk 1: Vervanging rotswol door pur-isolatie. Minprijs: -7.201,25€, excl.btw.
* Minwerk 2: 3 dakvlakvensters te plaatsen ipv 18. Minprijs: -6.602,40€, excl.btw.
* Meerwerk 6: Procentuele verhoging van de studie- en coördinatiekosten Fluvius op basis van de extra uitgevoerde werken.
Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 28,35 en 43, § 2°-5°;
Gelet op het decreet van 6 juli 2001, houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid artikel 12, §1;
Gelet op de omzendbrief BA/2002/01 van 11 januari 2002 betreffende de toepassing van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking en de Omzendbrief BA 2003/09 betreffende de toepassing van artikel 11 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
Gelet op het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (hierna het 'Energiedecreet' genoemd), inzonderheid artikel 6.4.20;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (hierna het 'Energiebesluit' genoemd), inzonderheid artikel 6.4.11;
Overwegende dat de Stad Antwerpen, waaronder het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen resulteert, aandeelhouder is van de opdrachthoudende vereniging IMEA, zijnde de distributienetbeheerder voor electriciteit die voor haar grondgebied aangewezen werd door de VREG, conform de bepalingen van artikel 4.1.1 van het Energiedecreet, hierna genoemd: de DNB.
Overwegende dat op de distributienetbeheerder voor electric!teit op grond van die hoedanigheid een openbare dienstverplichting rust inzake de voortgangscontrole van de energieboekhouding, de ondersteuning en uitvoering van energie-audits, de begeleiding van energiezorgssystemen van het lokale bestuur en het aanbieden van formules van derdepartijfinanciering of andere financieringsmechanismen voor de uitvoering van de energiebesparende investeringen.
Overwegende dat de DNB statutair gemachtigd is deze opdrachten uit te voeren voor de lokale besturen en tevens over de nodige know-how beschikt om in het kader van haar wettelijke opdracht van het bevorderen van energie-efficiëntie deze opdracht te verwezenlijken.
Overwegende dat dit project deel uitmaakt van de uitvoering van een groter energiebesparingsproject dat door de DNB uigevoerd wordt onder de noemer ESCO-project en dat zich zal concentreren op energiebesparende maatregelen in de gebouwschil, HVAC of relighting;
Overwegende dat dit grotere ESCO-project niet kosteloos is en aangeboden wordt door de DNB op grond van zijn openbare dienstverplichtingen zoals hoger aangehaald en dit op basis gebeurt van een offerte;
De werken zijn momenteel in uitvoering, voorlopige oplevering midden 2019.
De raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen keurt de budgetverhoging goed voor het energiebesparend project 'Dakrenovatie en -isolatie', gepland voor de gebouwen van de stedelijke basisschool De Kleine Wereld, Brederodestraat 119 in 2018 Antwerpen, ter waarde van 133.667,87€. De totale projectkost bedraagt nu 588.224,50€.
Conform de goedkeuring van de raad van bestuur op 27/06/2014 beslist de raad van bestuur om zelf de goedkeuring te geven voor een projectvoorstel van een energiebesparend project waarvan de projectkost > 250.000€, excl. btw en in het geval deze projectkost na goedkeuring van het projectvoorstel overschreden wordt. Voor alle overige beslissingen draagt zij de goedkeurings- en beslissingsbevoegdheid over aan het directiecomité.
Conform de beslissing van het directiecomité op 9 maart 2015 is de goedkeuring van het projectvoorstel meteen een goedkeuring voor het ganse verloop van het project, op voorwaarde dat de totale projectkost én de eventuele meerwerken binnen de voorziene 6% werkingsmarge uitgevoerd kunnen worden.
Uitvoering beslissing:
Taak | Verantwoordelijke | Timing |
Dakrenovatie en -isolatie
|
Patrimonium vastgoedprojecten Imea/ Eandis |
najaar 2018 & voorjaar + zomer 2019 |
Communicatiemiddel: nieuwsbrief medewerkersportaal
De raad van bestuur beslist dat dit project in het masterplan onder de projectnummer 0715 (bedrag: 588.224,50€) wordt opgenomen en dat de boekhoudkundige referentie onderstaande code betreft:
PV SCC OO EO 715
OD 0801