2019_RVBAGSO_00045 - Patrimonium Vastgoedprojecten - SO/15/1047069- Stedelijke basisschool De Gele Ballon - Lamorinièrestraat 93 in 2018 Antwerpen - project dakrenovatie en -isolatie - Budgetverhoging /Meer-en minwerken - Goedkeuring

Berekening van de totale projectkost van de dakwerken met gecorrigeerde cijfers, bekomen van Fluvius (Imea/Eandis), op basis van de meer- en minwerken zoals hierboven omschreven: Zie PF 671.

Verhoging ten opzichte van het voorziene budget in MP fiche 671: In de PF is een goedgekeurd bedrag voorzien van 495.202,32 euro. Na opsomming van de meer- en minwerken én een forfait van 7.500 euro als werkingsmarge, is een budget van 598.002,03 euro gewenst. Dit betekent dat een budgetverhoging van 102.799,71 euro noodzakelijk is.

De projectkost werd voorzien in het masterplan 2014 -2019. De budgetverhoging wordt opgevangen binnen het Masterplan.

Het project werd ingediend voor de reguliere pot Agion 2016. Onder het dossiernummer O.24429 werd een subsidiebedrag toegekend van 263.357,23 euro op basis van het ramingsbedrag bij de voorstudie van 322.662,62 euro. 

Gezien de projectkost > € 250.000, incl. btw, heeft de raad van bestuur de beslissingsbevoegdheid.

Het project werd goedgekeurd omwille van de verhoging van comfort-, energie- en veiligheidseisen, de uitvoering ervan werd intussen gestart, rekening houdend met de eisen van de dienst monumentenzorg.

De onmogelijkheid om het dak van de conciërgewoning aan de binnenzijde te onderzoeken tijdens de studiefase, een aantal verborgen gebreken én een gewijzigde aanpak hebben echter geleid tot een aantal meer - en minwerken. Volgende verrekeningen worden in dit dossier voorgesteld: 

1/ Meerprijs voor gunning:
In het beslissingsdocument voor deze dakrenovatie dat door de Raad van Bestuur in zitting van 29 januari 2016 werd goedgekeurd, werd een naakte bouwkost aangenomen van 380.000 euro exclusief BTW en studie- & coördinatiekosten. Dit bedrag was destijds gebaseerd op de raming die opgenomen was in de voorstudie die opgemaakt werd in samenwerking met Eandis. Tijdens de gunningsprocedure bleek echter dat deze raming (daterend uit 2015) niet kon gehandhaafd worden en werd de opdracht toegewezen aan de laagste inschrijver voor een bedrag van 407.148,15 euro (naakte bouwkost = exclusief BTW en studie- & coördinatiekosten). Het verschil van 27.148,15 euro bedraagt een verhoging van 9,3% ten opzichte van het initiële ramingsbedrag en gezien dit onder de contractueel bepaalde grens van 10% valt, kon Eandis de gunningsprocedure laten verder gaan en de opdracht toewijzen.
Totale meerprijs voor gunning: 27.148,15 euro exclusief BTW en studie- & coördinatiekosten.

2/ Meerwerken tijdens de werffase:

* Meerwerk 1: Turnzaal waterafvoer en afdichting onderdak verticale muur + nieuwe gietijzeren buis (in functie van stabiliteit en stootbestendigheid tegen activiteiten op de speelplaats): De bestaande regenwaterafvoeren liepen binnenin de turnzaal. Uit oogpunt van waterdichtheid en thermische bruggen werd het noodzakelijk dat de afvoer naar de buitenzijde verplaatst werd. De onderste zone van deze nieuwe afvoer diende stootbestendig gemaakt te worden door middel van een (stootbestendige) gietijzeren buis om weerstand te bieden aan de speelactiviteiten op de aangrenzende speelplaats. Meerprijs: 3.205 euro (excl.btw).

* Meerwerk 2: Plaatsen van een levenslijn in plaats van ankerpunten: In het studiedossier was voorzien om voor alle daken te werken met losse ankerpunten.  De veiligheidsnorm verplicht echter voor daken C (turnzaal) en D (hoog dak) een continue levenslijn (type C) i.p.v. losse ankerpunten.  Voor dak A van conciërgewoning zijn losse ankerpunten wel voldoende. Meerprijs: 3.572,91 euro, excl.btw.

* Meerwerk 3: Uitvoering dak A Conciërgewoning met Sarking-isolatie in plaats van binnenisolatie: In het studiedossier was voorzien om de conciërgewoning thermisch te isoleren met binnenisolatie (minerale wol + dampscherm) met een nieuwe binnenafwerking in gipskartonplaten. Bij afbraak van de dakbedekking bleek echter het volledige houten onderdak zeer ernstig aangetast door houtrot zodat hergebruik ervan onmogelijk bleek omdat de stabiliteit ernstig in het gedrang kwam. Dit was initieel tijdens de studiefase onmogelijk om vast te stellen omdat de zolder onvoldoende toegankelijk was, de binnenzijde van het dak afgewerkt was met pleisterwerk op plafonneerlatten en een destructief onderzoek via de dakbedekking onmogelijk was zonder blijvende schade. Door toepassen van een Sarking-constructie (=thermische isolatieplaten bovenop het nieuwe onderdak) kunnen de kostenposten voor de voorziene binnenafwerking (totaal: 10.750 euro) vermeden worden. Meerprijs nieuwe constructie (met nieuwe bebording onderdak): 35.928,77 euro, excl.btw.

* Meerwerk 4: Aanpassing aan stelling naar aanleiding van graven sleuf werken Buysse: Om de bereikbaarheid van het hoofddak boven het schoolgedeelte en de veiligheid van de gebruikers op de speelkoer te garanderen werd tijdens de werken tegen de volledige gevel een stelling opgebouwd. De aannemer van het sanitaire gedeelte diende echter een sleuf te graven zodat de verbinding naar de school kon gemaakt worden. Deze werken konden niet uitgesteld worden tot na de dakwerken, dus drong een aanpassing aan de stelling zich op. Meerprijs: 250 euro, excl.btw.

* Meerwerk 5: schouwafbraak en aanpassing rookgasafvoer CV conciërge en aanpassing dakdoorvoer waterverwarmer badkamer conciërge: Tijdens de afbraakwerken bleek ook dat de bestaande schouw zich in heel bouwvallige toestand bevond. Daarom werd aangeraden om deze volledig af te breken. Om de heropbouwkosten en het periodiek onderhoud van de schouw in te perken werd daarom geopteerd om een inox rookafvoer te plaatsen. Bij nazicht bleek eveneens dat het verwarmingstoestel voor sanitair warm water voor de badkamer niet conform de veiligheidsvoorschriften aangesloten was. Hierdoor was een aanpassing aan de dakdoorvoer uit veiligheidsoogpunt noodzakelijk. Meerprijs: 2.230 euro, excl. BTW
Totaal voor de meerwerken tijdens de werffase: 45.186,68 euro exclusief BTW en studie- & coördinatiekosten.

3/ Nieuwe werkingsmarge:
Tijdens de werffase werd een zo goed als mogelijke inschatting van de bovenvermelde meerwerken en de budgettaire implicaties opgemaakt. Het blijft echter een inschatting waarbij een zekere marge dient ingecalculeerd te worden. Om mogelijke tegenslagen tijdens de werken te kunnen opvangen wordt daarom een bijkomende forfaitaire werkingsmarge van 7.500 euro (inclusief BTW en studie- & coördinatiekosten) voorgesteld.
Nieuwe werkingsmarge: 7.500 euro inclusief BTW en studie- en coördinatiekosten.

4/ BTW, studie- en coördinatiekosten:
De meerwerken die hierboven in punt 1/ en 2/ vermeld werden zijn telkens exclusief de BTW (6% op de werken en 21% op de diensten) en de studie- en coördinatiekosten. Op het totale bedrag van punt 1/ en 2/ samen (= 72.334,83 euro) komt het totale bedrag voor BTW en de studie- en coördinatiekost op 22.964,88 euro.
Totaal BTW en studie- en coördinatiekost op de meerwerken: 22.964,88 euro

Samenvatting: gewenste budgetverhoging: (1/) 27.148,15 euro + (2/) 45.186,68 euro + (3/) 7.500 euro + (4/) 22.964,88 euro = 102.799,71 euro.

Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 28,35 en 43, § 2°-5°;

Gelet op het decreet van 6 juli 2001, houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid artikel 12, §1;

Gelet op de omzendbrief BA/2002/01 van 11 januari 2002 betreffende de toepassing van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking en de Omzendbrief BA 2003/09 betreffende de toepassing van artikel 11 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;

Gelet op het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (hierna het 'Energiedecreet' genoemd), inzonderheid artikel 6.4.20; 

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (hierna het 'Energiebesluit' genoemd), inzonderheid artikel 6.4.11;

Overwegende dat de Stad Antwerpen, waaronder het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen resulteert, aandeelhouder is van de opdrachthoudende vereniging IMEA, zijnde de distributienetbeheerder voor electriciteit die voor haar grondgebied aangewezen werd door de VREG, conform de bepalingen van artikel 4.1.1 van het Energiedecreet, hierna genoemd: de DNB.

Overwegende dat op de distributienetbeheerder voor electric!teit op grond van die hoedanigheid een openbare dienstverplichting rust inzake de voortgangscontrole van de energieboekhouding, de ondersteuning en uitvoering van energie-audits, de begeleiding van energiezorgssystemen van het lokale bestuur en het aanbieden van formules van derdepartijfinanciering of andere financieringsmechanismen voor de uitvoering van de energiebesparende investeringen.

Overwegende dat de DNB statutair gemachtigd is deze opdrachten uit te voeren voor de lokale besturen en tevens over de nodige know-how beschikt om in het kader van haar wettelijke opdracht van het bevorderen van energie-efficiëntie deze opdracht te verwezenlijken. 

Overwegende dat dit project deel uitmaakt van de uitvoering van een groter energiebesparingsproject dat door de DNB uigevoerd wordt onder de noemer ESCO-project en dat zich zal concentreren op energiebesparende maatregelen in de gebouwschil, HVAC of relighting;

Overwegende dat dit grotere ESCO-project niet kosteloos is en aangeboden wordt door de DNB op grond van zijn openbare dienstverplichtingen zoals hoger aangehaald en dit op basis gebeurt van een offerte;

De werken zijn momenteel in uitvoering.