In april van dit jaar kwam aan het licht dat er een Vrouwenrijschool in ons district van start zou gaan.
Deze bracht grote opschudding in de buurt, in Merksem, tot zelfs in het Vlaams parlement omdat deze rijschool enkel voor vrouwen en met alleen vrouwelijke instructeurs te werk zou gaan.
De minister sprak zelfs van een late aprilgrap en dat er nooit een vergunning zal verkregen worden.
Op 6 november lezen we dan ineens dat de statuten in het staatsblad zijn verschenen en de rijschool nog steeds de naam "vrouwenrijschool" noemt. Wat niet mocht volgens de non discriminatieregels. Toch hebben zij de vergunning verkregen onder voorwaarden.
Na interpellaties in het parlement heeft de bevoegde minister de vergunning dan toch weer ingetrokken.
Het is duidelijk dat de onderneemster niet met goede bedoelingen haar rijschool wil openen en enkel met vrouwen wil werken. Aan het betreffende pand hangt nog steeds de naam "vrouwenrijschool" ook al beweert zij de nodige veranderingen te doen.
1. Hoe is nu de huidige stand van zaken met deze rijschool? Wat zijn de nodige vereisten die de minister heeft opgelegd voor zij de school mag opstarten?
2. Gaat men achteraf ook de nodige controles houden op het naleven van de non discriminatiewet?
Met dank voor uw antwoord,
Philippe Elst
Vlaams Belang fractie
Antwoord voorzitter van de districtsraad en het districtscollege Luc Bungeneers:
De minister heeft in april van dit jaar inderdaad heel duidelijk gezegd dat er voor hem geen sprake kan zijn van een rijschool die discrimineert, of dat nu op religieuze of andere gronden is. Als je een rijschool hebt die zegt dat ze alleen instructeurs en klanten van een bepaald geslacht werven, kan dat niet. De minister heeft dat ook laten weten via de geëigende administratieve kanalen aan de initiatiefnemers. Zij hebben hem vervolgens schriftelijk laten weten dat ze geen discriminatoire intenties hadden. Ze hebben hem dan ook een aanvraagdossier bezorgd. De minister heeft hun met aandrang verzocht om een andere naam te hanteren dan degene die ze naar voren schoven, namelijk Vrouwen Rijschool, en dit om elke zweem van verdenking van discriminatoire intenties te vermijden. Dat wil dus heel duidelijk zeggen dat er geen vergunning komt wanneer ze diezelfde naam behouden.
Iets anders is wat men publiceert in het Belgisch Staatsblad. Dan gaat het over de oprichting van een vennootschap. Men is vrij om zijn vennootschap te noemen zoals men wil. Maar dit gaat over iets anders dan wat de minister erkent als rijschool. Trouwens: de meeste rijscholen hebben een vennootschap die anders heet dan hun rijschool zelf. Dat is schering en inslag.
Uw gevolgtrekking dat daarmee een vergunning is verleend, is fout. De minister heeft geen enkele vergunning verleend en het is heel duidelijk: rijscholen die in woord of daad discrimineren, krijgen geen erkenning, geen vergunning. Dat was zo in april en dat blijft ook vandaag zo. De vergunning is dus NOOIT afgeleverd door de minister, ook niet onder voorwaarden, en dus al zeker niet “terug ingetrokken na interpellaties in het parlement”.
Naast de non-discriminatieregels zijn er natuurlijk nog vele andere voorwaarden waaraan moet voldaan worden om een erkenning als rijschool te bekomen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 11 mei 2014, dat ik u hierbij graag overhandig.
Ondertussen hebben de initiatiefnemers, nadat ze eerder reeds verklaard hadden "uiteraard niemand te zullen uitsluiten”, op dinsdag 20 november ll., zowel aan de minister als aan de bevoegde administratie volgende e-mail verstuurd:
“Middels dit bericht willen wij u mededelen dat wij onze huidige rijschoolnaam (vrouwen rijschool) zullen wijzigen in de naam Rijschool Samira.
Voordat wij deze wijziging doorvoeren in de Kruispuntbank voor Ondernemingen, alsmede het vervangen van de reclameborden stellen wij uw beoordeling op prijs. Wij willen namelijk niet voor een tweede keer tegen hetzelfde probleem aanlopen.
Graag verneem ik van u hierover een spoedige reactie.”
En dan kom ik meteen tot uw tweede vraag over de nodige controles op het naleven van de non discriminatiewet.
Daarover zegt de minister: “Zelfs indien er een nieuw dossier wordt ingediend, met een nieuwe naamgeving, die dan wel afwijkt van het discriminatoire, -wat dus nu gebeurd is-. zelfs in dat geval zullen we ervoor zorgen dat er inspecties zullen plaatsvinden, en die zullen aangekondigd en onaangekondigd gebeuren.
Raadslid Elst antwoordt: Dankuwel voor uw antwoord, ik hoop dat de inspecties zullen uitgevoerd worden, want ik vermoed dat er toch meer aan de hand is.
di 04/12/2018 - 09:32