Terug

2018_CBS_08377 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. VOORWAARDELIJK GUNSTIG ADVIES - OMV_2018037053. Posthofbrug zn. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 26/09/2018 - 15:15 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_08377 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. VOORWAARDELIJK GUNSTIG ADVIES - OMV_2018037053. Posthofbrug zn. District Berchem - Goedkeuring 2018_CBS_08377 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. VOORWAARDELIJK GUNSTIG ADVIES - OMV_2018037053. Posthofbrug zn. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

Openbaar onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

12 juli 2018

10 augustus 2018

0

0

0

0

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

  • een openbaar onderzoek te houden;
  • advies uit te brengen.

Projectnummer :

OMV_2018037053

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Nancy Geyskens met als adres Frankrijkstraat 91 te 1070 Anderlecht en NV PR NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN met als contactadres Frankrijkstraat 56 te 1060 Sint-Gillis (bij-Brussel)

Ligging van het project:

Posthofbrug ZN te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 21 sectie A nr. 160L2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een nieuwe pendelparking

Argumentatie

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 09/07/2015: vergunning (20141623) voor het bouwen van een bemande seinpost;
  • 24/03/2016: vergunning (20151738) voor het bouwen van een fietsbrug vanop de Posthofbrug en aansluitend aan het fietsparkeergebouw ter hoogte van het station Berchem. De aanvraag omvat ook de herprofilering van een gedeelte van de Posthofbrug zelf;
  • 16/06/2017: ongunstig advies Welstandscommissie;
  • 24/11/2017: aktename van een milieuvergunning Vlarem klasse 3 (2017607) voor een bouwwerf (seinhuis Berchem);
  • 31/08/2018: ongunstig advies Welstandscommissie.

Bestaande toestand

  • parkeerterrein in open lucht omsloten door de Posthofbrug, de Singel en de spoorweg.

Inhoud van de aanvraag

  • bouwen van een nieuwe pendelparking voor 427 wagens;
  • pand in open bebouwing met zes bouwlagen:
    • vijf overdekte niveaus;
    • dakverdieping in open lucht;
  • voetafdruk van 27,80 op 83,10 m;
  • bouwhoogte variërend van 14,03 tot 19,00 m;
  • materiaalgebruik en gevelafwerking:
    • zichtbare betonconstructie;
    • houten gevelbekleding in biogemodificeerd naaldhout;
    • schrijnwerk in zwart aluminium;
  • heraanleg van de zone rondom het parkeergebouw in een combinatie van beton en groen;
  • de site van het seingebouw en de toekomstige fuifzaal maken geen deel uit van de aanvraag.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

lokale politie/ centrale preventie (LP/CP)

5 juli 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

5 juli 2018

12 juli 2018

Gunstig


Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

5 juli 2018

5 juli 2018

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

5 juli 2018

12 juli 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

5 juli 2018

16 juli 2018

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

5 juli 2018

13 juli 2018

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

5 juli 2018

6 augustus 2018

cultuur, sport, jeugd en onderwijs/ centrale jeugddienst ruimte (CS)

5 juli 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten

5 juli 2018

19 juli 2018

DL adresbeheer (huisnummers)

5 juli 2018

5 juli 2018

stadsontwikkeling/ ruimte

5 juli 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

5 juli 2018

27 augustus 2018

 

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
  • artikel 38 §1:

De platte daken van de liftschachten en trappenkernen zijn groter dan 20 m² en worden niet als groendak aangelegd. Dit is oplosbaar mits voorwaarde op te leggen.

  • artikel 41 §1:

Er wordt geen toezichtsput voorzien aan elk van de aansluitingspunten (DWA / RWA) en de aansluitingspunten zelf liggen verder uit elkaar dan 0,50 m. Dit is oplosbaar mits voorwaarde op te leggen.

  • artikel 44 §3:

Er is onvoldoende informatie om de olieafscheider te beoordelen.

Sectorale wetgeving

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het bouwen van een parkeergebouw. Het perceel wordt momenteel reeds gebruikt als gelijkvloerse parking. De bestaande functie blijft behouden en is passend in de omgeving gezien de ligging aan de Singel en vlakbij het station Berchem.

Door de stapeling van parkeerplaatsen wordt er zuinig omgesprongen met de schaarse bouwruimte rondom het station Berchem.  Dit is een positieve evolutie waardoor er ruimte vrijkomt. Dit gebouw past binnen de gemaakte studies voor de herontwikkeling van de stationsomgeving:

Zo werd er reeds een herbestemming van het oude postgebouw gedaan naar gemengde kantoorzone. Dit kenmerkt zich in losstaande bouwvolumes waarrond er open pleinruimte is.

- Het seinhuis dat naast het stationsgebouw staat, zal verhuizen naar de voormalige gelijkvloerse NMBS parking. Dit gebouw is reeds in aanbouw. En betreft tevens een los en vrijstaand gebouw waarrond er ruimte is voor parking voor deze functie en vergroening

- De bouw van een fietsostrade op grondtalud en brugdelen is reeds gerealiseerd en in gebruik.

- De bouw van een fuifruimte zal tegen de gevel van het parkeergebouw en tegen het landhoofd van de spoorbruggen gebouwd worden

Door het bouwen van een gestapelde parking is het dus mogelijkhet seinhuis te verhuizen van het stationsgebouw naar de site aan de Posthofbrug. Groot voordeel is dat hierdoor er grote ruimtes vrijkomen in het stationsgebouw Berchem dat voor andere functies gebruikt kunnen worden.  Een belangrijke noodzaak is het voorzien van een grote inpandige fietsstalling om de tijdelijke oplossing met fietsrekken op het stationsplein te kunnen verhuizen.  De stad Antwerpen heeft ook recent de opdracht gegeven om 2 nieuwe fietsbruggen over de Ring en Singel te bouwen die rechtstreeks toekomt in het voormalige Seinhuis, dusdanig rechtstreeks in een mogelijks toekomstige inpandige fietsenstalling.

De versnelde bouw van de gestapelde parking is dus van belang om de korte termijn heropwaardering van het stationsgebouw Berchem te kunnen doen.

Tevens zal de compensatie van de tijdelijk verloren gegane parkeerplaatsen door de bouw van het nieuwe seinhuis van belang zijn om het overstappunt Station Berchem verder uit te bouwen en versterken. Meer parking aan het station geeft meer klanten voor de trein en dus een ontlasting van de verkeerscongestie op de Vlaamse snelwegen.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Voldoende kennis van de ruimtelijke kenmerken van de omgeving dient ingezet te worden opdat het op te richten op doelbewuste en gemotiveerde wijze een relatie aangaat met de omgeving. Ongeacht of de gebouwen op zich al dan niet een bijzondere beeldwaarde hebben vormen ze samen een eenheid, een straatbeeld, een bouwblok of een typische wijk. Het is daarom essentieel om bij nieuwbouw steeds de ruimere context van de werken te bekijken en de voorgestelde werken uit te voeren waarbij het samengaan van het gebouw met zijn omgeving wordt . In gebieden waar de bebouwing een sterke samenhang vertoont, zal het over het algemeen wenselijk zijn om de schaal en de geleding van de bestaande bebouwing te volgen. Dat wil nog niet zeggen dat alle uiterlijke kenmerken zomaar gekopieerd moeten worden. Het gebouw moet dus niet uniform of eenvormig zijn met zijn omgeving maar wel een bewuste relatie aangaan met zijn omgeving. In sommige gevallen is het denkbaar dat ook een contrast of een interpretatie kan zorgen voor het goed samengaan van het gebouw met de omgeving, zeker wanneer dit de kwaliteit van de omgeving ten goede komt. Daarom is het aangewezen om het gebouw in een ruimer gebied te zien omdat op die schaal de harmonie duidelijker merkbaar is. Dit ruimer gebied is het referentiebeeld om het samengaan aan te toetsen. Soms is het referentiebeeld een bouwblok of een wijk, andere keren is de straat zelf een uitstekend referentiebeeld om het samengaan te bepalen, maar meestal kijkt men naar de gebouwen langs dezelfde zijde van de straat als het gebouw waarvoor de vergunningsaanvraag wordt ingediend en dit van straathoek tot straathoek. Het gebouw wordt steeds bekeken vanuit een logisch geheel in de omgeving waar een samenhang merkbaar is.

Bij de beoordeling van de aanvraag kan ook rekening worden gehouden met toekomstige ontwikkelingen. In de ontwikkeling van de stad tekenen zich vaak tendensen af voor een nakende transformatie. Het bestaande referentiekader hoeft daarom niet zomaar bevroren te worden. Het kan morgen al voorbijgestreefd zijn.

Het terrein betreft een geïsoleerd terrein tussen spoor- en weginfrastructuur. De gebouwen op zulke terreinen in de omgeving, aan deze structuren, die geen deel uitmaken van een bouwblok, zijn kenmerkend vrijstaande, alzijdige gebouwen aan de weginfrastructuur. 

Voorbeelden hiervan zijn de in aanbouw zijnde site Post X aan de overzijde van de spoorberm. Gekenmerkt door vrijstaande volumes met daarrond  semi openbaar domein.

Ander voorbeeld aan de overzijde van de ring, ook aan de Posthofbrug, een kantoorlocatie met ook vrijstaande langblokken met daarrond circullatieruimte.

Het  voorliggende gebouw is een vrijstaand gebouw dat enkel op haar linkerzijgevel aansluit op een nog te bouwen fuifruimte. Deze fuifruimte sluit naadloos aan op het landhoofd van de spoorweg en het parkeergebouw. Hierdoor word deze hoek verzorgd afgewerkt.

Echter is het fuifgebouw beduidend lager dan het parkeergebouw. Het is daarom niet nodig te investeren in een volledig dichte linkerschijdingswand.  In voorwaarde wordt opgelegd dat deze best op de bovenliggende verdiepingen opengemaakt wordt.  Zo is er uniformiteit met het open fietsparkeergebouw aan de overzijde.

De rechterzijgevel is ook dicht voorzien, ook deze kan opengemaakt worden.  Het nieuwe seinhuis en parkeergebouw schrijven zich in in het losstaande volume typologie van de omliggende zones (Post X en Citylink).  Er is dus geen noodzaak om de muur dicht te voorzien  aangezien er geen tegenbouw vanuit het seinhuis nodig zal zijn.

Ook zonder deze open te maken is de bouw van het parkeergebouw aanvaardbaar voor de stad.

Een kleiner gebouw voorzien op het beschikbare perceel is niet aan de orde aangezien dan het aantal plaatsen niet gehaald zal worden, alsook is door de verschillende bouwheren/grondeigenaars een zo optimaal mogelijk en afgestemd voorstel tot inplanting van de 3 functies tot stand gekomen.  Aangezien de eigenaars hier akkoord zijn zuinig om te springen met de beschikbare ruimte kan dit enkel toegejuichd worden vanuit de overheid.

Het seinhuis en parkeergebouw hebben ook een afwijkende voorgevellijn.  Dit is van belang om een veilige in- en uitrit te voorzien voor beide functies, alsook de nodige open publieke ruimte te voorzien voor het parkeergebouw.  Het parkeergebouw plaatst zich evenwijdig aan de spoorweg en fietsostrade.   Door het driehoekig voorplein ontstaat er een mooie ruimtelijke beleving voor het parkeergebouw, is er ruimte voor een kwalitatieve aanleg en ook ruimte voor veilig laad-en losverkeer voor het fuifgebouw.  Dezelfde methodiek is ook toegepast bij Post X waar de gebouwen zich haaks op de snelweg georiënteerd hebben, en dusdanig niet geschikt naar de oriëntatie van de lokale weg.  Aan de Singel kent Post X ook driehoekige voorpleinen. Deze bevorderen de ruimtelijke beleving vanuit het straat. Hierdoor ontstaat er een goede relatie tot de straat.

Visueel-vormelijke elementen

Volgens de beschrijvende nota betreft het een open parkeergebouw met een open gevelbekleding in houten structuur. De gevels op de perceelsgrenzen worden echter volledig blind uitgewerkt in zichtbeton, wat in schril contrast staat met de open gewerkte voorgevel. In voorwaarden zal opgelegd worden deze open te voorzien.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag betreft de bouw van een parkeergebouw voor 427 wagens, op een deel van een site waar tot voor kort een gelijkgrondse stationsparking was voor 255 wagens. Delen van dit terrein worden in de nabije toekomst ingenomen, in hoofdzaak door een seingebouw. In de vergunning voor de bouw van het seingebouw werd opgenomen dat de ingenomen parkeerplaatsen (circa 170) dienden gecompenseerd te worden, en dat ook de parkeerplaatsen voor het personeel van het seingebouw (ca. 54) in de nabije omgeving moesten ondergebracht worden. Recent werd bij de aanleg van de fietsostrade op de Posthofbrug ook een 74-tal publieke parkeerplaatsen geëlimineerd. Gezien de hoge straat-parkeerdruk in de omgeving is compensatie in bestaande of nieuwe inpandige parking(s) aangewezen.

Deze aanvraag geeft dus een kwalitatieve invulling van al deze voorwaarden en noden.

De beschrijvende nota en de mobiliteitsstudie die gevoegd zijn bij deze aanvraag geven een argumentatie voor de huidige aanvraag van 427 parkeerplaatsen. Men gaat hierbij uit van een toename van het aantal treinreizigers (en voor- en natransport per auto) van 40% en voorziet verder ruimte voor eigen personeel (60 plaatsen), occasioneel gebruik (30 plaatsen) en 15% comfortmarge. 

Mits dit geen overmatige verkeersdruk creëert in deze reeds sterk verzadigde omgeving, is het echter toch verdedigbaar om hier een parkeergebouw voor 427 wagens te realiseren. Vooral omdat de geparkeerde wagens aan het station, langere pendelverplaatsingen op vlaamse snelwegen vermindert, en het treingebruik doet toenemen.  Dit is positief om de Modal Split 50/50 mee te bekomen. Het betreft dusdanig een strategische mobiliteitsingreep voor de Antwerpse agglomeratie.

Het parkeergebouw herneemt de parkeerplaatsen die er eerder waren, op de site zelf (255) en op de Posthofbrug (74), en vult dit aan met inpandige parkeerruimte voor het seinhuis (60). Het aantal parkeerplaatsen voor reizigers wordt uitgebreid met 38 plaatsen, wat aanvaardbaar is gelet op de belangrijke rol van het station Antwerpen-Berchem en de ambitie om te groeien.

Er zijn echter een aantal belangrijke bemerkingen / tekortkomingen:

  • Er dienen voldoende laadpalen voor elektrische wagens te worden voorzien (bouwcode: minimum 10%), en voldoende mogelijkheden om dit aanbod uit te breiden. Dit zal als voorwaarde opgelegd worden
  • Volgens de toegankelijkheidsnorm moet 6% van de 427 parkeerplaatsen uitgevoerd worden als een aangepaste parkeerplaats. Er worden in de aanvraag slechts 13 aangepaste parkeerplaatsen voorzien, terwijl er in principe 26 vereist zijn waarvan 12 voorbehouden plaatsen. Dit kan in voorwaarden opgelegd worden aangezien er toch een groot aantal extra plaatsen voorzien werden in het gebouw tov. de bestaande toestand en te compenseren parkeerplaatsen van de directe omgeving.
  • In de huidige aanvraag is de zone tussen de Posthofbrug en het terrein van het seinhuis niet mee opgenomen, hoewel deze wel essentieel is voor de ontsluiting van het parkeergebouw (en de laad-en loszone van het fuifgebouw, zie verder). Deze werd wel opgenomen in de aanvraag voor het seinhuis als ‘doorgang naar het parkeergebouw’, doch de buitenaanleg werd toen deels uitgesloten uit de vergunning. De gegarandeerde beschikking over (en gepaste inrichting van) deze zone is essentieel voor de goedkeuring van voorliggend project. Aangezien de uittekening van deze voortuinzone mee in de plannen opgenomen is, kan dit mee vergund worden mits zo op te nemen in de voorwaarden.  De intekening van deze zone zoals op de ingediende plannen uitgewerkt is van hoge stedelijke kwaliteit, voldoet aan de vereisten voor de aanleg van semi publieke ruimtes en heeft een grote vraag van vergroening. Het sluit dus mooi aan bij de hoogwaardige aanleg die voorzien wordt bij Post X.
  • In de toekomst wordt ook de bouw van een fuifgebouw voorzien op de hoek van de Posthofbrug met de Binnensingel. In dat project is geen eigen parkeerruimte voorzien, in de aanvraag van het fuifgebouw wordt hiervoor verwezen naar het nu aangevraagde parkeergebouw van NMBS. In dat project wordt ook geen laad- en losruimte voorzien, ook hiervoor wordt verwezen naar het perceel van NMBS (de open ruimte tussen het gebouw en de Posthofbrug, incl. de toegang via de site Wolvenberg). Het is een belangrijke voorwaarde voor de huidige aanvraag dat zowel het parkeren als het laden en lossen voor het fuifgebouw, kunnen gebeuren op de site van de NMBS. Door de voortuin mee te vergunnen, zie op de ingediende plannen, zal de laad- en loszone ineens mee vergund zijn.  De verschillende bouwheren hebben deze afstemming onderling gemaakt en kwalitatief uitgetekend, waardoor deze vergunbaar is;
  • Ter hoogte van de in-/uitritten aan de Posthofbrug is een optimale zichtbaarheid primordiaal. Aan de noordoostelijke toegang ligt het fietspad aan de buitenzijde en de fietsers komen van een helling dus hebben een hoge snelheid. In- en uitrijdende wagens dienen gewezen te worden op dit gevaar. De uitrit dient smaller (max. 3m50) om de conflictzone te beperken en er dient geen hoog groen of andere fysieke obstakels voorzien te worden die het zich wegnemen op aankomende wagens en fietsers. Dit wordt in voorwaarden opgelegd.

Daarnaast wordt suggereert om:

  • real-time dienstregeling van het treinverkeer te voorzien in de parking;
  • duidelijk de beschikbaarheid van parkeerplaatsen te afficheren nog vóór de inrit van de parking, en in samenwerking met de andere partijen een overzichtelijke (overkoepelende) signalisatie te voorzien naar de verschillende parkings in de stationsomgeving Antwerpen-Berchem. De stad heeft reeds een parkeergeleidingssysteem uitgerold overheen de stad, waar ook de bestaande parking onder het stationsplein op aangesloten is.  De nieuwe parking zal dus meegenomen worden in dit systeem.  De stad zal hiervoor met de NMBS overleg plegen om voor de opening van de nieuwe parking het parkeergeleidingssysteem uitgebreid te hebben;
  • interne signalisatie naar de beschikbare parkeerplaatsen te voorzien;
  • in het parkeergebouw ook ruimte te reserveren voor deelwagens (vb. Cambio), bij voorkeur op het gelijkvloers, aangezien deze eerder ook aanwezig waren op deze parking en de stad deelmobiliteit actief wil ondersteunen;

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De stad plant een heraanleg van de brughelling naast het nieuwe parkeergebouw.  Stad en NMBS zullen samenzitten om de nieuwe in- en uitrit te verwerken in de heraanlegplannen van de brughelling.

Er dient afgestemd te worden of deze met de heraanleg van de Posthofbrug reeds definitief kan worden aangelegd op de nieuwe plaats (met afgeschuinde inritband, aanpaste fundering enz.), zoniet dient deze achteraf aangepast te worden op kosten van NMBS.

Daarnaast wordt er in het project een smalle groenstrook behouden ter hoogte van de overgang. Tevens is er sprake van dat de bestaande verlichtingspalen moeten verplaatst worden en wordt voorzien om de bomen te rooien. De bomen die bewaard blijven moeten beschermd worden tijdens de werken en elke gerooide hoogstammige boom dient gecompenseerd te worden door een nieuwe hoogstammige boom op hetzelfde perceel.

Gezien deze nu reeds in een smalle groenstrook staan (buiten de afsluiting van de bestaande parking), is het niet duidelijk wat deze verplaatsing inhoudt en wat de exacte grens der werken is. Dit dient verder te worden afgestemd met de geplande heraanlegwerken van de Posthofbrug door de stad Antwerpen. Stad en NMBS kunnen hier als goede naburen een werfafstemming opzetten.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Voldoende laadpalen voor elektrische wagens te voorzien (bouwcode: minimum 10%), en voldoende mogelijkheden om dit aanbod uit te breiden;
  2. in de huidige aanvraag is de zone tussen de Posthofbrug en het terrein van het seinhuis niet mee opgenomen, hoewel deze wel essentieel is voor de ontsluiting van het parkeergebouw (en de laad-en loszone van het fuifgebouw, zie verder). Deze werd wel opgenomen in de aanvraag voor het seinhuis als ‘doorgang naar het parkeergebouw’, doch de buitenaanleg werd toen deels uitgesloten uit de vergunning. De gegarandeerde beschikking over (en gepaste inrichting van) deze zone is essentieel voor de goedkeuring van voorliggend project. Aangezien deze wel ingetekend is op de plannen dient deze vergund te worden adv. een voorwaarde hiertoe op te leggen. Zoals toegelicht voldoet de intekening op de bouwplannen en is deze dusdanig vergunbaar;
  3. in de toekomst wordt ook de bouw van een fuifgebouw voorzien op de hoek van de Posthofbrug met de Binnensingel. In dat project is geen eigen parkeerruimte voorzien, in de aanvraag van het fuifgebouw wordt hiervoor verwezen naar het nu aangevraagde parkeergebouw van NMBS. In dat project wordt ook geen laad- en losruimte voorzien, ook hiervoor wordt verwezen naar het perceel van NMBS (de open ruimte tussen het gebouw en de Posthofbrug, incl. de toegang via de site Wolvenberg). Beide grondeigenaars hebben voorgaand aan hun aanvragen hun logistieke afhandeling op elkaar afgestemd. Het is positief dat de autobereikbaarheid van het fuifgebouw gecombineerd wordt met het nieuwe parkeergebouw. Ook de laad en losinrit wordt geënt op het parkeergebouw. Geclusterde inritten geef een grotere verkeersveiligheid en is dus een belangrijk pluspunt van het geïntegreerde ontwerp dat hier voorlicht.  De voortuinzone dient dus in voorwaarde opgelegd te worden. Bijkomend dient er een drempelloze helling opgelegd te worden tussen perceel fuifzaal en de voortuin van het parkeergebouw;
  4. ter hoogte van de in-/uitritten aan de Posthofbrug is een optimale zichtbaarheid primordiaal. Aan de noordoostelijke toegang ligt het fietspad aan de buitenzijde en de fietsers komen van een helling dus hebben een hoge snelheid. In- en uitrijdende wagens dienen gewezen te worden op dit gevaar. De uitrit dient smaller (max. 3m50) om de conflictzone te beperken;
  5. bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
  • In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom  onaanvaardbaar moeten  beschadigd worden, noch nu, noch in de  toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
    • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
    • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale  wortelpakket moet verwijderd worden;
    • de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).
     
  • Als er werken (zowel  bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.
  • De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
    • er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie  + 2m.
    • In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)
    • Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt.

Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.

Naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.

Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .

Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.

8. Bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

  • Het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. Duurzaam aanplanten wil o.a. zeggen dat voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen, en waar  er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte.

9. Afstemming nodig m.b.t. de overgang publieke ruimte Posthofbrug (geplande heraanleg Posthofbrug door stad Antwerpen) (praktische opmerking en dusdanig geen bezwaar voor de vergunningverlening aangezien standaard bij grote bouwwerken die samenvallen met heraanleg openbaar domein. );

  • De heraanleg Posthofbrug gaat uit van de bestaande inrit. In het nieuwe plan van het parkeergebouw komt deze zuidelijker te liggen. Er dient afgestemd te worden of deze met de heraanleg Posthofbrug reeds definitief kan worden aangelegd op de nieuwe plaats (met afgeschuinde inritband, aanpaste fundering enz.), zoniet dient deze achteraf aangepast te worden op kosten van NMBS;
  • Er wordt in het project een smalle groenstrook behouden ter hoogte van de overgang. Tevens is er sprake van dat de bestaande verlichtingspalen moeten verplaatst worden en wordt voorzien om de bomen te rooien. Gezien deze nu reeds in een smalle groenstrook staan (buiten de afsluiting van de bestaande parking), is het niet duidelijk wat deze verplaatsing inhoudt en wat de exacte grens der werken is. Dit dient verder te worden afgestemd met de geplande heraanlegwerken Posthofbrug door de stad Antwerpen.

10. De kopse gevels van het gebouw open te voorzien met houten gevelbekleding, zoals de zuid-west en noord-oost, in plaats van gesloten met zichtbeton om een alzijdigheid te bekomen. Met uitzondering van de linkse zijgevel, meer bepaald het deel waartegen de fuifzaal aangebouwd zal worden. De rest dient wel open voorzien te worden.

Groendaken te voorzien conform artikel 38 van de bouwcode.

Aansluitingen van waterafvoeren te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode.

Een olieafscheider te voorzien conform artikel 44 van de bouwcode.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

20 juni 2018

Start openbaar onderzoek

12 juli 2018

Einde openbaar onderzoek

10 augustus 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

10 augustus 2018

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een voorwaardelijk gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de vergunningsaanvraag.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.