Terug

2018_CBS_09194 - Omgevingsvergunning - OMV_2018076477. Insteekdok Galgenweel. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
do 18/10/2018 - 11:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_09194 - Omgevingsvergunning - OMV_2018076477. Insteekdok Galgenweel. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_09194 - Omgevingsvergunning - OMV_2018076477. Insteekdok Galgenweel. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan één openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

11 juli 2018

9 augustus 2018

1

0

0

1


Bespreking van de bezwaren

Ivm VOORSCHRIFTEN

Strijdig met voorschriften BPA: Het bezwaar dat de aanvraag strijdig is met de voorschriften van het BPA waarin gesteld wordt dat de maximaal toelaatbare hoogte 5 meter is. De aanvraag betreft de stapeling van twee containers van elk 2,59 meter waardoor de totale hoogte 5,18 meter is.

Beoordeling: Het is de taak van de omgevingsambtenaar om de aanvraag af te toetsen aan de geldende wetgeving. Het is echter correct dat de initiële aanvraag, waarvoor een openbaar onderzoek werd georganiseerd, in strijd is met het BPA.

Er werd in de loop van de aanvraag, op vraag van de aanvrager, een wijzigingslus  toegestaan. In de aangepaste plannen werd de hoogte gereduceerd waardoor de maximale bouwhoogte, conform de bepalingen van het BPA, niet overschreden is

Het bezwaar is gegrond, maar niet meer relevant.

Ivm. PARKEREN

Onduidelijke signalisatie: Het bezwaar dat de locatie heel moeilijk te vinden is waardoor heel wat bezoekers met de wagen komen, die overal in het gebied parkeren.

Beoordeling:

De stedelijke dienst Mobiliteit geeft een gunstig advies voor deze aanvraag. Het bezwaar omtrent parkeerdruk betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Er is niet noodzakelijk een causaal verband tussen voorliggend project en de (te verwachten) overlast zoals omschreven in het bezwaarschrift. Bovendien dient opgemerkt dat er enkel advies kan gegeven worden op hetgeen aangevraagd werd; de aanvraag voorziet in parking voor de eigen behoefte. Het bezwaar is ongegrond;

MILIEU

Ontbreken aansluiting op riolering: Het bezwaar dat er niet wordt aangesloten op een riolering waardoor het afvalwater en het water van de sceptische put zal infiltreren in de bodem vlak naast het Galgenweel.

Beoordeling:

Het is de taak van de omgevingsambtenaar om de aanvraag af te toetsen aan de geldende wetgeving. Het is correct dat er op een openbare riolering dient te worden aangesloten, wat in voorwaarde zal worden opgelegd. Het bezwaar is gegrond;

CONFORMITEIT

Niet conform de uitgevoerde toestand: Het bezwaar dat de plannen geen correcte weergave zijn van hetgeen werd uitgevoerd. De aanvraag betreft een beach club, terrassen en een zandstrand. In de praktijk werden er behalve het aangevraagde nog gebouwd:

  • een beachvolleybalveld, aangrenzend aan de rietkraag, waarvoor er aangevoerd zand tot in de rietkraag is gestort;
  • een speeltuig;
  • een springkasteel, dat quasi permanent aanstaat en waarvan de blazer continue lawaai veroorzaakt;
  • een aantal opslagcontainers die tussen en tegen de bomen staan, waardoor de bomen en aanplantingen schade oplopen. Deze zijn ook gewoon blauw en roest en niet geverfd;
  • een aantal hotelcontainers, met slaapaccommodatie, en verwarming op gasflessen.

Beoordeling:

Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier. Bovendien dient opgemerkt dat er enkel advies kan gegeven worden op hetgeen aangevraagd werd. Tijdens de lopende procedure werden bouwovertreding vastgesteld, de aanvrager zal zich dus in regel moeten stellen voor wat niet vergund is/wordt. Enkele voorwaarden anticiperen reeds op deze overtredingen.

Het bezwaar is ongegrond;

OVERLAST  & VEILIGHEID

sluikstort: Het bezwaar dat het beoogde programma aanleiding zal geven tot sluikstort, waardoor het recreatieve aspect van het groengebied waarbinnen het zich bevind verloren gaat.;

Beoordeling:

Het bezwaar omtrent sluikstort en hinder betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Bovendien dient opgemerkt dat er enkel advies kan gegeven worden op hetgeen aangevraagd werd. Het bezwaar is ongegrond;

GEBRUIK TERREIN

Privé terrein: Het bezwaar dat het beoogde programma aanleiding zal geven tot het privatisering of het toe-eigenen van het publiek domein.

Beoordeling:

Het bezwaar omtrent het vermoeden tot het toe-eigenen van het publiek domein betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Bovendien wordt opgemerkt dat het geen openbaar domein betreft, maar private eigendom met publiek karakter. Het bezwaar is ongegrond;

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer:

OMV_2018076477

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Naomi Schouwaerts met als adres Van Maerlantstraat 29 bus 9 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Insteekdok Galgenweel te 2050 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 13 sectie N nr. 204H2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een horecagebouw en beachclub met tijdelijk karakter


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 31 maart 2017: vergunning (20162992) voor het oprichten van een wakeboardkabel en bijhorende onthaal accommodatie;
  • evenementenvergunning van 1 juni 2018 tot en met 31 augustus 2018.

Bestaande toestand

  • horecagebouw met beachclub ter hoogte van het Insteekdok Galgenweel.

Inhoud van de aanvraag

  • bouwen van een horecagebouw met beachclub ter hoogte van het Insteekdok Galgenweel;
  • het paviljoen wordt opgebouwd uit modulaire scheepscontainers met een maximale hoogte van 5 meter;
  • de containers welke in het zicht blijven zijn zwart geschilderd en deels bekleed met houten latwerk;
  • witte tenten zorgen voor de overdenking van delen van terrassen;
  • aanleg van houten terrassen en een zandstrand;
  • voorzien van een fietsenparking voor 200 fietsen ten noorden van het gebouw;
  • aanleggen van 70 en 50 extra parkeerplaatsen in de zone tussen de Regetta-wijk en de wakeboard-kabel;
  • er dienen geen bomen of begroeiing gerooid te worden om het paviljoen en parking te realiseren.

Argumentatie

 Rekening houdende met het groenadvies wordt geoordeeld dat het behoud van de bestaande bomen thv parking 2 terecht is.  Echter dient hiervoor niet heel de parking geschrapt te worden. Het overgrote deel van deze parking ligt namelijk op braakliggend terrein zonder hoge beplanting. Op het inplantingsplan zal met rood aangeduid worden welke delen van de parking niet aangelegd moeten worden aangezien hier de bestaande beplanting (struiken en bomen) behouden moeten blijven. Alsook welke delen wel mogen aangelegd worden.  De lijnen zijn indicatief op basis van luchtfoto ingetekend, deze doen geen afbreuk aan de werkelijkheid op het terrein. Het behouden van aanwezige boomgroepen of solitairbomen primeert.

Inzake de parkeerbehoefte wordt gesteld dat de voorziene aantal parkings te groot is. Echter voegt de bouwheer een motiveringsnota toe die aangeeft dat hun werkelijke behoefte groter is dan de norm vanuit de Crow. Ze voorzien een noodzaak van +- 70 plaatsen (rekening houdende met overlap voor komende en weggaande bezoekers) . Dit in het plan als parking P1.

Gelet op de afgelegen locatie is de toegankelijkheid van de site vooral via de wagen en de fiets aangewezen. Wandelafstanden zijn groot en minder waarschijnlijk voor de aangevraagde functie, alsook de naastgelegen vergunde functies. Deze hebben een bovenlokale aantrekkingskracht waardoor er ook bezoekers van verder af toekomen..

Tevens is het van belang om voldoende parkeerplaatsen te voorzien om wildparkeren in de groene omgeving te vermeiden.  Om die reden wordt ook opgelegd in voorwaarde dat de toegang en parkings fysiek afgescheiden moeten worden van de omliggende zones. Tevens is er geen parkeermogelijkheid in de directe nabijheid waarop overspil kan voorzien worden. Voldoende grote parking voorzien is dus noodzakelijk.

De Parking P2 is 50 wagens groot.  Gelet op de argumentatie rond bestaande bomen zal een deel van deze parking niet uitgevoerd kunnen worden. Alsook een deel meer noordelijk aangelegd moeten worden op braakliggend terrein. Deze aanpassingen zullen de parking in aantal ligt doen dalen.  Doch het voorzien van deze parking gelet op de voorliggende functie, alsook de reeds vergunde functie, is noodzakelijk om geen overspil op de omgeving te veroorzaken. In het mobiliteitsadvies wordt hierover ook gesproken.

Om deze redenen  is het college van oordeel dat de aangevraagde plaatsen op P1 en P2  (met nuancering bestaande bomen die enkele parkeerplaatsen zal kosten ) verantwoordbaar en noodzakelijk zijn, alsook niet overdreven  maar voldoende gedimensioneerd zijn gelet op de perifere locatie, en de verschillende functies die aanwezig zijn rondom het insteekdok. Tevens zal door de voldoende grote parking overlast nu en in de toekomst op de woonwijk Regatta vermeden worden.  Zo is er geen risico op de verstoring van de parkeerbalans dat in het BPA alsook verleende bouwvergunningen voor het openbaar domein, opgelegd is naar bezoekers en bewoners.

Inzake de gevelafwerking van de constructies kan gesteld worden dat de keuze voor een architecturaal spel van houten latten, en zwartgeschilderde stalen oppervlakte een voldoende architecturale kwaliteit heeft.  Dit kan gezien worden op de foto’s die toegevoegd zijn aan het dossier 1 tot 8.  Op Foto 10 is een beeld van de achtergevel te zien. Hier zijn de oude kleuren van de zeecontainers behouden.  Deze dienen conform de gevelkeuze van de voorzijde aangepast te worden. Dit minimaal door het geheel in zwart te schilderen, en/of bijkomend delen in hetzelfde hout af te werken als de voorzijde.  Dit zal in voorwaarde opgelegd worden.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweer/Risicobeheer/Preventie

7 september 2018

9 oktober 2018

Voorwaardelijk gunstig

Brandweer/Risicobeheer/Preventie

5 juli 2018

3 augustus 2018

Ongunstig

Departement Omgeving - seveso

5 juli 2018

13 juli 2018

Gunstig


Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie

5 juli 2018

18 juli 2018

Stadsbeheer/Groen en Begraafplaatsen

5 juli 2018

12 juli 2018

Stadsontwikkeling/Mobiliteit

5 juli 2018

9 juli 2018

Stadsontwikkeling/Vergunningen/Milieuvergunningen

5 juli 2018

16 juli 2018


Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor stedelijke ontwikkeling. Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving. De stedenbouwkundige aanleg van het gebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen, en de verkeersorganisatie in relatie met de omringende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg.

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Galgenweel-Borgerweert, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 mei 2007. Volgens dit bijzonder plan van aanleg ligt het goed in volgende zones: zone voor gemengde bestemming gc (bestemmingszone rand insteekdok), zone voor park pb (bestemmingszone park insteekdok), zone voor openbare wegenis ow en zone voor gemengde bestemming gc (bestemmingszone rand insteekdok).

Bijzondere plannen van aanleg kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

         De aanvraag is conform de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
    • Artikel 18: het pasverschil ven 10 cm wordt niet overbrugd door een helling.
    • Artikel 28: aan alle inrichtingselementen met het oog op het onthaal van publiek moet een verlaagd gedeelte aangebracht worden.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
    • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: de hoogte van het gelijkvloers bedraagt 2.40 meter en 2.21 meter op de verdieping < 2.60 meter;
    • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: de riolering is niet aangesloten op een openbare riolering, maar op een infiltratteput.
    • Artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders: Alle niet-overdekte parkings moeten voorzien worden van een olieafscheider.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt niet integraal aanvaard, bijkomende voorwaarden zullen worden opgelegd.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Strijdig met de bouwcode dient opgemerkt dat de vrije hoogte slechts 2,40 meter hoog is. Alle ruimten op het sanitair en de keuken na, zijn aan één zijde open en geven uit in open lucht. Bovendien dient opgemerkt dat het om een vergunningsaanvraag gaat met een tijdelijk karakter. Om deze twee bovenstaande redenen kan een afwijking op basis van art.3 van de bouwcode worden toegestaan.

Het is onduidelijk of de niet-overdekte parking aangesloten zullen worden op een olie-afscheider, conform de bouwcode. Tevens is het materiaal van de terreinaanleg niet gespecifieerd. Gezien het tijdelijk karakter verdient het de voorkeur deze aan te leggen in waterdoorlatende verharding, die zich integreert in de omgeving. Er kan een afwijking worden toegestaan op basis van art.3 van de bouwcode  op voorwaarde dat de parking wordt uitgevoerd in grindgazon, met duidelijke signalisatie/afbakening van de randen, zodat niet wild wordt geparkeerd.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het bouwen van een tijdelijk horecagebouw/beachclub aan het Galgenweel. De aanvraag is in overeenstemming met de geldende bestemmingsvoorschriften.

De dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie geeft gunstig advies met voorwaarden voor dit dossier:

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 38 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de beach-club naast de uitbating van een wakeboardkabel.

Het geheel betreft een beach club met een lounge terras voor 100 personen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op basis van de parkeernormen uit crow voor een bar/café.

750m² x 5/100m² = 37.5 -> 38

De werkelijke parkeerbehoefte van de uitbreiding is 38

De plannen voorzien in 120  nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

De parking is bereikbaar via Katwilgweg en de onderdoorgang onder de snelweg

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 50

De plannen voorzien in 120  nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Dit aantal is te groot.

De dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie merkt op dat de beschrijvende nota duidelijk  aangeeft dat de focus ligt op een terras en beachclub. Het voorzien van een groot aantal parkeerplaatsen is in contradictie hiermee. Het aantal te voorzien parkeerplaatsen dient te worden gereduceerd. Er dient op basis van de luchtfoto opgemerkt dat er voor de aanleg van parking P2 heel wat groen dient te worden verwijderd. Om deze reden zal worden opgelegd te voorziene parkeerplaatsen te voorzien aan parking P1, zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan.

De dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie meldt dat het voorzien van voldoende fietsenstalling op deze locatie van groter belang is.

Voor de wakeboardkabel werd reeds een parkeerbehoefte bepaald in de toenmalige aanvraag. Het is niet uitgesloten dat de gebruikers van de wakeboard zullen gebruik maken van deze parking, temeer ook in realiteit kan worden vastgesteld dat de behoefte van de wakeboard groter uitvalt dan theoretisch berekend. Daarom wordt de berekende behoefte van de beachclub opgetrokken tot 50.

De aangevraagde 120 plaatsen zijn ruimtelijk niet toelaatbaar in dit waardevolle groene recreatiegebied.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.


Er wordt een fietsenstalling voor 200 fietsen voorzien, onderzocht dient te worden (proefondervindelijk) of er in functie van het reduceren van het aantal parkeerplaatsen meer fietsenstallingen dienen voorzien te worden. In geval het noodzakelijk blijkt extra fietsstalling te voorzien, moet deze voorzien worden in het verlengde van de huidige 200 plaatsen.

Laden en lossen dient te gebeuren op eigen terrein.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het paviljoen, onderwerp van de aanvraag wordt opgebouwd uit modulaire scheepscontainers rondom een centraal terras. Dit terras zal deels worden overdekt met witte tentzeilen wat een samenhang creëert in het geheel.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De geplande werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Visueel-vormelijke elementen

De conceptnota vermeldt dat de wanden van de containers welke in het zicht blijven zwart zijn geschilderd. Enkele wanden zullen worden bekleed met houten latwerk om het geheel meer in de omgeving te laten inpassen. De geveltekeningen echter geven aan dat sommige buitenwanden rood, groen en grijs zullen zijn. Er dient opgemerkt dat deze kleuren een slordig, weinig samenhangend geheel bewerkstelligen wat ruimtelijk niet aanvaardbaar is. In voorwaarde zal opgelegd worden ook deze wanden te bekleden met houten latwerk.  Het geheel dient immers aanzien te worden als een paviljoen in een voor publiek doorwaadbaar groengebied. Ook achteraan verdient dit paviljoen een afgewerkte gevel, deze grenst tevens aan de nog te ontwikkelen bedieningsweg. Er dient opgemerkt dat het geheel zich  slecht matig inpast in de omgeving. Gezien de tijdelijkheid van de aanvraag kan het voorgestelde echter worden aanvaard.

Aspecten met betrekking tot milieu

Vanuit milieutechnisch oogpunt zijn er geen fundamentele bezwaren met betrekking tot de regularisatieaanvraag. Wel moet de aanvrager erop worden gewezen dat het geluidsniveau van eventueel elektronisch versterkte muziek niet luider mag zijn dan 85 dB (gemeten als LAeq,15min), wanneer een hoger geluidsniveau zou worden gebruikt zou het immers gaan om een ingedeelde inrichting (IIOA) en is de aanvraag onvolledig. Dit gaat overigens ook op voor het gebruik van een generator vanaf 150 kVA.

Echter is het gebruik van een generator ruimtelijk niet aanvaardbaar in dit gebied, er zal moeten gezocht worden naar een aansluiting met stroomkabel op het bestaande net.

Er werd tevens opgemerkt dat de lozing van huishoudelijk afvalwater verloopt via een bezinkput zonder zuivering. Dit is strijdig met de bouwcode. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan, in voorwaarde zal worden opgelegd aan te sluiten op de openbare riolering.

Aspecten met betrekking tot groen.

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de groendienst, zij gaven een voorwaardelijk gunstig advies. De voorwaarden betreffen de bescherming van het bestaande bomenareaal, en worden mee opgenomen in de vergunning.

De aanvraag bevat geen boscompensatievoorstel,echter kan worden vastgesteld dat zeker op de locatie van parking P2 bomen voorkomen. Gezien het te grote aantal parkeerplaatsen, wordt P2 uitgesloten uit de vergunning.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie meldt dat de uitbating conform moet zijn aan de (eventuele) evenementen- en horecavergunning. Het organiseren van nachtelijke activiteiten is uitgesloten gelet op de locatie aan het water: water geleidt geluid zeer goed. De potentiële overlast zou vrij ver kunnen reiken. Duidelijke communicatie met de omgeving wordt geadviseerd. Uit navraag blijkt dat er momenteel geen correcte horecavergunning aanwezig is (drankvergunning en dergelijke) - dit moet aangevraagd worden.

Met betrekking tot toegankelijkheid dient opgemerkt dat aan alle inrichtingselementen een verlaagd gedeelte dient te worden voorzien, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid. Dit zal in voorwaarde worden opgelegd.

Verder is het onduidelijk hoe het pasverschil van 10 cm zal worden overbrugd. Conform art. 18 van de verordening dient er helling voorzien te worden. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan, in voorwaarde zal worden opgelegd hellingen te voorzien aan alle niveauverschillen conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

De bijgevoegde conceptnota vermeldt dat het paviljoen in de zomer  voornamelijk dienst doen als strandbar terwijl in de wintermaanden de binnenruimtes als expositieruimte en degergelijke gebruikt kunnen worden. Het is echter onduidelijk welke binnenruimten hier bedoeld worden. De enige op het plan aanwezige binnenruimten zijn het sanitair, de afvalberging, de keuken en de frigo. Geen van deze ruimten heeft de kwaliteit om gebruikt te worden als expositieruimten. Deze functie zal hierdoor uitgesloten worden van vergunning.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  • De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • er mogen maar 50 nuttige autostaanplaatsen gerealiseerd worden, deze dienen voorzien te worden aan parking P1, zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan;
  • de vergunde parking dient te worden uitgevoerd in grindgazon met duidelijke signalisatie van de randen;
  • er dient (proefondervindelijk) onderzocht of er door de reductie van het aantal parkeerplaatsen meer fietsenstallingen dienen voorzien te worden. In geval het noodzakelijk blijkt extra fietsstalling te voorzien, moet deze voorzien worden in het verlengde van de huidige 200 plaatsen;
  • het laden en lossen dient op eigen terrein te gebeuren;
  • het geluidsniveau van eventueel eletronisch versterkte muziek mag niet luider zijn dan 85 dB (gemeten als LAeq,15min);
  • de nutsvoorzieningen (elektriciteit) dienen aangesloten te worden op de openbare wegenis op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie, middels een ondergrondse leidingenverloop;
  • de riolering dient, conform de bepalingen in de bouwcode, aangesloten te worden op de openbare riolering op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie, middels een ondergrondse leidingenverloop;
  • de wanden dienen bekleed te worden met houten latwerk, conform de overige met houten latwerk bekleedde wanden;
  • bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
    • in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom  onaanvaardbaar moeten  beschadigd worden, noch nu, noch in de  toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
      • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
      • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale  wortelpakket moet verwijderd worden;
      • de boom drastisch te snoeien. ( dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).
    • als er werken (zowel  bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
      • er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie  + 2m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)
      • er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;
  • naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
  • om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;
  • er dient een evenementen- en horecavergunning (drankvergunning) te worden aangevraagd en nageleefd;
  • het organiseren van nachtelijke activiteiten is uitgesloten;
  • de aanwezige pasverschillen groter dan 2 cm dienen door een helling, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid, overbrugd te worden;
  • alle inrichtingselementen dienen conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid van een verlaagd gedeelte te worden voorzien.

Uitsluitingen

  • Het gebruik van de binnenruimten als expositieruimten.
  • Parking P2 en 20 parkeerplaatsen van parking P1.
  • De stroomgeneratoren.

Geldigheidsduur

  • de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen, conform art.1.1.4 van het BPA, niet langer dan vijf jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

5 juli 2018

Start openbaar onderzoek

11 juli 2018

Einde openbaar onderzoek

9 augustus 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 oktober 2018

Verslag GOA

10 oktober 2018

naam GOA

Karel Bauwens

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag GOA en voegt een bijkomende argumentatie toe.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  • de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
  • de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • de vergunde parking dient te worden uitgevoerd in grindgazon met duidelijke signalisatie van de randen om wildparkeren tegen te gaan; Indien de bestaande ondergrond voldoende draagkrachtig is en bestand tegen de parkeerbewegingen, mag een uitbating op bestaande overharde ruimte ook. Indien zones te veel sluit kennen dient een aanleg in Grindgazon voor circulatie en parkeerplaatsen voorzien te worden;
  • Het valt aan te bevelen om beiden parkings gedeeld te gebruiken door alle functies rondom het insteekdok;
  • Parking P1 (70 plaatsen) volledig aan te leggen conform plan;
  • Parking P2 aan te leggen zodoende bestaande bomen behouden blijven. Hiervoor is indicaties in rood op het plan aangeduid wat dit betekend naar aangepaste inplanting. Dit op basis van de beschikbare info die voorhanden was. Bij de aangepaste inplanting mogen geen bomen gekapt worden. Het aantal parkeerplaatsen is dus afhankelijk van de bomen ter plaatse.
  • Als tijdens de uitbating blijkt dat de 200 fietsstallingen volledig gebruikt worden dient er extra fietsstalling bijgeplaatst te worden in het verlengde van de 200 stallingen;
  • het laden en lossen dient op eigen terrein te gebeuren;
  • het geluidsniveau van eventueel eletronisch versterkte muziek mag niet luider zijn dan 85 dB (gemeten als LAeq,15min);
  • de nutsvoorzieningen (elektriciteit) dienen aangesloten te worden op de openbare wegenis op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie, middels een ondergrondse leidingenverloop op publiek domein. Op privaat domein bij voorkeur ondergronds;
  • de riolering dient, conform de bepalingen in de bouwcode, aangesloten te worden op de openbare riolering op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie, middels een ondergrondse leidingenverloop op publiek domein. Op privaat domein bij voorkeur ondergronds;
  • De bestaande gevels in zwart gelakt staal en houten latwerk kunnen behouden blijven. De overige gevels, zoals bv de achtergevel tegen de snelweg, dient minimaal in zwart geschilderd te worden. Bijkomend bekleden met hetzelfde houten latwerk als de andere gevels is toegestaan;
  • bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
    • in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom  onaanvaardbaar moeten  beschadigd worden, noch nu, noch in de  toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
      • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
      • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale  wortelpakket moet verwijderd worden;
      • de boom drastisch te snoeien (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm);
    • als er werken (zowel  bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
      • er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie  + 2m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)
      • er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
  • naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
  • om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;
  • er dient een evenementen- en horecavergunning (drankvergunning) te worden aangevraagd en nageleefd;
  • het organiseren van nachtelijke activiteiten is uitgesloten;
  • de aanwezige pasverschillen groter dan 2 cm dienen door een helling, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid, overbrugd te worden;
  • alle inrichtingselementen dienen conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid van een verlaagd gedeelte te worden voorzien.

Uitsluitingen

  • Het gebruik van de binnenruimten als expositieruimten.
  • De stroomgeneratoren.

Geldigheidsduur

  • de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen, conform art.1.1.4 van het BPA, niet langer dan vijf jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.