Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018117434 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
cvba Fluvius System Operator met als adres Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle |
Ligging van het project: |
Harold Rosherstraat/Boombekelaan/Fodderiestraat/Cockerillplaats/Hertoglei/Jozef Leemanslaan zn te 2660 Hoboken-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 37 sectie A nrs. 378E, 383/2 C, 384V, sectie C nrs. 28B, 30H, 102E, 102D, 104H, 113C, 115F, 123S3 en 180/2 |
Inrichtingsnummer: |
20180928-0043 (Infrax warmtenet traject 5) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
aanleggen en exploiteren van een warmtenet (traject 5 en onderboring voor traject 6) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis.
Laatst vergunde toestand
- niet van toepassing.
Bestaande toestand
- de rijbanen uitgevoerd in asfaltverharding.
Inhoud van de aanvraag
- het volledige project heeft als doel de restwarmte die vrijkomt van de afvalverbrandingsoven ISVAG te Wilrijk naar de wijk Nieuw Zuid te brengen, om daar de woningen te verwarmen;
- aanleggen van een ondergronds warmtetransportnet met diameter DN400 (buitendiameter 630 millimeter – aanvoer/retour) en een wachtbuis voor telecommunicatie;
- het warmtenet (traject 5) is 1027 meter lang en is voor 974 meter onder het openbaar domein voorzien;
- he project bestaat uit de aanleg van een ondergronds warmtenet;
- de buizen krijgen een isolatielaag van 105,2 millimeter dik en een bescherming van 6,6 millimeter in Polyetheen;
- het traject 5 start in het begin van de Jozef Leemanslaan net voor de Kapelstraat;
- de Kapelstraat wordt gekruist door middel van een onderboring;
- vervolgens de Cockerillplaats te volgen langs de sporen tot aan de Hertoglei;
- net voor de fietserstunnel aan de Boombekelaan steekt het warmtenet de sporen onderdoor om dan uit te komen op de Harold Rosherstraat;
- door middel van een onderboring eindigt het dit traject op het plein naast de Harold Rosherstraat.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
3 m³/uur |
53.2.2°a) |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld. |
2.800 m³/jaar |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
INFRABEL |
25 oktober 2018 |
14 november 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
23 oktober 2018 |
13 november 2018 |
Gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht |
23 oktober 2018 |
7 december 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
4 december 2018 |
4 december 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
23 oktober 2018 |
24 oktober 2018 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
23 oktober 2018 |
5 november 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Scanfil, goedgekeurd op 12 juli 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: zone voor publiek domein-art. 6, zone voor groen-art. 3-buurtpark en zone voor publiek domein-art. 6.
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Bufferzone Hoboken, goedgekeurd op 13 maart 2014. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: zone voor publiek domein-art. 6, zone voor groen-art. 3-buurtpark en zone voor publiek domein-art. 6.
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd
De archeologienota werd bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 6 november 2017.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het project heeft als doel een warmtenet aan te leggen om restwarmte van de afvalverbrandingscentrale ISVAG (Wilrijk) naar de wijk Nieuw Zuid te brengen, om daar de woningen te verwarmen. Het net loopt ondergronds en heeft een beperkte diameter: 630 mm, aanvoer/retour. De aanvraag omvat de aanleg van een warmtenet ter hoogte van van de Jozef Leemanslaan, de Cockerillplaats, de Hertoglei, de Boombekelaan en de Herald
Rosherstraat .
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte. De werken situeren zich hoofdzakelijk onder de grond. Na uitvoering van de werken wordt hier dan ook geen mobiliteitshinder verwacht.
Visueel-vormelijke elementen
Het maaiveld wordt grotendeels hersteld naar bestaande toestand waardoor het warmtenet bovengronds niet waarneembaar zal zijn na uitvoering. Gezien de werken gelegen zijn op openbaar domein werd het dossier ter advies aan de stedelijke dienst Ontwerp en Uitvoering voorgelegd. Hun advies luidt als volgt:
“De aanvrager zal de werken over het hele tracé af stemmen op de geplande werken van de Stad Antwerpen.
Het grootste deel is op het openbaar domein gelegen:
- de bestaande bomen zijn te behouden en er mag niet gewerkt worden in de wortelzone,
- het warmtenet zal maximaal onder de fietspaden komen te liggen.
Deze aanvraag vereist aanpassingen aan het openbaar domein.
Enerzijds zal de opgebroken wegenis worden hersteld naar de oorspronkelijke toestand.
Hiervoor heeft de stad een duidelijke procedure. De bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, Postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07,
herstellingopenbareruimte@stad.antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en aanleg openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op:
https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken
Anderzijds dient er voor het deel tussen de Kapelstraat en de fietserstunnel aan de Boombekelaan (het warmtenet komt onder het fietspad), afgestemd te worden met project het project SWOU11577, fietspad Hertoglei - flankerende maatregelen - masterplan 2020 van de stad Antwerpen. De bouwheer zal contact opnemen met de projectleider hiervan, de dienst SW/O&U stadsontwikkeling, ontwerp en uitvoering.”
Het advies zal als voorwaarden worden opgenomen in de vergunning.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien de werken vallen binnen de drempelwaarden voor de verplichte opmaak van een archeologienota, werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst archeologie:
“Het projectgebied bevindt zich niet binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is groter dan 3000 m² (ca. 12 641 m² lengte en ca. 2 m breed) en de ingreep groter dan 1000 m² (idem). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor de opmaak van een archeologienota verplicht.
De bouwheer blijft verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4.”
Ook dit advies zal als voorwaarden worden opgenomen in de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De Vlaamse Milieumaatschappij geeft een gunstig advies voor de voorgestelde bemaling horend bij de aangevraagde werken op voorwaarde strikt worden nageleefd zoals opgenomen in het extern advies. In het kader van voorliggende aanvraag werd tevens advies gevraagd aan Infrabel. Het advies is gunstig, mits de algemene voorwaarden met betrekking tot bouwaanvragen en veiligheidsvoorwaarden strikt worden nageleefd. Deze algemene voorwaarden worden gekoppeld aan de vergunning.
Tot slot werd er ook advies gevraagd aan de verkeerspolitie, ook deze adviesinstantie bracht een gunstig advies uit. Gelet op voorgaande argumentatie komt de aanleg van het warmtenet in aanmerking voor vergunning mits het respecteren van de voorwaarden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het project kadert in de aanleg van een warmwaterleiding die de restwarmte afkomstig van de nieuw te bouwen afvalverbrandingsoven zal vervoeren naar -in eerste instantie- de wijk Nieuw Zuid. Het warmtenet bestaat uit twee stalen buizen (diameter DN400), voorzien van een isolatielaag van 10,5 cm en een polyethyleen bescherming van 6,6 mm. Het voorliggende tracé is 1.027 meter lang en volgt hoofzakelijk de bestaande wegenis. De aanleg gebeurt veelal in open sleuf, met uitzondering van enkele kruisingen van drukke wegen en spoorwegen.
Traject 5 start in de Jozef Leemanslaan, zo’n 100 meter ten zuiden van de Kapelstraat. Deze wordt gekruist met een gestuurde boring tot op de Cockerillplaats, waarna het tracé verder loopt ter hoogte van het fietspad langs de sporen tot aan de Hertoglei. Net voor de fietstunnel aan de Boombekelaan steekt het warmtenet de sporen over via een gestuurde boring tot aan het plein naast de Harold Rosherstraat en de Scheldelei.
Om in den droge te kunnen werken zal tijdelijk een bemaling uitgevoerd worden van het grondwater. Over de lengte van het tracé bevindt het grondwaterniveau zich gemiddeld op 1 m-mv. De Boomse klei bevindt zich hier al op 2 m-mv. De sleufbodem ligt op 2,13 m-mv; er zal bemaald worden tot 0,5 meter onder de sleufbodem, tot op een diepte van 2,63 m-mv. Om deze verlaging te realiseren over een lengte van 630 meter zal een debiet van 1,6 m³/uur onttrokken worden bij de opstart en 1,3 m³/uur tijdens instandhouding. De invloedstraal van de bemaling is 30 meter. Rekening houdend met een bemalingsperiode van 78 dagen zal een totaal debiet van 2.372 m³ onttrokken worden.
Voor de kruising van de spoorweg wordt een doorpersing voorzien, die wordt verwezenlijkt door een pers- en opvangput van 4,7 m-mv. Er wordt een halve meter dieper dan de constructie bemaald, dat is 5,2 m-mv. De put wordt uitgevoerd met een soil-mix wand tot in de Boomse klei. Om deze verlaging te verwezenlijken zal een debiet van 0,8 m³/uur onttrokken worden bij opstart en 0,6 m³/uur bij instandhouding. Dit levert een maximaal dagdebiet van 19,7 m³/dag bij opstart en 15,1 m³/dag bij instandhouding. De bemaling voor de pers- en ontvangput zal een tiental dagen in beslag nemen (totaal debiet van 152 m³).
Voor het totale project wordt dus maximaal 2.524 m³ grondwater opgepompt. Het maximale debiet per dag is 39,5 m³.
Binnen de invloedstraal van de bemaling bevinden zich verontreinigingen met zware metalen en VOCl’s. De verwachte verontreiniging van het grondwater met metalen zou gerelateerd zijn aan de verontreiniging met zware metalen door Union Minière (huidige Umicore) ter hoogte van de wijken Hertogvelden en Moretusburg. De exploitant vraagt lozingsnormen aan, zich baserend op de metingen uit de dichtstbijzijnde peilbuis op circa 55 meter van de bemalingsstreng. Deze peilbuis bevindt zich weliswaar buiten de invloedssfeer van de bemaling, maar er wordt uitgegaan van gelijkaardige concentraties in de omgeving van het project.
De analyseresultaten van het grondwater uit de peilbuis dateren van 1995. Het is mogelijk dat deze niet langer de huidige situatie weerspiegelen. De kwaliteit van het opgepompte water wordt door de exploitant echter gecontroleerd bij opstart van de bemaling. De voorgestelde lozingsnormen met betrekking tot zware metalen werden in overleg met de VMM gevraagd voor 10 x het indelingscriterium:
Arseen |
50 µg/l |
Nikkel |
300 µg/l |
Cadmium |
8 µg/l |
Seleen |
30 µg/l |
Zink |
2.000 µg/l |
Daarnaast bleef er na een bodemsanering ter hoogte van de voormalige site van Alcatel Bell een restverontreiniging aanwezig met trichlooretheen en dichlooretheen. De maximale teruggevonden concentraties bedragen respectievelijk 12 µg/l en 30 µg/l. Hiervoor worden lozingsnormen van 20 µg/l (2x IC) en 30 µg/l (3x IC) gevraagd.
De exploitant stelt ter opvolging van de kwaliteit van het geloosde afvalwater een monitoringsplan voor met volgende staalname momenten:
- Na plaatsing en opstart van de bemaling;
- Twee dagen na plaatsing en opstart van de bemaling;
- Eén week na plaatsing en opstart van de bemaling;
- Verdere wekelijkse controle gedurende 1ste maand na plaatsing en opstart van de bemaling;
- Vanaf de 2de maand, maandelijkse controle.
De frequentie gaat uit van gunstige resultaten. Bij overschrijdingen van de lozingsnormen, worden passende maatregelen genomen (stilleggen bemaling, plaatsen waterzuivering).
De bemaling zal worden ingesteld per zone die in één keer opengelegd wordt. Het tracé wordt hierbij ingedeeld in zones van 200 meter. Per zone zal de duurtijd van de bemaling drie weken bedragen.
De pompinstallatie voor de bemaling zal mogelijk tijdelijk voor geluidoverlast zorgen. Bij de opstelling zal maximaal rekening gehouden worden met de risico’s en indien nodig zal met een bijkomend geluidswerend scherm gewerkt worden.
In de directe omgeving van de bemaling bevinden zich woningen ter hoogte van de Cockerillplaats en de Louisalei. Mogelijke overlast is tijdelijk van aard en kan beperkt worden mits oordeelkundige plaatsing van de pompinstallatie.
Het voorliggende project gaat over een deeltracé van het warmtenet dat niet gelegen is of grenst aan Habitat-, Natura2000 of VEN-gebied. Delen van de aan te leggen warmwaterleiding situeren zich wel in of in de nabijheid van speciale beschermingszones. De exploitant liet daarom een natuurtoets en passende beoordeling opmaken door een erkend deskundige. Net voordat de Jozef Leemanslaan uitkomt op de Kapelstraat wordt volgens de Biologische Waarderingskaart een biologisch waardevolle loofhoutaanplant gekruist. In werkelijkheid gaat het om aangeplante esdoorns die de scheiding vormen tussen fietspad en rijweg. Tijdens de aanlegfase zullen deze gerooid worden, waarna nieuwe bomen aangeplant zullen worden. Hierdoor vallen geen blijvende negatieve effecten te verwachten.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde voorwaarden van de Vlaamse Milieumaatschappij strikt na te leven;
2. Voor de herstelling van het openbaar domein naar de oorspronkelijke toestand dient de bouwheer contact op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, Postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@stad.antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en aanleg openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op:
https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken;
3. Voor het deel tussen de Kapelstraat en de fietserstunnel aan de Boombekelaan (het warmtenet komt onder het fietspad), dienen de wijzigingen afgestemd te worden met project SWOU11577, fietspad Hertoglei - flankerende maatregelen - masterplan 2020 van de stad Antwerpen. De bouwheer zal contact opnemen met de projectleider hiervan, de dienst SW/O&U stadsontwikkeling, ontwerp en uitvoering;
4. De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).
5. In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van bomen onaanvaardbaar worden beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
* het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
* graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
* de boom drastisch te snoeien. (d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).
Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.
De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
* Er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 m.
In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)
* Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt.
Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .
Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden wordt het risico op en de mate van hinder als aanvaardbaar beoordeeld, mede door het tijdelijke karakter ervan. De gevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten worden gunstig geadviseerd voor een periode van maximaal twee jaar en een totaal opgepompt grondwaterdebiet van 2.800 m³/jaar.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
3 m³/uur |
53.2.2°a) |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld. |
2.800 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Voor onderstaande gevaarlijke producten wordt een afwijking toegestaan op de algemene lozingsvoorwaarden:
|
||||||||||||||||||||||||
2. |
De resultaten van de analyses opgenomen in het monitoringsplan worden bij beschikbaarheid overgemaakt aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van OMV_2018117434). |
||||||||||||||||||||||||
3. |
De bestaande bomen die verdwijnen, dienen in de omgeving gecompenseerd te worden in overleg met de stedelijke diensten Ontwerp&Uitvoering en Groen&Begraafplaatsen. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
2 oktober 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
23 oktober 2018 |
Start openbaar onderzoek |
31 oktober 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
29 november 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 februari 2019 |
Verslag GOA |
24 januari 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens en Brenda Dierckx |
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
31 oktober 2018 |
29 november 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde voorwaarden van deVlaamse Milieumaatschappij strikt na te leven;
2. Voor de herstelling van het openbaar domein naar de oorspronkelijke toestand dient de bouwheer contact op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, Postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@stad.antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en aanleg openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken;
3. Voor het deel tussen de Kapelstraat en de fietserstunnel aan de Boombekelaan (het warmtenet komt onder het fietspad), dienen de wijzigingen afgestemd te worden met project SWOU11577, fietspad Hertoglei - flankerende maatregelen - masterplan 2020 van de stad Antwerpen. De bouwheer zal contact opnemen met de projectleider hiervan, de dienst SW/O&U stadsontwikkeling, ontwerp en uitvoering;
4. De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).
5. In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van bomen onaanvaardbaar worden beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
* het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
* graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
* de boom drastisch te snoeien. (d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).
Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.
De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
* Er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 m.
In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)
* Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt.
Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .
Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Voor onderstaande gevaarlijke producten wordt een afwijking toegestaan op de algemene lozingsvoorwaarden:
|
||||||||||||||||||||||||
2. |
De resultaten van de analyses opgenomen in het monitoringsplan worden bij beschikbaarheid overgemaakt aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van OMV_2018117434). |
||||||||||||||||||||||||
3. |
De bestaande bomen die verdwijnen, dienen in de omgeving gecompenseerd te worden in overleg met de stedelijke diensten Ontwerp&Uitvoering en Groen&Begraafplaatsen. |
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
3 m³/uur |
53.2.2°a) |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld. |
2.800 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 25 januari 2019 en eindigt op 25 januari 2021, voor wat de ingedeelde inrichting of activiteiten betreft.