Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018138086 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA THE BEAR COMPANY met als adres Kasteleinsstraat 2A bus 1 te 9150 Kruibeke |
Ligging van het project: |
Provinciestraat 46 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 8sectie H nr. 1050M7 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning met nevenfunctie naar een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis (Provinciestraat 44/46)
- 01/06/1962: vergunning (18#60756) voor een woning;
- 15/02/1963: vergunning (18#44820) voor een verbouwing;
- 18/01/1980: vergunning (18#43963) voor een gevelverbouwing.
Laatst vergunde toestand
- eengezinswoning (met complementaire nevenfunctie op het gelijkvloers) van drie bouwlagen onder zadeldak;
- het volume heeft een gevelbreedte van 10m en een kroonlijsthoogte van 11m;
- de plattegrond situeert:
- de voorgevel werd opgetrokken in licht beige geglazuurde steen en lichte natuursteen. Plint in blauwe hardsteen. Het schrijnwerk werd voorzien in staal.
Bestaande toestand
- de gelijkvloerse verdieping werd omgevormd tot een appartement;
- de twee garages werden omgevormd tot bureauruimte en slaapkamer. De studio werd opgedeeld in keuken en leefruimte;
- een deel van de traphal werd omgevormd tot een nachthal van het appartement;
- de buitentrap tussen de eerste verdieping en de tuin werd verplaatst tot tegen de rechterperceelgrens;
- er werd achteraan een veranda tussen de linkerperceelgrens en de buitentrap geplaatst en heeft een diepte van 4m en een hoogte van 2,6m.
- onduidelijkheid over de functie van de verdiepingen.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van een verbouwing van een eengezinswoning met een complementaire nevenfunctie (bruto-oppervlakte: 309,6m²) naar een meergezinswoning;
- (her)inrichten van een eenslaapkamerappartement op de gelijkvloerse verdieping;
- regulariseren van een uitbreiding onder de vorm van een veranda;
- verwijderen van de trap tussen de tuin en het terras van de eerste verdieping en verbouwen naar een berging;
- de bureauruimte (aan de linkerzijde van de inkomdeur) wordt terug omgevormd tot garage;
- aanpassen van de inkomhal;
- het nieuwe schrijnwerk wordt voorzien in aluminium.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Fluvius |
7 december 2018 |
10 december 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
7 december 2018 |
7 januari 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
7 december 2018 |
14 december 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
7 december 2018 |
10 december 2018 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
7 december 2018 |
7 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
de leefruimte en keuken hebben geen rechtstreekse lichtinval en luchttoevoer.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op de plannen toegevoegd aan de aanvraag staat enkel een de bestaande toestand met enkele wijzigingen in nieuwe toestand. Hierdoor lijkt men enkel intern enkele aanpassingen te doen en een garage toe te voegen in plaats van de wijzigingen tegenover de laatst vergunde toestand aan te duiden.
Ook het bestaande volume is niet hetzelfde als de laatst vergunde toestand. De veranda is zonder vergunning toegevoegd. Verder is het appartement op het gelijkvloers reeds voorzien, maar niet vergund. In laatst vergunde toestand is dit een eengezinswoning. Uit deze aanvraag is het niet duidelijk of er op de verdiepingen ook wijzigingen zijn gebeurd tegenover de laatst vergunde toestand. Deze maken geen deel uit van deze aanvraag.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De laatst vergunde toestand is een eengezinswoning met 2 garages. In de bestaande toestand zijn er 2 appartementen en geen garages.
Na verbouwing zullen er 2 appartementen zijn met 1 garage. Tov de laatst vergunde toestand komt er dus een wooneenheid bij, en verdwijnt er 1 garage.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1
1 bijkomende wooneenheid ? parkeerbehoefte = 1
Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.
De werkelijke parkeerbehoefte van de verbouwing is 2. |
De plannen voorzien in 0 nuttige bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
De gevelbreedte is 10 meter en in laatst vergunde toestand een volledig gesloten gevel door de aanwezigheid van 2 garagepoorten.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.
|
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het volume van de niet-vergunde veranda kan geregulariseerd worden. De tuin blijft nog voldoende ruim. Bovendien is de bouwdiepte van 18 meter op begane grond in deze omgeving geen uitzondering, mits er voldoende open ruimte overblijft. De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen.
Visueel-vormelijke elementen
Door het wegnemen van een garageplaats tegenover de laatst vergunde toestand wordt de gevel levendiger gemaakt dan laatst vergunde toestand waar beiden garagepoorten nog aanwezig waren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het nieuwe appartement op het gelijkvloers voldoet niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot door het buitenschrijnwerk in de vroegere buitenmuur. De veranda bestaat uit een lagere volume ten opzichte van de bestaande achterbouw waardoor er onvoldoende lichtinval gegarandeerd kan worden in de leefruimte. Zelfs het openbreken van het schrijnwerk tussen de leefruimtes en de veranda zal de leef kwaliteit van de leefruimtes niet vergroten.
De foto’s bijgevoegd bij de aanvraag tonen aan dat de keuken/leefruimte steeds van kunstlicht moet voorzien worden, om voldoende licht te zijn. Dit is niet aanvaardbaar. Een andere oplossing zal gezocht moeten worden.
Met de opbouw van de huidige veranda kan ook de vraag gesteld worden of dit volume duurzaam geconstrueerd is om te voldoen aan de isolatie-eisen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van onvoldoende leefkwaliteit door te weinig lichtinval waardoor het opdelen van de eengezinswoning niet kwalitatief beschouwd kan worden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 november 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
7 december 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 februari 2019 |
Verslag GOA |
24 januari 2019 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.