Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018138376 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Serguei Gretchman met als adres Kardinaal Mercierlei 5 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Gitschotellei 204 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 26sectie B nr. 903R8 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
wijzigen van de functie van het gelijkvloers en een bijkomende dakverdieping met 1 appartement |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/03/2018: vergunning (20173007) voor het verbouwen van een handelspand naar 4 appartementen;
- 08/11/1932: vergunning (1399#13552) voor het bouwen van een winkelhuis.
Laatst vergunde toestand
- hoekpand in gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder een plat dak;
- elke verdieping wordt ingericht als een appartement;
- de dubbele houten vleugeldeur in de kopgevel te behouden;
- terugplaatsen/behouden van het buitenschrijnwerk in de straatgevels (ramen en deuren) volgens het plan uit 1932: indeling, materiaal (hout) en vormgeving;
- de tegels op de voorgevel van de gelijkvloerse verdieping moeten worden behouden en hersteld waar nodig;
- uitgesloten van vergunning: woonuitbreiding boven de kroonlijst (appartement 4) en witte pvc schrijnwerk.
Bestaande toestand
- conform laatst vergunde toestand;
- gelijkvloerse leegstaande handelsruimte werd nog niet verbouwd.
Inhoud van de aanvraag
- functiewijziging: de gelijkvloerse handelsruimte blijft handelsruimte en wordt niet gewijzigd naar een woongelegenheid conform vergunning 20173007;
- voorzien van een bijkomende dakverdieping met een bijkomende woongelegenheid (een 1 slaapkamerappartement van circa 69m²);
- het dakvolume wordt opgetrokken met volledig beglaasde gevels aan de straatzijde.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
7 december 2018 |
17 december 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
7 december 2018 |
19 december 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
7 december 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
7 december 2018 |
7 december 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
7 december 2018 |
19 december 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
7 december 2018 |
14 december 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
7 december 2018 |
17 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Gezien de gelijkvloerse functiewijziging van wonen naar handel werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing – business en innovatie. Deze dienst apprecieert het herinrichten van een commercieel gelijkvloers op de hoek van de Gitschotellei, afgebakend kernwinkelgebied. Door de herinrichting optimaliseert men het commercieel gelijkvloers – een grotere en meer open handelsruimte zal het volledige pand en het kernwinkelgebied ten goede komen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Door het uitbreiden van het woonprogramma met 1 woonentiteit wordt de draagkracht van de site niet overschreden. De uitvoering van de daklaag is ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Het pand is karakteristiek voor de interbellumarchitectuur door zijn volume/schaal en buitenarchitectuur. De daklaag wordt als een volledig beglaasde gevel uitgevoerd waardoor het eerder een ondergeschikte rol krijgt en de visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten van de bestaande voorgevel op de voorgrond blijven.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft de uitbreiding met 1 wooneenheid. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van een appartement op de bovenverdieping. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een hoekpand met een perceelsbreedte aan de ene zijde van 6,01 m, aan de andere zijde 11,16m. In de gevel van de langste zijde is al een garagepoort voorzien voor 1 wagen. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is nog een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.’
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsvoorzieningen: Er dienen voor dit project 2 fietsstalplaatsen voorzien te worden. Deze worden ingericht in de garage maar zijn moeilijk toegankelijk. Als voorwaarde bij de vergunning zal worden opgenomen dat de fietsenberging moet voldoen aan de inrichtingsprincipes zoals opgenomen in artikel 29 van de bouwcode. Een duidelijke strook voor de fietsers voorbehouden moet de toegankelijkheid vergroten.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
In toepassing van artikel 27 van de bouwcode dient de open ruimte op het perceel bij een functiewijziging minimaal 20% van de perceelsoppervlakte te bedragen. De bestaande open ruimte heeft een oppervlakte van 6 m². Het betreft hier echter een niet kwaliteitsvolle open ruimte bij een bestaand pand op een hoekperceel. Voor het supprimeren van de open ruimte kan volgens artikel 3 van de bouwcode in alle redelijkheid een afwijking toegestaan worden op artikel 27.
De aanvraag wijkt af van artikel 40 en 43van de bouwcode maar daar de werken van een eventuele voorwaarde niet in verhouding staat met de aangevraagde werken is een afwijking aanvaardbaar.
De aanvraag wijkt af van artikel 18 en 22 van de verordening toegankelijkheid.
Zo bevindt de toegang van de handelsruimte zich op een hoogte van meer dan 18 cm en dient de dubbele toegangsdeur tot de winkel te bestaan uit deuren met een minimale breedte van 90 cm. Vermits er geen werken aan de gevel gepland zijn en het behoud van de dubbele vleugeldeur als voorwaarde opgenomen werd in de vorige vergunning kan volgens artikel 33 een afwijking op bovenstaande toegestaan worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de kitchenette van de winkel niet voor langdurig verblijf te gebruiken;
3. mechanische verluchting te voorzien voor verblijfsruimtes in de daklaag zodat kan worden voldaan aan artikel 24 van de bouwcode;
4. een afvalberging te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode;
5. een groendak te voorzien conform artikel 38 van de bouwcode;
6. de fietsenberging moet voldoen aan de inrichtingsprincipes zoals opgenomen in artikel 29 van de bouwcode. Een duidelijke strook voor de fietsers voorbehouden moet de toegankelijkheid vergroten.
7. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
19 november 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
7 december 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 februari 2019 |
Verslag GOA |
17 januari 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Vermindering rendement zonnepanelen: het bezwaar dat door de realisatie van het project rechtstreeks zonlicht wordt weggenomen op de zonnepanelen van de bezwaarindiener, waardoor de opbrengst van deze panelen drastisch zakt;
Beoordeling:
Het is correct dat het geplande project hoger reikt dan de kroonlijst van de aanpalende woning, waardoor het niet uitgesloten is dat rechtstreeks zonlicht weggenomen wordt van de zonnepanelen gedurende een moment van de dag. Toch is er geen sluitend verband tussen de wegname van zonlicht en de financiële gevolgen aangetoond. De bouwhoogte in voorliggend project is inpasbaar in het straatbeeld en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. Het bezwaar is ongegrond.
Hinder door de werken: Het bezwaar tegen hinder tijdens de uitvoer van de werken die al geruime tijd duren;
Beoordeling:
De realisatie van elk bouwproject veroorzaakt een zekere overlast naar zijn omgeving. Dit is een noodzakelijk kwaad met een tijdelijke dimensie, die bovendien politioneel is geregeld. Dit aspect vormt geen beletsel om de aanvraag te weigeren.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de kitchenette van de winkel niet voor langdurig verblijf te gebruiken;
3. mechanische verluchting te voorzien voor verblijfsruimtes in de daklaag zodat kan worden voldaan aan artikel 24 van de bouwcode;
4. een afvalberging te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode;
5. een groendak te voorzien conform artikel 38 van de bouwcode;
6. de fietsenberging moet voldoen aan de inrichtingsprincipes zoals opgenomen in artikel 29 van de bouwcode. Een duidelijke strook voor de fietsers voorbehouden moet de toegankelijkheid vergroten.
7. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.