Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018110922 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Philip Rijsheuvels met als adres Bevrijdingslei 6 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: |
Sint-Jansplein 8-9 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7sectie G nr. 196W3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
opsplitsen van een appartement in twee appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/01/1962: vergunning (18#43362) voor de bouw van een flatgebouw;
- 23/10/2009: vergunning (3264#582) voor het verbouwen en uitbreiden van een appartement.
Laatst vergunde toestand
- appartement met 4 slaapkamers en een bureel van 203m² op de eerste verdieping van een appartementsblok met 5 verdiepingen.
Bestaande toestand
- conform de laatst vergunde toestand.
Inhoud van de aanvraag
- appartement 1a beslaat 108m² en voorziet 3 slaapkamers met buitenruimte van ca.18m²;
- appartement 1b beslaat 95m² en voorziet één slaapkamer met buitenruimte van ca.17,5m²;
- interne niet-constructieve wijzigingen;
- de gemeenschappelijke trappenhal blijft ongewijzigd;
- de gevels blijven ongewijzigd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
4 januari 2019 |
30 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
4 januari 2019 |
4 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
4 januari 2019 |
15 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk - binnengebied, artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 2 zone voor detailhandel - (de).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume en beogen enkel een aanpassing van het aantal woongelegenheden (+ 1 wooneenheid). Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het programma zoals voorgesteld. Door het uitbreiden van het woonprogramma met 1 woonentiteit wordt de draagkracht van de site niet overschreden. Voorliggende aanvraag is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Bij het ontwerpen van woningen zijn een evenwichtige ruimteverdeling en optimale afmetingen een must gezien deze een grote impact hebben op het wooncomfort. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het dus belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.
Op een oppervlakte kleiner dan 110m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een drie slaapkamer appartement. Deze oppervlakte (vanaf 80m²) kan hoogstens een twee slaapkamer appartement herbergen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 1 bijkomend appartement. De appartementen op de bovenliggende verdiepingen blijven ongewijzigd. 1 bijkomend appartement > 90m² met parkeernorm 1.35 1 x 1.35 = 1.35 1 De werkelijke parkeerbehoefte van de uitbreiding is 1
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit perceel betreft een bestaand appartementsgebouw, waar het niet mogelijk nieuwe parkeerplaatsen te creëren. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor een bijkomend appartement met 1 slaapkamer moeten 2 fietsenstallingen voorzien worden conform de bouwcode.
Daar het aantal slaapkamers niet verhoogd en 1 slaapkamer wordt omgevormd tot ‘masterbedroom’ zal in voorwaarde slechts 1 fietsenstalling worden opgelegd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het drie slaapkamer appartement te voorzien als een twee slaapkamer appartement;
3. 1 fietsenstalling te voorzien op de begane grond of de kelder conform artikel 29 van de bouwcode.
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Standpunt college
Het College sluit zich grotendeels aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
De aanvraag betreft het opsplitsen van een appartement in twee appartementen.
De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert evenwel in voorwaarde 2 om het drieslaapkamerappartement – op de plannenaangeduid als appartement 1a – te voorzien als een tweeslaapkamerappartement.
Deze voorwaarde is ingegeven vanuit de idee dat deze woning qua oppervlakte (in NVO) te klein is voor het gebruik als een
drieslaapkamerappartement. De oppervlakte is 108 m² waar een minimum oppervlakte voor drieslaapkamerappartementen van
110 m² als regel wordt gehanteerd om voldoende ruimtecomfort te verkrijgen en de vereiste woonkwaliteit te realiseren.
De afwijking is echter zeer beperkt en mits het voldoen aan de andere gestelde voorwaarden is het project in zijn geheel als zeer
kwalitatief te beschouwen met voldoende buitenruimte. In het bijzonder heeft het desbetreffende drieslaapkamerappartement een
relatief grote private buitenruimte waardoor een beperkte afwijking gerechtvaardigd is.
In het licht hiervan kan appartement 1a behouden blijven als een drieslaapkamerappartement.
De desbetreffende voorwaarde wordt niet weerhouden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
12 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
4 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 maart 2019 |
Verslag GOA |
11 februari 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. 1 fietsenstalling te voorzien op de begane grond of de kelder conform artikel 29 van de bouwcode.
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.