Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018147220 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Mhamed Lamkanfi met als adres Boshovestraat 39 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Boshovestraat 39 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 30sectie A nr. 558R27 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en deels regulariseren van een eengezinwoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1954: vergunningen (626#15423 en 626#15800) voor verbouwingen;
- 24/05/2018: proces verbaal met stakingsbevel (11002_2018_6626_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke Omgevingsvergunning.
Laatst vergunde toestand
- het pand bestaat uit twee bouwlagen onder een schuin dak dat aan de straatzijde is opgetrokken tot een extra bouwlaag;
- het gebouw is ingericht als een eengezinswoning;
- het gelijkvloers heeft een bouwdiepte +/- 15,47 meter;
- het gelijkvloers is voorzien van woonruimtes met tussenmuren;
- de eerste tussenverdieping heeft een bouwdiepte +/- 13.28 meter;
- de eerste tussenverdieping links achteraan is ingericht met een keuken en toilet;
- de eerste en tweede verdieping zijn ingericht met vier slaapkamers;
- de tweede tussenverdieping links achteraan is ingericht met een onbestemde ruimte en een tweede toilet;
Bestaande toestand
- het pand bestaat uit twee bouwlagen onder een schuin dak dat aan de straatzijde is opgetrokken tot een extra bouwlaag;
- het gebouw is ingericht als een eengezinswoning;
- het gelijkvloers werd vergroot tot een bouwdiepte van 16.06 meter;
- het gelijkvloers is volledig opengemaakt en voorzien van woonruimtes;
- de eerste tussenverdieping werd vergroot met een uitbouw over de volledige breedte van het perceel, en ingericht met een badkamer en een ruimte in aanbouw die niet wind- en waterdicht is;
- de eerste tussenverdieping en eerste verdieping hebben een bouwdiepte van 13.80 meter;
- de tweede tussenverdieping werd ingericht met een tweede badkamer;
- de eerste en tweede verdieping zijn ingericht met vier slaapkamers;
- de tweede verdieping werd uitgebreid met een dakkapel in gelijke lijn met de achtergevel, waardoor de dakverdieping een volwaardige extra bouwlaag is;
- alle scheimuren ter hoogte van het bouwvolume werden opgehoogd;
Inhoud van de aanvraag
- regularisatie van aanpassingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand uit 1954;
- op het gelijkvloers vergroot de bouwdiepte tot 16.21 meter;
- op de eerste verdieping vergroot de bouwdiepte tot 13.80 meter;
- op de eerste verdieping rechts achteraan wordt de onafgewerkte uitbouw afgewerkt tot een nieuw volume van +/- 4.50 meter diep en 2 meter breed. Hiervoor werd de rechtse scheimuur opgehoogd met +/- 3 meter. De uitbouw wordt opgeplitst in een badkamer op de eerste tussenverdieping links achteraan, en een dressing bij de slaapkamer op de eerste verdieping rechts achteraan;
- de tweede verdieping rechts achteraan werd uitgebreid met een dakkapel in gelijke lijn met de achtergevel en met de rechtse scheimuur, waarbij de rechtse scheimuur ter hoogte van het schuine dak werd opgehoogd met +/- 1.25 meter. Op de tweede tussenverdieping links achteraan werden alle muren, dak, alsook de linkse scheimuur opgehoogd met +/- 0.80 meter. De dakkapel en de uitbouw worden omgevormd van een schuin dak naar een volwaardige extra bouwlaag;
- de achtergevel wordt afgewerkt in witgrijze siliconenpleister;
- in de achtergevel worden de raamopeningen aangepast;
- in voor- en achtergevel wordt nieuw buitenschrijnwerk in wit pvc geplaatst;
- de achtertuin wordt verkleind tot een diepte van 8.99 meter, vanwege de gelijkvloerse uitbreiding.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van bouwcode artikel artikel 10 ‘bouwhoogte en bouwdiepte’, artikel 15 ‘uitsprongen aan daken’, artikel 24 ‘minimale lichtinval en luchttoevoer’, en artikel 38 ‘groendaken’.
Omdat de afwijkingen samenhangen met de schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid en goede ruimtelijke ordening, worden de afwijkingen hieronder gemotiveerd.
Functionele inpasbaarheid
De vergunde woonfunctie van deze eengezinswoning wijzigt niet door deze verbouwing. De woonfunctie blijft inpasbaar in deze woonwijk.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft het regulariseren van bouwovertredingen. De bestaande situatie is een onafgewerkte ruwbouw. De bouwovertredingen werden opgelijst in het PV met dossiernummer 11002_2018_6626.
Gelijkvloers:
De bouwdiepte van het gelijkvloers werd gewijzigd. Het gelijkvloers is vergund tot 15.47 meter diep, en werd gewijzigd naar 16.21 meter diep. Daardoor verkleinde de achtertuin tot 8.99 meter diep. Omdat de achtertuin nog voldoende diep is, en omdat deze bouwdiepte op het gelijkvloers wel eens voorkomt in de omgeving, zijn deze wijzigingen aanvaardbaar.
Eerste verdieping:
Bouwdiepte, -hoogte en -volume van de eerste verdieping werden ook gewijzigd. De entresol links achteraan werd vergroot tot een gevelbrede uitbouw. De bouwdiepte wijzigde van 13.28 meter naar 13.80 meter.
In deze gevelbrede uitbouw bevindt zich links een badkamer, en recht een dressing bij de slaapkamer. De badkamer is aanvaardbaar. Maar de dressing is een lange smalle kamer van +/- 5.50m diep, bevindt zich tussen de slaapkamer en de buitengevel, en heeft een raam dat te klein is in verhouding tot de totale vloeroppervlakte. Daardoor komt in de slaapkamer niet voldoende licht binnen. Ook bij de rechtse buur komt minder licht binnen, omdat de rechtse scheimuur dieper en hoger werd. Dat wijkt af van de bouwcode artikel 24.
Door deze ingrepen wijzigt ook de rechtse scheimuur op de eerste verdieping, deze wordt dieper en hoger. Deze ingreep wijkt af van de bouwcode artikel 10, omdat deze enkele meters dieper reikt dan de bouwdiepte bij de rechtse buur.
Bovendien is zorgt deze hogere en diepere scheimuur voor een blinde muur aan de zijde van de rechtse buur. Deze muur zal vermoedelijk altijd onbebouwd blijven, omdat het perceel van de rechtse buur minder diep is waardoor de uitbreidingsmogelijkheden beperkt zijn.
Omdat de woonkwaliteit bij zowel deze woning als die van de rechtse buur vermindert, is een afwijking op de bouwcode artikel 10 en 24 niet aanvaardbaar. Als voorwaarde wordt dan ook opgelegd dat de rechterkant van de eerste verdieping (dressing) en de bijhorende rechtse scheimuur maximaal even diep moeten gebouwd worden als de huidige bouwdiepte van de eerste verdieping van de rechtse buur. Deze wijzigingen worden in rood aangeduid op de plannen. Bijkomend wordt de voorwaarde opgelegd dat het raam in de dressing moet vergroot worden zodat de lichtdoorlatende oppervlakte in verhouding staat tot de vloeroppervlakte.
Tweede verdieping:
Op de tweede verdieping werd het zadeldak samen met de entresol vervangen door een gevelbrede uitbouw. De bouwhoogte van de entresol tussen de eerste en de tweede verdieping verhoogt met +/- 0.80 meter. De nieuwe binnenhoogte voldoet aan de minimaal vereiste binnenhoogte van 2.60 meter. De bouwdiepte van de entresol wijzigt slechts enkele centimeters omwille van een nieuwe laag isolatie en gevelbekleding. Deze ingrepen zijn aanvaardbaar.
Door deze uitbouw wordt de volledige woning niet meer gelezen als twee bouwlagen met een plat dak en een dakuitbouw aan de voorzijde, maar wel als drie bouwlagen met plat dak. Dit gabarit is afwijkend gezien de linkse en de rechtse buur over twee bouwlagen met een zadeldak beschikken. Maar een afwijking is aanvaardbaar, omdat verderop in de straat vaak drie bouwlagen met plat dak voorkomen.
Echter is de dakvorm wel onzuiver, omdat de nok van het oude zadeldak nog op het plat dak staat. Daarom wordt als voorwaarde opgelegd om de nok tussen de linkse en de rechtse scheimuur af te breken, en het volledige dak als één doorlopend plat dak uit te voeren. In dat kader wordt opgelegd dat de linkse en rechtse scheimuur niet mogen wijzigen.
Visueel-vormelijke elementen
Behoud van de oude baksteen vooraan, het nieuwe witte PVC schrijnwerk vooraan en achteraan, en afwerking van de achtergevel in witte pleister, zijn aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de rechterkant van de eerste verdieping (dressing) en de bijhorende rechtse scheimuur moeten even diep gebouwd worden als de huidige bouwdiepte van de eerste verdieping van de rechtse buur. Deze wijzigingen worden in rood aangeduid op de plannen;
2. het raam in de nieuwe dressing en achterliggende slaapkamer moet vergroot worden conform bouwcode artikel 24 ‘minimale lichtinval en minimale luchttoevoer’;
3. de nok op het hoofdvolume moet afgebroken worden, zodat een zuiver leesbaar plat dak op het hoofdvolume ontstaat. Het plat dak op het hoofdvolume moet als één doorlopend geheel uitgevoerd worden. Daarbij mogen de scheimuren links en rechts van de nok niet wijzigen zoals in rood aangeduid op de plannen;
4. conform bouwcode artikel 38 moet alle nieuwe platte daken voorzien worden van een groendak;
5. conform bouwcode artikel 34 moeten aan de platte daken opstaande dakranden van 0.30 meter gegarandeerd blijven. Zo blijft brandoverslag maximaal beperkt. Het is niet toegestaan om de dakranden extra te verhogen, omdat dan een nieuwe bouwaanvraag met een nieuwe bevraging van de omwonenden moet gebeuren. Wel kunnen deze dakranden gegarandeerd worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren. In plaats van een opstaande dakrand kan ook geopteerd worden voor een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed tussen de vegetatie van het groendak en de scheidingsmuur.
6. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
5 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
3 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 maart 2019 |
Verslag GOA |
12 februari 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de rechterkant van de eerste verdieping (dressing) en de bijhorende rechtse scheimuur moeten even diep gebouwd worden als de huidige bouwdiepte van de eerste verdieping van de rechtse buur. Deze wijzigingen worden in rood aangeduid op de plannen;
2. het raam in de nieuwe dressing en achterliggende slaapkamer moet vergroot worden conform bouwcode artikel 24 ‘minimale lichtinval en minimale luchttoevoer’;
3. de nok op het hoofdvolume moet afgebroken worden, zodat een zuiver leesbaar plat dak op het hoofdvolume ontstaat. Het plat dak op het hoofdvolume moet als één doorlopend geheel uitgevoerd worden. Daarbij mogen de scheimuren links en rechts van de nok niet wijzigen zoals in rood aangeduid op de plannen;
4. conform bouwcode artikel 38 moet alle nieuwe platte daken voorzien worden van een groendak;
5. conform bouwcode artikel 34 moeten aan de platte daken opstaande dakranden van 0.30 meter gegarandeerd blijven. Zo blijft brandoverslag maximaal beperkt. Het is niet toegestaan om de dakranden extra te verhogen, omdat dan een nieuwe bouwaanvraag met een nieuwe bevraging van de omwonenden moet gebeuren. Wel kunnen deze dakranden gegarandeerd worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren. In plaats van een opstaande dakrand kan ook geopteerd worden voor een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed tussen de vegetatie van het groendak en de scheidingsmuur.
6. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.