Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2018129041 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV PR PROXIMUS met als adres Koning AlbertII laan 27 te 1030 Schaarbeek |
Ligging van het project: |
Bosuil 76-77 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 28sectie A nr. 204E |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
plaatsen telecomstation |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 07/08/1996: vergunning (1996939) voor het installeren van een mast voor antennen boven torengebouw;
- 26/11/1998: vergunning (19982312) voor het plaatsen van antennes en technische infrastructuur.
Laatst vergunde toestand en bestaande toestand
- vrijstaand flatgebouw met 15 bouwlagen en 1 teruggetrokken technische daklaag onder platte daken;
- kroonlijsthoogte van 43,0 m;
- centraal op het dak van de daklaag is een zendinstallatie met technische voorzieningen aanwezig.
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van twee bijkomende masten voor telecom op het dak, aan weerszijden van de bestaande zendmast;
- de rechtse mast betreft een zelfdragende structuur van 5 m hoog;
- de linkse mast wordt bevestigd aan de dakuitbouw van de liftschacht en reikt 7 m hoog ten opzichte van de kroonlijst;
- bijplaatsen van technische kasten op profielen op het dak;
- monteren van antennes, feeders en RRU’s in de nieuwe masten;
- plaatsen van kabels in kabelgoten;
- plaatsen van balustrade op de dakuitbouw van de liftschacht.
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
4 januari 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
4 januari 2019 |
8 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De werken omvatten het bouwen van twee nieuwe zendmasten op het dak van een bestaand vergund appartementsgebouw. Er worden ook technische kasten en een balustrade ter hoogte van de liftschacht toegevoegd.
Het oprichten van nieuwe masten kadert in de mogelijk toekomstige afbraak van zendinfrastructuur op een gebouw dat verkocht zou worden (Proximusgebouw, Ter Heydelaan 221).
Deze aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 16 “Technische uitsprongen”. De masten zijn 5 en 7 meter hoog. Daardoor overschrijden ze de maximaal toegelaten hoogte van 2.50 meter boven de kroonlijst. Wel bevinden de masten zich onder de maximaal toegelaten hoek van 45° ten opzichte van alle gevelvlakken.
De kroonlijst van het gebouw is +/- 43 meter, met een extra technische bouwlaag zonder woonruimte. Daardoor zijn de masten amper zichtbaar vanaf het openbaar domein, en dus niet storend in het gevelbeeld.
Ook zijn ze lager dat de reeds aanwezige vergunde mast op het dak, die +/- 9.5 meter boven de kroonlijst komt. Daardoor vallen ze minder op in het gevelbeeld.
Bijkomend is de aanvraag in overeenstemming met de code voor duurzame inplanting van draadloze telecommunicatie-infrastructuur in Vlaanderen (“Telecomcode”). De zendmasten staan namelijk grotendeels tegen de technische bouwlaag aan. Zo wordt voorkomen dat de mast wordt ondersteund door een driepikkelsysteem of spankabels, wat het zicht extra zou kunnen verstoren. De stad verdedigt dit principe uit de Telecomcode.
Omwille van bovenstaande redenen is de visuele impact beperkt. In toepassing van artikel 3 van de bouwcode is een afwijking op de maximale hoogte van 2.50 meter boven de kroonlijst dan ook aanvaardbaar.
Functionele inpasbaarheid
Het plaatsen van zendmasten wijzigt de functie “meergezinswoning” niet.
Visueel-vormelijke elementen
De visuele overlast kan extra beperkt worden door de nieuwe masten samen te voegen met de vergunde mast, of door een andere locatie te zoeken. De aanvrager onderzocht beide opties, maar bleken niet wenselijk:
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op werken die geen aanleiding geven tot de vermeerdering van de parkeerbehoefte.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
20 december 2018 |
Start openbaar onderzoek |
11 januari 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
9 februari 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
8 februari 2019 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
11 januari 2019 |
9 februari 2019 |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Visuele hinder: de bezwaarindiender meldt dat hij in een appartement woont dat er recht op uitkijkt en dichtbij ligt.
Beoordeling: De masten bevinden zich onder een hoek van 45° ten opzichte van de gevelvlakken van het gebouw. De kroonlijst van het gebouw is +/- 43 meter. Daardoor zijn de masten amper zichtbaar vanaf het openbaar domein, en dus niet storend in het gevelbeeld.
Ook zijn ze lager dat de reeds aanwezige vergunde mast op het dak, die +/- 9.5 meter boven de kroonlijst komt. Daardoor vallen ze minder op in het gevelbeeld.
Bijkomend is de aanvraag in overeenstemming met de code voor duurzame inplanting van draadloze telecommunicatie-infrastructuur in Vlaanderen (“Telecomcode”). De zendmasten staan namelijk grotendeels tegen de technische bouwlaag aan. Zo wordt voorkomen dat de mast wordt ondersteund door een driepikkelsysteem of spankabels, wat het zicht extra zou kunnen verstoren. De stad verdedigt dit principe uit de Telecomcode. Omwille van bovenstaande redenen is de visuele impact beperkt.
Het bezwaarschrift is ongegrond.
Gezondheidsverlies: de bezwaarindiener meldt dat hij verder gezondheidsverlies vreest, hij is momenteel mindervalide.
Beoordeling: Het bezwaarschrift is niet helemaal duidelijk wat onder “verder gezondheidsverlies” wordt verstaan. De beschrijvende nota bij de aanvraag geeft onder titel 4 Wettelijke context uitleg over Gezondheid en veiligheid, maar het is onduidelijk of deze uitleg op het bezwaarschrift van toepassing is. Alleszins betreft dit een medische en/of technische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van deze aanvraag. Het bezwaarschrift kan dus niet mee in overweging genomen worden bij de beoordeling van deze aanvraag.
Het bezwaarschrift is ongegrond.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |