Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018151214 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer SALAHADDIN EL KHALFIOUI met als adres Broederminstraat 19 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Brederodestraat 137 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 11sectie L nr. 3804R2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van wijzigingen op het gelijkvloers en aan de voorgevel van een meergezinswoning met handelsruimte |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27/7/2012: vergunning (20123657) verbouwen van een handelswoning tot een meergezinswoning met een handelsruimte;
- 27/03/2012: proces-verbaal (2012645) uitvoeren van vergunningsplichtige werken zonder vergunning ( afbreken van een achterbouw & uitvoeren van stabiliteitswerken)
- 17/02/2016: proces-verbaal (2012645) nieuwe inbreuk in strijd met stedenbouwkundige vergunning AN/B/20123657 dd. 27/07/2012 - werken aan voorgevel.
Laatst vergunde toestand
- meergezinswoning bestaande uit 3 appartementen en een gelijkvloerse handelsruimte;
- voorgevel:
Bestaande toestand
- meergezinswoning bestaande uit 4 appartement en gelijkvloerse handelsruimte;
- het gelijkvloers werd opgedeeld in een appartement achteraan en een handelsruimte;
- een dakterras op het dak van de begane grond;
- voorgevel:
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van gevelwijzigingen;
- wijzigingen op het gelijkvloerse achteraan: voorzien van gemeenschappelijke bergingen;
- er werd een bijkomende trap voorzien op de gelijkvloerse verdieping naar de kelder.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
4 januari 2019 |
13 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
4 januari 2019 |
1 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
de voorgevel werd gewijzigd met pvc schrijnwerk en grijze bepleistering,
het houten schrijnwerk, de kroonlijst, de balustrade dienden conform advies van monumentenzorg behouden te blijven, de uitgevoerde werken doen afbreuk aan de beeldwaarde van het pand en het referentiekader
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten
Gezien de aanvraag gelegen is in CHE-gebied werd aan de stedelijke dienst monumentenzorg advies gevraagd.
Inleiding
Naar aanleiding van uw vraag om advies, kan ik u melden dat de werken gesitueerd zijn in een zone die volgens het gewestplan, bijzondere plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In CHE-gebied wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur.
Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw.
Beoordeling
De aanvraag dd 2012 had betrekking op een handelspand van drie bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak. De voormalige neoclassicistische lijstgevel werd afgevlakt en voorzien van een cementering. Het langwerpige balkon met gietijzeren ballustrade ter hoogte van de eerste verdieping bleef behouden alsook de houten kroonlijst. Op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich tevens nog de houten winkelpui. Het buitenschrijnwerk werd vernieuwd, hierbij werd er geen rekening gehouden met de oorspronkelijke indeling en het materiaalgebruik.
In 2012 bracht de stedelijke dienst advies uit in het kader van een bouwaanvraag. Toen werden volgende randvoorwaarden meegegeven voor de beeldondersteunde voorgevel.
- de voorgevel wit wordt geschilderd;
- de gietijzeren leuning zwart wordt geschilderd;
- er geschilderd houten schrijnwerk met een historische profilering en T-verdeling (vast bovenlicht en twee opendraaiende vleugels) in de vensteropeningen wordt geplaatst;
- de houten kroonlijst wordt behouden en wit wordt geschilderd;
- het reclamepaneel ter hoogte van de houten winkelpui wordt verwijderd zodat de hoogte van de pui kan worden hersteld.
Vandaag kunnen we vaststellen dat bijna aan al deze randvoorwaarden voorbij werd gegaan. De houten kroonlijst en de 19de-eeuwse houten pui zijn verwijderd, alsook de gietijzeren balustrade van het balkon. De voorgevel werd donkergrijs geschilderd.
Vandaag vraagt men een regularisatie van deze ingrepen. De stedelijke dienst monumentenzorg betreurt deze ingrepen. Zij hebben er voor gezorgd dat de erfgoedwaarde enorm is uitgehold en de beeldondersteunende functie van het pand voor de Brederodestraat werd teniet gedaan.
Dit advies wordt bijgetreden. De nieuwe toestand is een achteruitgang van de beeldkwaliteit ten opzichte van de laatst vergunde toestand uit 2012 (20123657). De waardevolle en beeldondersteunende elementen werden verwijderd zonder vergunning, zonder een gunstig advies van monumentenzorg én in strijd met de voorwaarden van een eerdere vergunning. In deze vergunning brengt monumentenzorg een ongunstig advies uit mbt de voorgevelwijzigingen. Hierdoor is de aanvraag strijdig met artikel 5 §2 van de bouwcode.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op de gelijkvloerse verdiepingen worden bergingen ingericht voor de bovenliggende woningen. Daarnaast wordt er een toiletruimte en een nieuwe trap naar de kelder voorzien.
Het is ongewenst dat een deel van de handelsruimte moet inkrimpen om voorzieningen van de bovenliggende woningen te herbergen. Een gevolg hiervan is dat het sanitair van het handelsgelijkvloers wordt verplaatst naar de kelderruimte. De vrije hoogte van de kelderverdieping bedraagt slechts 1,8 meter waardoor de aanvraag strijdig is met artikel 21 van de bouwcode. De twee nieuwe bergingen zijn bovendien onlogisch ingericht en de motivering voor het plaatsen van een afzonderlijke toiletruimte voor de bovenliggende woningen op de gelijkvloerse verdieping blijft uit. De nieuwe indeling vermindert de kwaliteit van de handelsruimte.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag heeft betrekking op het regulariseren van de voorgevel. Het aantal woongelegenheden en de commerciële plint blijven behouden. Handel en wonen zijn kenmerkende functies in de omgeving van de Brederodestraat en zijn dan ook functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het bestaande volume blijft ongewijzigd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van strijdigheden met de bouwcode (art. 5: erfgoed en 6: harmonie). De waardevolle en beeldondersteunende elementen werden verwijderd zonder vergunning, zonder een gunstig advies van monumentenzorg én in strijd met de voorwaarden van een eerdere vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
10 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
4 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 maart 2019 |
Verslag GOA |
14 februari 2019 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.