Conform artikel 97 van het omgevingsvergunningenbesluit is het college de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het omgevingsvergunningendecreet.
Het college heeft deze melding onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het omgevingsvergunningsdecreet en -besluit en de latere decreten en uitvoeringsbesluiten.
De laatste vergunning voor de ingedeelde inrichting en activiteit werd op 18 april 2008 verleend door het college met referentie AN2008/016/PV. Het college heeft kennisgenomen van de overname op 20 maart 2015 met referentie MV2015/076/PV en op 20 mei 2016 met referentie 2016/032/NR.
Het college actualiseert hierna al dan niet de vergunning als gevolg van de melding van overdracht.
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunning niet onderzocht. Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van vergunning.
De melding van overdracht wordt getoetst aan de bepalingen die zijn opgenomen in de hierna vermelde wetgeving:
Op 2 februari 2019 meldde Rond Business bvba, Groot-Bijgaardenstraat 152, 1082 Sint-Agatha-Berchem, de overdracht van een carwash gelegen te Boterlaarbaan 267-269, 2100 Deurne-Antwerpen, kadastraal gekend als Antwerpen afdeling 31 sectie B perceelnummers 236 H5 en T8, vergund op naam van Car Wash De Wasbeer bvba, Boterlaarbaan 267-269, 2100 Deurne-Antwerpen.
Het college actualiseert het vergunningsbesluit met referentie AN2008/016/PV als gevolg van de melding van overdracht en brengt de melder hiervan op de hoogte:
Dossiernummer: OMV_2019005431
Melder: Zadran Nooruddin namens ROND BUSINESS BVBA
Inrichtingsnummer: 20190115-0108 (Rond Business nv)
Omschrijving: een gehele overdracht van een carwash
Locatie: Boterlaarbaan 267-269 te 2100 Deurne-Antwerpen
Datum ontvangst: 2 februari 2019
Rubriek |
Omschrijving |
Akte genomen voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/u tot maximaal 100 m³/u bedrijfsafvalwater; |
4,5 m³/uur |
15.4.2°b) |
niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer voertuigen en hun aanhangwagens per dag, wanneer volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
225 voertuigen/dag |
17.3.6.1°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; |
1236 kg |
In de basisvergunning met referentie AN2008/16 werd één perceel opgegeven namelijk 31 B 0236 T8. Zowel de overname in 2015 (MV2015/76) als de overname in 2016 (MV2016/32) betreffen ditzelfde perceel. De huidige overname door ROND BUSINESS geeft niet enkel het oorspronkelijke perceel 31 B 0236 T8 op maar tevens een bijkomend perceel 31 B 0236 H5.
Bij een overname kan enkel de vergunning zoals ze is overgenomen worden. Er kunnen met een overname geen wijzigingen opgegeven worden en geen percelen toegevoegd. De overname is dus slechts geldig voor het oorspronkelijke perceel 31 B 0236 T8. De nieuwe exploitant dient na aktename een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag in te dienen voor de toevoeging van een nieuw perceel.
Het college beslist dat de vergunning geldig is tot 18 april 2028, de einddatum van de lopende vergunning.
Het college beslist dat de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II, verbonden aan de overgedragen Vlaremrubrieken, van toepassing zijn.
Het college beslist dat de opgelegde standaardbrandweervoorwaarden en bijzondere voorwaarden, opgelegd in de milieuvergunning met refentie AN2008/016/PV van toepassing blijven:
Brandweervoorwaarden
B1
Onafhankelijk van de verplichtingen aan de houder van de milieuvergunning opgelegd via de vigerende milieureglementering alsmede via het milieuvergunningbesluit, en onverminderd de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van brand, door de houder van de milieuvergunning te treffen in uitvoering van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden, dient de houder van de milieuvergunning reeds te voorzien in de hiernavermelde blusmiddelen voor eerste tussenkomst:
S1
Er dienen minstens twee snelblustoestellen van minstens 6 kg poeder type ABC te worden aangebracht. Er mogen snelblustoestellen van een ander type aangewend worden op de plaats waar zij meer aangewezen zijn, voor zover de aangebrachte blusmiddelen minstens evenwaardig zijn aan de hogervermelde.
S3
Snelblustoestellen van minstens 6 kg poeder type ABC dienen goed verdeeld aangebracht bij elk punt met verhoogd risico zoals bijvoorbeeld pompen, compressoren, lasposten, belangrijke elektriciteitsborden, enz… In de inrichting moeten in elk geval minstens 2 toestellen aanwezig zijn. Er mogen snelblustoestellen van een ander type aangewend worden op de plaatsen waar zij meer aangewezen zijn, voor zover de aangebrachte blusmiddelen minstens evenwaardig zijn aan de hogervermelde.
H2
Muurhaspels met axiale voeding (conform NBN EN 671-1) + muurhydrant (volgens de norm NBN 571 en voorzien van vaste koppelstukken doormeter 45 mm volgens KB van 30 januari 1975) met gemeenschappelijke watertoevoer met een binnendiameter van tenminste 70 mm diameter dienen op oordeelkundig gekozen plaatsen opgesteld zodanig dat elk punt van de inrichting kan bespoten worden. Hun aantal wordt zodanig bepaald dat de af te leggen afstand vanaf om het even welk punt tot het dichtst bijgelegen toestel niet meer bedraagt dan de lengte van de gebruikte haspels. De haspels dienen gevoed met een leiding onder druk zodanig dat het debiet bij de minst bedeelde haspel gelijk is aan of groter dan 24 liter per minuut. De leidingen voor bluswater dienen vervaardigd in staal of in een metaal dat minstens dezelfde waarborgen biedt. De waterlevering moet te allen tijde, ook tijdens vorstperiode, gewaarborgd zijn.
H3
Er dient op een strategisch goed gekozen plaats voorzien in minstens één bestendig onder voldoende druk staand bovengronds hydrant, type BH100 conform de desbetreffende Belgische Norm NBN S21-019, voorzien van afsluiters op de uitgeefkanten van 70 mm diameter, aangesloten op het net van de openbare watervoorziening op een leiding van minstens 150 mm diameter door middel van een voldoende grote metalen buis en zijn nominaal debiet aan water leverend zonder dat enige vorm van voorafgaande bediening is vereist.
Bijzondere voorwaarden
Het college beslist dat volgende slotbepalingen van toepassing zijn: