Terug

2019_CBS_01467 - Omgevingsvergunning - OMV_2018152373. Kleine Doornstraat 249. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/02/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Annick De Ridder, schepen; Glenn Verspeet, Plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_01467 - Omgevingsvergunning - OMV_2018152373. Kleine Doornstraat 249. District Wilrijk - Goedkeuring 2019_CBS_01467 - Omgevingsvergunning - OMV_2018152373. Kleine Doornstraat 249. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018152373

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Julie Astle met als adres Kleine Doornstraat 249 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) en de heer Kevin Astle met als contactadres Kleine Doornstraat 249 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

Kleine Doornstraat 249 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 44sectie D nr. 392P2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          09/12/1985: vergunning (222#6654) voor een hofmuur + poort;

-          02/08/1977: vergunning (222#4563) voor verbouwingswerken (bijbouwen veranda);

-          06/05/1958: vergunning (238#9998) voor 2 huizen.

Laatst vergunde toestand

-          eengezinswoning in halfopen bebouwing van 2 bouwlagen onder een zadeldak met een gelijkvloerse achterbouw tot 12m diep.

Bestaande toestand

-          conform laatst vergunde toestand;

-          op de zolderverdieping werd een slaapkamer ingericht.

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning in halfopen bebouwing;

-          uitbouw van de gelijkvloerse verdieping tot een bouwdiepte van 16,90 meter;

-          uitbouw van de 1ste verdieping tot een bouwdiepte van 12,10 meter;

-          de bestaande buitengevels worden geïsoleerd en afgewerkt met rode baksteenstrips,

-          de uitbouw op het gelijkvloers wordt afgewerkt met een luifel, en is voorzien in wit-gele baksteen;

-          het buitenschrijnwerk wordt voorzien in antraciet aluminium.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    §1 elke nieuwe verblijfsruimte bij volume-uitbreiding dient een vrije hoogte te hebben van 2,60 meter; de slaapkamer in de uitbouw op de 1ste verdieping heeft een vrije hoogte van 2,56 meter;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    het dakvlakvenster van de logeerkamer op zolder heeft geen lichtdoorlatende oppervlakte van minstens 10% van de netto-vloeroppervlakte;
    het dakvlakvenster van de slaapkamer op zolder aan de straatzijde heeft geen lichtdoorlatende oppervlakte van minstens 1m²;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    §3, 3° het gedeelte van de scheidingsmuur van de uitbreiding op de verdieping heeft geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
  • artikel 38 Groendaken:
    de groendaken op de nieuwe platte daken zijn enkel zichtbaar op de 3D-visualisatie en niet weergegeven op de grondplannen.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. De slaapkamer in het bijkomend volume heeft een plafondhoogte van 2,56 m in plaats van de minimale plafondhoogte van 2,6 m. Echter sluit de dakconstructie van het platte dak aan op de bestaande dakconstructie. De werken die nodig zijn om het plat dak hoger te plaatsen zodat er wel wordt voldaan aan het artikel vragen een enorme constructieve ingreep. Tevens is de afwijking minimaal. Met deze argumentatie wordt het college geadviseerd af te wijken van de voorschriften conform artikel 3 van de bouwcode.

De aanvraag wijkt af van artikel 24 van de bouwcode. Zowel de raamopeningen in de logeerkamer als in de slaapkamer onder het hellend dak zijn onvoldoende groot waardoor er geen minimale lichtinval en luchttoevoer is. De logeerkamer is 15,62 m² groot en het totale raamoppervlakte is 1,04 m² (raam zijgevel: 0,4 m² + dakvlakvenster: 0,64 m²) Het raamoppervlakte moet minimaal 1,56 m² zijn. In voorwaarden wordt meegenomen dat het raam in de zijgevel moet worden vergroot tot minimum 1 m². Het dakvlakvenster van de slaapkamer aan de voorzijde is 0,64 m² groot. In voorwaarden wordt meegenomen dat het dakvlakvenster moet worden vergroot tot minimum 1 m².

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Kleine Doornstraat.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De gelijkvloerse verdieping wordt uitgebreid tot 16,9 m en de eerste verdieping tot 12,1 m. door deze uitbreiding past het gebouw nog steeds in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels worden afgewerkt met rode baksteenstrips, wit-gele baksteen, aluminium antraciet buitenschrijnwerk en rode dakpannen. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Rekening houdend met de gestelde voorwaarden bevat de woning voldoende actueel gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het raam in de zijgevel van de logeerkamer vergroten tot minimum 1 m², conform artikel 24 van de bouwcode;

2.      het dakvlakvenster van de slaapkamer onder het hellend dak vergroten tot minimum 1 m², conform artikel 24 van de bouwcode;

3.      alle nieuwe platte daken aanleggen als een groendak of een regenwaterput voorzien, conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      op het groendak tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te voorzien;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 december 2018

Volledig- en ontvankelijk

7 januari 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

8 maart 2019

Verslag GOA

15 februari 2019

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

1.      Werken aan scheimuur:De bezwaarindiener merkt op dat er werken gebeuren aan de scheimuur. Door de aanvrager wordt ten onrechte gedacht dat deze muur een gemeenschappelijke scheimuur is. Volgens bijgeleverde notariële akte zijn de muren niet overgenomen door de aanvrager.

Beoordeling: Dit is geen stedenbouwkundig aspect maar een burgerrechtelijk aspect en moet onderling worden geregeld. De vergunningverlenende overheid mag geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds ontneemt een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet en ontslaat de aanvrager niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.

Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Isolatie aan scheimuur:  De bezwaarindiener merkt op dat er isolatie wordt voorzien aan de scheimuur met een totale dikte van ca. 15 cm. Volgens de richtlijnen van de commissie scheimuren mag de scheimuur enkel aan de buitenzijde beschermd worden tegen vochtinfiltraties met een maximale dikte van 6cm. De thermische isolatie voor het behalen van het energiepeil moet gerealiseerd worden op het eigen perceel.

Beoordeling: Dit is geen stedenbouwkundig aspect maar een burgerrechtelijk aspect en moet onderling worden geregeld. De vergunningverlenende overheid mag geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds ontneemt een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet en ontslaat de aanvrager niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.

Het bezwaar is ongegrond.

 

3.      Stevigheid scheimuur:De bezwaarindiener merkt op dat het plaatselijk (over een lengte van ca. 3 m) ophogen van de scheimuur de stabiliteit in gedrang brengt en niet brandveilig is.

Beoordeling: Dit is een terechte opmerkingen. Het artikel 34 in de bouwcode handelt over de scheimuren. In voorwaarden wordt meegenomen dat het optrekken van de scheimuur moet gebeuren conform artikel 34 van de bouwcode.

Het bezwaar is gegrond.

 

4.      Schaduwhinder:Door het optrekken van deze scheimuur ondervindt de bezwaarindiener schaduwhinder, zowel in de woning als voor de zonnepanelen.

Beoordeling: De tuin en de woning van zowel de bezwaarindiener als de aanvrager zijn zuidoost georiënteerd. Door het optrekken van de scheimuur wordt enkel in de zomer de late namiddagzon en de avondzon van de woning onttrokken. De hinder is dus van zulke grootte orde dat de leefbaarheid niet in het gedrang komt. Daarenboven is zulke uitbouw op deze diepte en hoogte ter hoogte van de scheiding niet vreemd in de omgeving.

De zonnepanelen van de bezwaarindiener liggen volgens de bijgeleverde foto’s op het hellend dak van de woning. Dit dak steekt boven de scheimuur uit waardoor geen enkele schaduwhinder is voor de zonnepanelen.

Het bezwaar is ongegrond.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het raam in de zijgevel van de logeerkamer vergroten tot minimum 1 m², conform artikel 24 van de bouwcode;

2.      het dakvlakvenster van de slaapkamer onder het hellend dak vergroten tot minimum 1 m², conform artikel 24 van de bouwcode;

3.      alle nieuwe platte daken aanleggen als een groendak of een regenwaterput voorzien, conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      op het groendak tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te voorzien;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.