Terug

2019_CBS_01228 - Omgevingsvergunning - OMV_2018146282. Arthur Goemaerelei 60. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/02/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Fons Duchateau, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_01228 - Omgevingsvergunning - OMV_2018146282. Arthur Goemaerelei 60. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_01228 - Omgevingsvergunning - OMV_2018146282. Arthur Goemaerelei 60. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018146282

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Stephanie Caulier met als adres Pourbusstraat 33 bus 201 te 2000 Antwerpen (Antwerpen)

Ligging van het project:

Arthur Goemaerelei 60 te 2018 Antwerpen (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nr. 1915T2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          9/11/2011: vastgesteld als bouwkundig erfgoed : een burgerhuis in eclectische stijl.

Laatst vergunde en bestaande toestand

-          burgerhuis;

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing;

-          souterrain en twee bouwlagen onder een complex zadeldak;

-          voorbouw met een lagere achterbouw.

Inhoud van de aanvraag

-          het slopen van de bestaande achterbouw;

-          het optrekken van een nieuw volume achteraan over twee bouwlagen;

-          het optrekken van het volume binnen de bestaande scheidingsmuren;

-          het voorzien van een grote raampartij over twee verdiepingen in de achtergevel;

-          inrichten van de zolder met twee slaapkamers en een badkamer;

-          het intern renoveren van de woning.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

4 januari 2019

31 januari 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 5: Cultuurhistorisch erfgoed:
    de aanvraag bevat mogelijk onvoldoende informatie om de erfgoedwaarde van de gesloopte delen te beoordelen;

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag behoudt de bestaande functie eengezinswoning. Deze functie blijft inpasbaar in de omgeving en is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestaande achterbouw wordt gesloopt en vervangen door een volume met twee bouwlagen met een diepte van 15, 87 meter. Door het volume op de gelijkvloerse verdieping met +/- vijf meter te laten inkrimpen wordt de achtertuin vergroot. De voorgestelde achterbouw is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De gebruikte materialen voor de achterbouw zijn stedelijk en niet storend voor de omgeving. De voorgevel blijft ongewijzigd. Gezien het pand is opgenomen in de inventaris onroerend erfgoed werd aan de stedelijke dienst monumentenzorg advies gevraagd.

 

Inleiding

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris.

 

Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Gezien de aard en de omvang van de werken is een CHE-rapport niet gevraagd. 

 

Het betreft een oorspronkelijk geheel van twee burgerhuizen in eclectische stijl gebouwd in opdracht van Henriëtte Mayer van den Bergh, naar een ontwerp door architect Joseph Hertogs uit 1906. De twee tegenoverliggende rijwoningen, markeerden als identieke pendants de toegang tot de Arthur Goemaerelei vanaf de vroegere Kielsevest. Ingeplant op het punt waar de voortuinen wegvielen, maakten beide panden met een open hoekportaal bovendien de overgang tussen de verspringende rooilijnen. Het nummer 109 werd in 1987 samen met twee buurhuizen gesloopt voor de bouw van een kantoorgebouw, waarin een referentie naar het volume en het portaal van het verdwenen burgerhuis is opgenomen.

Henriëtte Mayer van den Bergh (1838-1920) was de weduwe van Emil Mayer, een van oorsprong Duits handelaar in specerijen en farmaceutische producten, en een van de belangrijkste zakenlui in Antwerpen. Haar vader, gemeenteraadslid, schepen en senator Jan van de Bergh, afstammeling van een brouwersgeslacht, was eigenaar van de Distillerie & Brasserie La Cloche in de Oudeleeuwenrui. Ter ere van haar vroegtijdig overleden oudste zoon Fritz Mayer van den Bergh (1858-1901), liet zij tussen 1901 en 1904 naast het herenhuis van de familie in de Lange Gasthuisstraat een museumoptrekken voor diens collectie kunst en oudheden. Voor de plannen tekende Joseph Hertogs, de succesrijke huisarchitect van de Antwerpse mercantiele burgerij, aan wie tevens opdracht werd gegeven voor de bouw van een rusthuis voor bejaarde echtparen, het Mayerhof in Mortsel. Tussen 1905 en 1910 ontwierp Hertogs vervolgens in het kader van de vastgoedactiviteiten van Henriëtte Mayer van den Bergh, minstens zeventien burger- en herenhuizen in de betere wijken van de stad, en het handelshuis "Au Printemps" op de hoek van de Leopoldstraat en de Arenbergstraat. De helft van de woningen werd gebouwd in de Markgravelei, en daarvan zijn er vandaag nog drie bewaard. Aan de Arthur Goemaerelei liet zij behalve de twee pendant vormende woningen, in 1910 als laatste in de reeks ook een nog bewaard geheel van drie gekoppelde burgerhuizen optrekken. Het vermelde handelshuis en drie voorname burgerhuizen in de Van Peltstraat, de Mechelsesteenweg en de Belgiëlei werden in de naoorlogse periode gesloopt.

Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt de rijwoning een souterrain en twee bouwlagen onder een complex zadeldak (pannen). Het gebouw met de pittoreske allure van een stadsvilla, is representatief voor het eclecticisme van Hertogs uit het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog. De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische baksteen in kruisverband, contrastrijk verwerkt met banden gele baksteen en arduin voor onder meer de plint, speklagen, ornamenten en het hoekportaal . Geleed door de puilijst legt de asymmetrisch compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet, in overeenstemming met de indeling van het interieur. Waar een gebogen balkon met postamenten en ruitvormige spiegels met strik de bel-etage markeren, wordt de geveltop met een Serliaans drielicht afgeknot door het wolfsdak. Opgevat als een rondboogarcade ondersteunt een Toscaanse zuil het hoekportaal; een terras met balustrade vormt hogerop de bekroning. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters bleef behouden, evenals het smeedijzer van de balkonborstwering en keldertralies.

De plattegrond die uit een voorbouw en een lagere achterbouw bestaat, beantwoordt aan de klassieke typologie van de burgerwoning. Vermoedelijk wordt op de begane grond de gebruikelijke suite van salon en eetkamer geflankeerd door de inkom en het trappenhuis.

 

Het pand is beeldbepalend in deze omgeving.

Naar aanleiding van een plaatsbezoek is gebleken dat er nog weinig waardevolle interieurelementen aanwezig zijn in het pand, de achterbouw is reeds zeer sterk verbouwd.

 

Beoordeling

Men wenst de achterbouw af te breken en te vervangen door een nieuwe achterbouw over twee bouwlagen.

Intern worden eveneens een aantal wijzigingen doorgevoerd.

Het buitenschrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door nieuw wit geschilderd houten schrijnwerk.

 

Gelet op de beperkte waarde van het interieur zijn de voorgestelde wijzigingen aanvaardbaar.

Als voorwaarde zal gesteld worden dat het nieuwe buitenschrijnwerk in de voorgevel dezelfde profilering moet krijgen als het originele buitenschrijnwerk op de gelijkvloerse verdieping, voor de indeling van het schrijnwerk is het plan uit 1906 de referentie. Detailtekeningen moeten worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg voor goedkeuring.

 

Advies

Gelet op het voorgaande wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend.

 

Dit advies wordt deels bijgetreden. Het buitenschrijnwerk blijft ongewijzigd waardoor het niet noodzakelijk is om detailplannen van het buitenschrijnwerk voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Verder wordt dit gunstig advies bijgetreden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De nieuwe achterbouw wordt afgewerkt en behoudt een gelijke diepte en hoogte over twee bouwlagen. Dit zorgt ervoor dat de achterbouw een uniforme uitstraling krijgt. Het gebruik van een glazen schuifraampartijen versterkt de lichttoetreding in de achterliggende verblijfsruimtes en versterkt de connectie met de tuin.

Op de plannen van de zolderverdieping staat de badkamer ingetekend als ‘slaapkamer 2’. Om misverstanden te vermijden werd dit op de plannen aangepast.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 december 2018

Volledig- en ontvankelijk

4 januari 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

5 maart 2019

Verslag GOA

5 februari 2019

naam GOA

Karel Bauwens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.