Terug

2019_CBS_01024 - Omgevingsvergunning. Stedenbouwkundige lasten - OMV_2018113776. Sint-Bernardsesteenweg 618. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/02/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Fons Duchateau, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_01024 - Omgevingsvergunning. Stedenbouwkundige lasten - OMV_2018113776. Sint-Bernardsesteenweg 618. District Hoboken - Goedkeuring 2019_CBS_01024 - Omgevingsvergunning. Stedenbouwkundige lasten - OMV_2018113776. Sint-Bernardsesteenweg 618. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

13 november 2018

12 december 2018

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

1.      Het bezwaar dat het stadsbestuur heeft nagelaten de buurtbewoners tijdig in te lichten over het project.

Beoordeling:

Voorliggende aanvraag betreft een privaat project. De stad heeft hierin geen rechtstreeks belang. De rol van de vergunningverlenende overheid (de stad) dient vanuit deontologisch oogpunt volledig onpartijdig te zijn. De stad, als vergunningverlenende overheid, is dan ook niet geplaats om een participatiemoment te organiseren over een particuliere bouwaanvraag.

Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Het bezwaar dat het openbaar onderzoek niet correct is verlopen .De bezwaarindiener geeft aan  dat de aanplakbrief voor het openbaar onderzoek niet op de juiste locatie werd opgehangen en dat het onderwerp van de aanplakbrief onduidelijk was.

Beoordeling:

Het onderwerp van de aanvraag zoals vermeld op de aanplakbrief komt inhoudelijk overeen met de aangevraagde werken. Op 19/11/02018 werd er een controle uitgevoerd en werd er vastgesteld dat er correct een affiche werd opgehangen op het gebouw met huisnummer 618.

Het bezwaar is ongegrond.

 

3.      Het bezwaar dat de gevelplannen niet beschikbaar waren op het omgevingsloket.

Beoordeling:

Tijdens het openbaar onderzoek kan de aanvraag worden geraadpleegd op het publieke omgevingsloket. Auteursrechtelijk beschermde info zoals gevelplannen worden  nooit getoond in het publieke omgevingsloket, maar die kunt u wel inkijken aan het loket van de dienst Vergunningen, Francis Wellesplein 1 te 2018 Antwerpen. De Stad was gelet op het voorgaande niet in de mogelijkheid deze plannen te publiceren.

Het bezwaar is ongegrond.

 

4.      Bijkomende verkeersdrukte en parkeerdruk. De bezwaarindiener stelt zich de vraag of er rekening is gehouden met alle verkeersgebruikers van het drukke kruispunt waarop het project zich situeert.

Beoordeling:

Het is correct dat een project zoals hier voorligt mobiliteit zal genereren. De stedelijke dienst mobiliteit heeft voorliggend dossier voorwaardelijk gunstig geadviseerd dus er kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de impact op het bestaande verkeer aanvaardbaar zal zijn.

Het bezwaar is ongegrond.

 

5.      Het bezwaar dat de maximale bouwhoogte niet gerespecteerd wordt.. De bezwaarindiener stelt dat de bebouwing zich moet beperken tot een bouwhoogte van 5 bouwlagen.

Beoordeling:

De bebouwing blijft binnen het bouwvolume van 5 bouwlagen

Het bezwaar is ongegrond.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van: 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is. 

Artikel 75 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat de vergunningverlener lasten kan verbinden aan omgevingsvergunningen.

Artikel 2, §2 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 28 april 2014 (bouwcode), goedgekeurd bij besluit van de deputatie van 9 oktober 2014: het college toetst een project aan de sociale en economische gevolgen en verbindt desnoods de gepaste stedenbouwkundige lasten aan de stedenbouwkundige vergunning.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018113776

Gegevens van de aanvrager:

NV Aannemingen Janssen met als adres Van-Doornelaan 2 te 2440 Geel

Ligging van het project:

Sint-Bernardsesteenweg 618 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 36, sectie B, nrs. 39Y10 en 39X10

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van alle bestaande gebouwen en constructies op het perceel en het oprichten van een meergezinswoning met kantoren op het gelijkvloers (fase 3)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          04/09/2015 vergunning (20151276) voor het bouwen van een 31 appartementen, een kinderopvang en een handelsruimte (Fase 1 van dit project);

-          16/06/2017 vergunning (2017477) voor het regulariseren van een appartementsgebouw met 32 woonentiteiten en een kinderopvang voor 108 kinderen (Fase 1 van dit project);

-          21/12/2017 vergunning (deputatie (2017476) voor het slopen van de bestaande bebouwingen en verhardingen en het oprichten van een woon- en zorgcentrum met 123 kamers, een lokaal dienstencentrum , 50 assistentieflats en een sporthal (Fase 2 van dit project).

Laatst vergunde toestand

-          er is geen relevante laatst vergunde toestand aangezien alle bestaande constructies op de site worden gesloopt ter voorbereiding van deze nieuwbouw.

Bestaande toestand

-          op de site is vandaag een leegstaand schoolgebouw aanwezig van het Gemeenschapsonderwijs Antwerpen.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van alle bestaande gebouwen en constructies op het perceel;

-          het oprichten van een meergezinswoning met 14 appartementen met een gemiddelde grondoppervlakte van 79,45 m2;

-          realiseren van kantoorruimte op het gelijkvloers.

-          bouwvolume van 4 bouwlagen met een teruggetrokken daklaag;

-          kroonlijsthoogte van 18,13 m en een gevelbreedte van 23,70 m;

-          gevelafwerking in lichtgrijze gevelsteen met een gelijkvloerse plint in architectonisch beton.

Argumentatie

Stedenbouwkundige lasten

Artikel 75 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning bepaalt dat de vergunningverlener lasten kan verbinden aan omgevingsvergunningen.

De stedenbouwkundige last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van stedenbouwkundige lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden.

Met toepassing van de principes uit het kaderbesluit van 9 maart 2018 inzake stedenbouwkundige ontwikkelingskosten (jaarnummer 2203) wordt het maximale bedrag voor de stedenbouwkundige last vastgesteld op 493.950,00 euro.

Het project valt onder het kaderbesluit aangaande stedenbouwkundige lasten, goedgekeurd door het college op 9 maart 2018. Het betreft een project dat opgedeeld is in verschillende fases. Het totaalproject werd in de tweede fase onderzocht naar mogelijke stedenbouwkundige lasten en/of kosten. Bij de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning (2017_CBS_07143) voor het slopen van de bestaande bebouwingen en verhardingen en het oprichten van een woon- en zorgcentrum met 123 kamers, een lokaal dienstencentrum , 50 assistentieflats en een sporthal (ZHO/B/2017476) werden de stedenbouwkundige lasten en/of kosten opgenomen voor het totaalproject, inclusief de fase in voorliggend dossier.

Besloten kan worden dat aan de stedenbouwkundige ontwikkelingskostplicht is voldaan. 

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

7 november 2018

6 december 2018

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

7 november 2018

6 december 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

7 november 2018

15 november 2018

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

7 november 2018

22 november 2018

Gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

7 november 2018

28 november 2018

Gunstig

PROXIMUS

7 november 2018

30 november 2018

Gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen

7 november 2018

27 november 2018

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn

7 november 2018

29 november 2018

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

7 november 2018

7 november 2018

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

7 november 2018

12 november 2018

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

7 november 2018

12 november 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

7 november 2018

9 november 2018

stadsontwikkeling/ ruimte (advies inzake grond- en pandendecreet)

7 november 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ ruimte (advies inzake SOK)

7 november 2018

17 januari 2019

stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie

7 november 2018

8 november 2018

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

-          artikel 38 Groendaken:
de aanvrager voorziet in de tuinzone geen meter teelaarde bovenop het dak van de ondergrondse parkeergarage.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het aangevraagde is niet in overeenstemming met artikel 38 van de bouwcode. De gronddekking op de ondergrondse parking is minder dik dan 1m zoals opgelegd in dit artikel van de bouwcode. De  ondergrondse parking van de aanvraag betreft een uitbreiding op de reeds vergunde parking , behandeld in dossier 2017476 ( fase 2). Het plaatselijk verlagen van de vloerplaat van de nieuwe parking is niet gewenst gezien de parking als één aansluitend geheel dient te functioneren. Een afwijking op de minimale gronddekking is dan ook  omwille van de gebruiksvriendelijkheid van de parking aanvaardbaar. De afwijking wordt gunstig geadviseerd aan het college.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag werd voorgelegd ter advies aan de dienst Ondernemen & Stadsmarketing: hun advies was gunstig voor de voorziene functies. De stedenbouwkundige aanvraag is qua bestemming verenigbaar met het stedelijk weefsel van het desbetreffende bouwblok, zijnde woongebied.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 28 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging.

 

14 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1,35 ? 14 x 1,35 = 18,9 ? 19 parkeerplaatsen.

 

Er wordt op het gelijkvloers 574m² kantoorruimte voorzien. De toegepaste norm voor die functie is 1,55 parkeerplaats per 100m² BVO. Dus 574m²/100m² x 1,55 = 8,9 ? 9 parkeerplaatsen.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 19 + 9 = 28 parkeerplaatsen.

 

De plannen voorzien in 34 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De parkeerplaatsen worden voorzien onder het project, maar met een doorrij vanuit het project fase 2 (woontoren hoek zwaantjes). De inrit van deze parking is in de Krugerstraat gelegen.

Er worden aansluitend aan de bestaande parkeerplaatsen plaatsen doorgetrokken op zowel de -1 als de -2. Op elke verdieping komen er 17 parkeerplaatsen bij, in totaal dus 34 parkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 28.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De inrit van de autoparking is gelegen in de Krugerstraat. De locatie van de inrit zorgt ervoor dat er geen opstoppingen op de Sint-Bernardsesteenweg zullen ontstaan.

 

Fietsvoorzieningen:

De fietsparkeerbehoefte van deze ontwikkeling is:

12 x 2-slaapkamerappartementen ? 12 x (2 + 1) = 36

2 x 1-slaapkamerappartementen  ? 2 x (1 + 1) = 4

574m² kantoorruimte (1,25/100m² BVO) ? 574m²/100m² x 1,25 = 7,1 ? 7

 

36 + 4 + 7 = 47 fietsparkeerbehoefte.

 

Er wordt een grote fietsparking voorzien op niveau -1. Deze ruimte is ingericht met stalplaatsen, zowel gewone als plaatsen voorzien van een hangsysteem. 26 gewone stallingen en 26 met een ophangsysteem. In totaal worden er dus 52 nuttige fietsplaatsen voorzien.

Deze fietsplaatsen zijn enkel te bereiken via de parking van fase 2. Voor fietsen is dit wel een grote omweg. Als voorwaarde wordt dan ook opgelegd de liften ter hoogte van de inkomzone van de assistentieflats, zoals vergund in dossier 2017476, ook toegankelijk te maken voor de fietsgebruikers het bijkomende programma zijnde het kantoor en de 14 woningen. Door het toegankelijk maken van deze liften zal de gebruiksvriendelijkheid van de nieuwe fietsenstalling sterk verbeteren.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Bouwvolume:

De aanvraag omvat de derde en laatste fase van het grotere project ter hoogte van het kruispunt aan de Zwaantjes te Hoboken. Het bouwvolume zoals voorgesteld in deze aanvraag werd grondig voorbesproken en werd afgetoetst aan de hand van een ontwerpend onderzoek opgemaakt door de stad. Gelet op de specifieke locatie aan het drukke kruispunt, werd de bouwzone van de aanvraag aangeduid als een centrumlocatie waar een beperktere hogere bebouwing toelaatbaar was.

 

De Sint-Bernardsesteenweg kenmerkt zich door gebouwen opgebouwd uit 4 bouwlagen. De 5de bouwlaag, uitgevoerd als een terugspringende daklaag, is stedenbouwkundig aanvaardbaar gezien dit bouwvolume naadloos aansluit op het lagere bouwvolume naast de hoogbouw zoals vergund in dossier 2017476 (fase 2). Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het echter niet wenselijk een 5de bouwlaag als referentievoorbeeld te gebruiken voor de verdere bebouwing aan de Sint-Bernardsesteenweg. Daarom wordt dan ook als voorwaarde opgelegd dat de 5de bouwlaag moet terugspringen ten opzichte van de rechter perceelsgrens. Zo dient deze 1 meter afstand te houden van de rechter perceelsgrens. De zijgevel dient ook als een volwaardige gevel te worden afgewerkt.

 

Programma:

Door het uitbreiden van het woonprogramma met 14 woonentiteiten met een gemiddelde oppervlakte van  79,45 m2 wordt de draagkracht van de site niet overschreden. Een gemiddelde vloeroppervlakte van 80m2 voor 2 slaapkamer-appartementen is noodzakelijk om te voldoen aan de minimale woonkwaliteit. De aanvraag voldoet hier bij benadering aan. Het verschil van 0.55m2 gemiddelde vloeroppervlakte is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

 

De aanvraag werd eveneens voorgelegd aan de stedelijke dienst Ruimte/Ruimtelijke Woonbeleid. Hun advies luidt als volgt: “Voor gronden in eigendom van overige natuurlijke personen of rechtspersonen bedraagt de bescheiden last 20%.  De aanvraag beantwoordt aan deze normen.”

 

Visueel-vormelijke elementen

Het voorgestelde materiaalgebruik, een lichtgrijsbruine gevelsteen met een gelijkvloerse plint in architectonisch beton komt overeen met het kenmerkende gevelmateriaal uit de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd eveneens ter advies voorgelegd aan de verkeerspolitie. Hun advies luidt als volgt :  Gezien de huidige verkeersdrukte en het grote ongevallenbeeld op het kruispunt van de Krugerstraat met de Sint-Bernardsesteenweg, is het aangewezen een mobiliteitstoets op te stellen. Een mobiliteitstoets kan de effecten van de nieuwe ontwikkeling op het bestaande netwerk inschatten en zo eventuele mobiliteits- of verkeersveiligheidsissues in beeld brengen. Zo dient onder andere onderzocht te worden of de in- en uitrit, die dicht tegen het kruispunt gelegen is (+/- 30m), een terugslag zal hebben op de afwikkeling van het verkeer in de Krugerstraat richting Sint-Bernardsesteenweg.”

 

In de vergunning  2017476 werd reeds een mobiliteitsstudie opgemaakt door Anteagroup als onderdeel van de hoogbouwnota. Deze mobiliteitsstudie had betrekking op alle fases van het project en werd toen ook gunstig door de dienst mobiliteit beoordeeld. Gelet op het voorgaande wordt er geconcludeerd dat er geen bijkomende mobiliteitstudie noodzakelijk zal zijn.

 

De aanvraag werd bovendien gunstig beoordeeld door de ASTRID veiligheidscommisie. De appartementen voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande nieuwbouw is mits naleven van de voorwaarden zoals opgesteld door de overige adviesinstanties niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de bijgevoegde voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Aquafin dienen strikt te worden nageleefd;

3.      de bijgevoegde voorwaarden zoals in het advies van De Lijn dienen strikt te worden nageleefd;

4.      de bijgevoegde voorwaarden zoals in het advies van Proximus dienen strikt te worden nageleefd;

5.      de bijgevoegde voorwaarden zoals in het advies van Wegen en Verkeer dienen strikt te worden nageleefd;

6.      de bebouwing op de daklaag dient te eindigen op 1m afstand ten opzichte van de rechterperceelsgrens;

7.      de nieuwe zijgevel van de daklaag dient afgewerkt te worden in dezelfde gevelsteen als de voorgevel van de daklaag;

8.      de liften ter hoogte van de inkomzone van de assistentieflats, zoals vergund in dossier 2017476 ( fase 2) , ook toegankelijk te maken voor de fietsgebruikers van het bijkomend vergunde programma;

9.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Artikel 4.2.20 §1, eerste tot derde lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: het college is bevoegd om aan een vergunning lasten te verbinden.

Artikel 2, §2 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordering van 28 april 2014 (bouwcode), goedgekeurd bij besluit van de deputatie van 9 oktober 2014: het college toetst een project aan de sociale en economische gevolgen en verbindt desnoods de gepaste stedenbouwkundige lasten aan de stedenbouwkundige vergunning.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

8 oktober 2018

Volledig- en ontvankelijk

7 november 2018

Start openbaar onderzoek

13 november 2018

Einde openbaar onderzoek

12 december 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 februari 2019

Verslag GOA

29 januari 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

1.    de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de bijgevoegde voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Aquafin dienen strikt te worden nageleefd;

3.      de bijgevoegde voorwaarden zoals in het advies van De Lijn dienen strikt te worden nageleefd;

4.      de bijgevoegde voorwaarden zoals in het advies van Proximus dienen strikt te worden nageleefd;

5.      de bijgevoegde voorwaarden zoals in het advies van Wegen en Verkeer dienen strikt te worden nageleefd;

6.      de bebouwing op de daklaag dient te eindigen op 1m afstand ten opzichte van de rechterperceelsgrens;

7.      de nieuwe zijgevel van de daklaag dient afgewerkt te worden in dezelfde gevelsteen als de voorgevel van de daklaag;

8.      de liften ter hoogte van de inkomzone van de assistentieflats, zoals vergund in dossier 2017476 ( fase 2) , ook toegankelijk te maken voor de fietsgebruikers van het bijkomend vergunde programma;

9.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.