Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018139788 |
Gegevens van de aanvrager: |
Riemer en Elisa Grootjans - Vingerhoedt met als adres Tolstraat 50 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Tolstraat 50 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 11sectie L nr. 3575X2 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/11/2008: vergunning (20084911) voor het regulariseren van de uitbreiding van een eengezinswoning;
- 8/7/1993: vergunning (86#930563) uitbreiding keuken.
Laatst vergunde toestand
- eengezinswoning van 4 bouwlagen onder een zadeldak in gesloten bebouwing met helemaal links achteraan een aanbouw van 2 bouwlagen plus een dakterras.
Bestaande toestand
- eengezinswoning van 4 bouwlagen onder een zadeldak in gesloten bebouwing met helemaal links achteraan een aanbouw van 2 bouwlagen plus een dakterras.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen en uitbreiden van een inventarispand;
- de bestaande achterbouw wordt afgebroken en vervangen door een nieuwbouw waarvan de achtergevel op een diepte van 19m44 komt te liggen, 18cm dieper dan het rechtse buurpand;
- de rechterzijde telt 1 bouwlaag onder plat dak met verhoogde scheidingsmuur en de linkerzijde vormt een entresol van 3 bouwlagen onder een onbetreedbaar plat dak met een hoogte van 10m96;
- de achter en zijgevel van de nieuwbouw worden afgewerkt met een witte crepi en buitenschrijnwerk in zwart staal;
- in de tuin wordt een verhard terras van 28m² geplaatst plus een zwembad van 27m² en een tuinberging van 6,6m² en de bestaande lindeboom wordt geveld;
- er wordt een regenwaterput van 5000l voorzien;
- de voorgevel en zolderverdieping maken geen deel uit van de aanvraag en worden uit de vergunning gesloten.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
13 december 2018 |
21 december 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
13 december 2018 |
14 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande eengezinswoning blijft behouden. Deze blijft functioneel inpasbaar in de omgeving en is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van RUP-Binnenstad.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bebouwde context geeft weer dat de achterzijde van de Tolstraat gekenmerkt wordt door herenhuizen met drie bouwlagen onder mansarde –of zadeldak met aan de achterzijde achterbouwen en entresols over twee en drie bouwlagen. De bestaande achterbouw met drie bouwlagen wordt verwijderd en vervangen door een nieuwe achterbouw. Het linkerdeel van de nieuwe achterbouw heeft drie bouwlagen met een hoogte van 10, 96 meter. Het rechterdeel beperkt zich tot de gelijkvloerse verdieping. Ten opzichte van de bestaande toestand wordt de achtergevel gelijkgetrokken met de scheidingsmuur van de rechterbuur achteraan. De voorgestelde ingrepen zijn ruimtelijke inpasbaar en in overeenstemming met de reeds aanwezige configuratie inzake bouwvolume en bouwdichtheid.
Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten
Aan de voorgevel van het pand worden geen wijzigingen aangebracht. De beige geschilderde achtergevel van het hoofdgebouw blijft behouden. De achtergevel van de nieuwe achterbouw wordt voorzien van witte crépi. Omwille van de erfgoedwaarde van het pand werd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg om advies gevraagd.
Inleiding
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat opgenomen is in de vastgestelde inventaris sinds 28/11/2013 omwille van de architecturale en stedenbouwkundige waarde. Het pand is beeldbepalend in zijn omgeving.
Deze rijk versierde neoclassicistische burgerwoning werd in 1883 ontworpen door architect Charles Dens in opdracht van P. Delgoffe. De woning valt op door de bekroning van de centrale travee met een dakvenster in de vorm van een serliana, geflankeerd door pilasters met vleugelstukken op natuurstenen consoles en bekroond met een vaasvormig topornament met wimpel. Tussen de consoles het bouwjaar "ANNO 1883". Door deze gevelbekroning en de verzorgde, gaaf bewaarde gevelafwerking, is deze woning een zeer mooi voorbeeld van de boven de standaarden uitstekende neoclassicistische burgerhuizen die het Zuid rijk zijn.
Het schrijnwerk van ramen en deur is bewaard. Het betreft T-vensters en een deur met betralied deurlicht.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Er werd een fotoreportage bezorgd en het dossier werd voorbesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg.
Beoordeling
Men wenst de volledige achterbouw over alle verdiepingen te slopen en een nieuw volume te voorzien. Het principe van de entresol blijft behouden, in de nieuwe toestand wordt deze beperkt verbreed.
Het hoofdvolume blijft ongewijzigd.
Het entresolvolume werd reeds aangepast en uitgebreid, aanpassingen zijn mogelijk omdat de historische waarde beperkt is.
De naastgelegen tuinkamer op de gelijkvloerse verdieping heeft nog de oorspronkelijke lambrisering, schouw, stucwerkplafond, daklicht en buitenschrijnwerk met bovenlicht in decoratief glas-in-lood en is op basis van de aangeleverde informatie nog in goede staat. Door de aanwezigheid van de authentieke erfgoedelementen in deze ruimte, in aansluiting met de waardevolle interieurafwerking van de hoofdbouw, werd behoud van deze ruimte geadviseerd. Intussen werd aangetoond dat de bouwfysische staat van de tuinkamer zeer slecht is en dat afbraak te verantwoorden is. Een kwalitatieve achterbouw is bijgevolg aanvaardbaar.
Advies
Gelet op het voorgaande wordt een gunstig advies verleend.
Dit advies wordt bijgetreden. De voorgestelde aanpassingen op het gebied van kleur en materiaal zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het openwerken van de achtergevel door gevelbrede beglazing versterkt het contact met de tuin aanzienlijk. Bovendien zorgt de open achtergevel voor een verhoogde toetreding aan daglicht in de woning met een verbetering van de algemene woonkwaliteit als gevolg.
In de aanvraag wenst men een boom te rooien, hierover werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst stadsbeheer Groen en Begraafplaatsen.
De groendienst geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor het rooien van één hoogstamminge lindeboom in de tuin vlak tegen de woning. De resterende te behouden bomen (op straat en in de tuin) moeten voldoende beschermd worden tijdens de werken.
Dit advies wordt bijgetreden. Bijgevoegd bij deze vergunning werden voorwaarden opgenomen die betrekking hebben tot het rooien van een boom.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. Praktisch gezien wil dit zeggen dat tijdens de werken het niet is toegestaan om:
1.1. het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden bomen;
1.2. graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
1.3. de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm);
2. de wortelzone van de te behouden bomen moeten beschermd worden om verdichting van de bodem en/of beschadiging van de wortels te voorkomen;
3. om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;
4. naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;
5. om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;
6. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
26 november 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
13 december 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
11 februari 2019 |
Verslag GOA |
22 januari 2019 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. Praktisch gezien wil dit zeggen dat tijdens de werken het niet is toegestaan om:
1.1. het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden bomen;
1.2. graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
1.3. de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm);
2. de wortelzone van de te behouden bomen moeten beschermd worden om verdichting van de bodem en/of beschadiging van de wortels te voorkomen;
3. om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;
4. naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;
5. om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;
6. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.