Terug

2019_CBS_00465 - Omgevingsvergunning. OMV_2018131006 - Hoek Charlottalei en Jacob Jordaensstraat, 2018 Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 18/01/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_00465 - Omgevingsvergunning. OMV_2018131006 - Hoek Charlottalei en Jacob Jordaensstraat, 2018 Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_00465 - Omgevingsvergunning. OMV_2018131006 - Hoek Charlottalei en Jacob Jordaensstraat, 2018 Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer:

OMV_2018131006

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

Aannemingen Janssen nv, Van Doornelaan 2 te 2440 Geel

Ligging van het project:

Hoek Charlottalei en Jacob Jordaensstraat, 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

Antwerpen afdeling 6 sectie F nrs. 1442G2, K2, E2, M2 en H2

Inrichtingsnummer:

20181026-0063

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling voor verwezenlijking van bouwkundige werken

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aangevraagde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

67 m³/uur

3.6.3.2

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

 

53.2.2.b.2

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

586.920 m³/jaar

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), grondwaterbeheer 

21 november 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/groen en begraafplaatsen

21 november 2018

22 november 2018

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen

21 november 2018

5 december 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling voor verwezenlijking van bouwkundige werken.

De aanvraag is gesitueerd op een hoekperceel langs de Charlottalei en de Jacob Jordaensstraat. De omgeving heeft een residentieel karakter met zowel een- als meergezinswoningen in gesloten bebouwing.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.

De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De aanvraag betreft de exploitatie van een bemaling voor de bouw van 24 appartementen met 3 ondergrondse bouwlagen op de kruising van de Charlottalei en de Jacob Jordaensstraat te 2018 Antwerpen.

Voor de realisatie van de ondergrondse bouwlagen dient er een bemaling te gebeuren. De bouwput is 30 meter lang en 17 meter breed. De laatste grondwaterstand werd gemeten op 4,9 m-mv en het grondwater dient verlaagd te worden tot 12 m-mv. De bouwput wordt gevormd door een waterdichte secanswand en groutwanden tot 3 meter onder het te realiseren waterpeil zodat minder water moet opgepompt worden. Oorspronkelijk werd er een totaaldebiet van 586.920 m³/jaar, 1.608 m³/dag en 67 m³/uur aangevraagd. In de loop van de vergunningsprocedure liet de exploitant weten dat er overgeschakeld werd naar een nieuwe uitvoeringsmethode met trekpalen onder de vloerplaat zodat het debiet van de bemaling en de bemalingstijd kan verminderd worden.

Volgende debieten werden doorgegeven:

  • Fase 1 (8 weken): 67 m³/uur; 1.608 m³/dag; 90.048 m³/56 dagen;
  • Fase 2 (6 weken): 45 m³/uur; 1.080 m³/dag; 45.360 m³/42 dagen;
  • Fase 3 (6 weken): 22 m³/uur; 528 m³/dag; 22.176 m³/42 dagen.

Dit geeft een totaal debiet van 157.584 m³/jaar. De bemalingsduur wijkt volgens deze gegevens af van de vooropgestelde 6 maanden (en wijkt ook af van de 3 maanden die in mailverkeer werd vernoemd) en zal maximaal 5 maanden bedragen. 

Uit sonderingen kon vastgesteld worden dat de ondergrond bestaat uit een zandig quartair pakket (+/- 8 meter) met daaronder de formatie van Berchem (+/- 15 meter) en daaronder de Boomse klei. Er werd gerekend met een hydraulische conductiviteit van 8 x 10-5 m/s.

Als gevolg van de verlaging van het grondwater ter hoogte van de bouwput zal er in de omgeving eveneens een grondwaterverlaging optreden. Door het verlagen van de waterdruk kunnen zettingen optreden. De algemeen aanvaarde grenswaarde van 20 mm theoretische absolute zetting wordt bij de maximaal verwachte grondwaterverlaging van 12 m-mv niet overschreden. 

Sondering

Absolute zetting (cm)

Differentiële zetting

S1

1,54

1/2964

S4

1,63

1/2782

De beoogde verlaging zal bekomen worden door het boren van 4 filters met een lengte van 10 meter. Deze filters worden voorzien van een filterelement van 8 meter. De filters zullen 4 meter uit elkaar worden geplaatst. 

Om de invloedstraal te berekenen werd de formule van Sichard gebruikt. De invloedstraal bedraagt 164 meter. We willen de exploitant erop wijzen dat deze formule vaak een onderschatting van de berekende invloedstraal weergeeft. 

Bodemonderzoek 

Op het adres van Charlottalei 10 is OVAM-dossier 26057 gekend. Het resultaat van het voormalig bodemonderzoek uit 2005 geeft het volgende: “In de grond is een historische verontreiniging door lood boven de grenswaarde voor opname in het register van verontreinigde bodems aanwezig. Deze is waarschijnlijk veroorzaakt door de aanwezigheid van puin in de geanalyseerde bodemlaag. In het grondwater is een historische verontreiniging door 1,2-dichloorethenen en vinylchloride boven 80% van de bodemsaneringsnorm aanwezig. Naar onze mening is deze afkomstig van de activiteiten van het droogkuissalon op de onderzoekslocatie. Deze activiteiten werden stopgezet voor 1995. Uit de verdere evaluatie blijkt dat er voor beide parameters een ernstige aanwijzing voor een ernstige bedreiging is. Aangezien gehaltes zijn gemeten die hoger liggen dan de grenswaarden dient het kadastraal perceel opgenomen te worden in het register van verontreinigde gronden. De verhoogde gehaltes aan 1,2-dichloorethenen en vinylchloride in het grondwater geven naar onze inzichten aanleiding tot uitvoering van een beschrijvend bodemonderzoek. In het beschrijvend bodemonderzoek dient rekening te worden gehouden met andere, reeds gekende verontreinigingen door VOCl’s in deze buurt.”

Uit een tweede OBO daterend van 2008 blijkt het volgende: “Na analyse van de stalen zijn er geen concentraties van mogelijk verontreinigde stoffen gevonden boven de registerwaarde (de 80%-waarde van de bodemsaneringsnorm voor bestemmingstype II). De grond blijft echter opgenomen in het register van verontreinigde gronden op basis van het verhoogde gehalte aan lood dat in het oriënterend bodemonderzoek van 17 mei 2005 werd vastgesteld. Aangezien uit de resultaten van onderhavig onderzoek blijkt dat de historische grondwaterverontreiniging door VOCl niet langer aanwezig is op de onderzoekslocatie, dient niet langer overgegaan te worden tot de uitvoering van een beschrijvend bodemonderzoek zoals geconcludeerd werd in het oriënterend bodemonderzoek van 17 mei 2005.”

De exploitant heeft een grondonderzoek laten uitvoeren waaruit blijkt dat de puinhoudende grond in de laag vanaf 0,0 m-mv tot 1,0 m-mv een code 410 heeft. Vanaf 1,0 m-mv tot 7,0 m-mv krijgt de grond een code 911 wegens de ongunstige invloed van de gemeten concentraties aan VOCl en vinylchloride in het grondwater, rekening houdende met de schommelingen van het grondwaterniveau en de zinklagen die normaal is voor VOCl-verontreinigingen. De grond in de laag vanaf 7,0 m-mv tot een maximale diepte van 9,0 m-mv heeft een natuurlijke verhoging van chroom en krijgt nu een code 910 wegens de ongunstige invloed van de gemeten concentraties aan VOCl en vinylchloride in het grondwater.

Grondwateranalyse toont dan weer aan dat er een overschrijding van de BSN van vinylchloride is namelijk 6,4 µg/l (BSN = 5 µg/l). Het indelingscriterium voor gevaarlijke stoffen voor lozing in overgangswateren bedraagt echter 100 µg/l wat betekent dat er voor de lozing van vinylchloride geen zuivering dient voorzien te worden zolang het indelingscriterium niet overschreden wordt.

Binnen de invloedstraal van de bemaling werd er een BSP (dossiernummer 23614) uitgevoerd. De vervuiling bestond uit minerale olie, MTBE en BTEX. Ter hoogte van de percelen 1240s4 en 1240t4 is er nog een restverontreiniging met minerale olie, benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen aanwezig in het grondwater. Ter hoogte van de buurpercelen 1209M5, 1209W5, 1240L4 en openbaar domein worden geen overschrijdingen van de richtwaarden vastgesteld voor de parameters minerale olie, MTBE en BTEX. Gezien louter een beperkte monitoring van het grondwater werd uitgevoerd, is het niet uit te sluiten dat er nog een restverontreiniging aanwezig is op de verspreidingspercelen.

Om de spreiding van de verontreinigingen te monitoren en in te grijpen indien de monitoring een verspreiding bevestigt, wordt er voorgesteld om het effect van de bemaling op te volgen door de stijghoogte in een aantal peilbuizen tussen de bemaling en de huidige gekende locaties van de verontreiniging op te volgen. Tevens dient ook de grondwaterkwaliteit bepaald te worden. De stijghoogte dient opgemeten te worden voor (1) de opstart van de bemaling, (2) na opstart van de bemaling 3x per week gedurende 1 maand of tot een stationaire toestand bereikt wordt, nadien (3) wekelijks. Als uit de monitoring blijkt dat er ontoelaatbare verspreiding wordt opgemeten, dan zullen er flankerende maatregelen moeten worden toegepast onder de vorm van een tegenbemaling.

Infiltratie:

Er worden in het dossier geen voorstellen besproken om, indien het grondwater niet verontreinigd is, het water te retourneren of te infiltreren. Gezien de huidige problematiek rond het dalende grondwaterpeil en de nabijheid van de stadsvijver is infiltratie in de stadsvijver de meest geschikte oplossing. Het is aan te raden dat de exploitant contact opneemt met Riolink om deze infiltratie te bespreken aangezien er op de hoek van de Quinten Matsijslei en de Van Eycklei reeds voorzieningen zijn getroffen om niet verontreinigd water naar de stadsvijver te voeren.

MER-screening:

Aangezien de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (rubriek 10 j) bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

67 m³/uur

3.6.3.2

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

 

53.2.2.b.2

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

157.584 m³/jaar

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

 
  • minstens 10 dagen voorafgaand aan de opstart van de bemaling dienen volgende documenten aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be met referentie OMV_2018131006) en de VMM ter kennisgeving worden overgemaakt: een monitoringsplan met aandacht voor zettingen, stijghoogtes, debietmeting, kwaliteitsmetingen;
  • interventieplan met vermelding interventiewaarden voor het inschakelen van de waterzuiveringsinstallatie;
  • indien het bemalingswater niet verontreinigd is, dient het geïnfiltreerd te worden in de vijver van het stadspark.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 oktober 2018

Volledig- en ontvankelijk

21 november 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 januari 2019

Verslag GOA

4 januari 2019

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Bijzondere milieuvoorwaarden

 

  • minstens 10 dagen voorafgaand aan de opstart van de bemaling dienen volgende documenten aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be met referentie OMV_2018131006) en de VMM ter kennisgeving worden overgemaakt: een monitoringsplan met aandacht voor zettingen, stijghoogtes, debietmeting, kwaliteitsmetingen;
  • interventieplan met vermelding interventiewaarden voor het inschakelen van de waterzuiveringsinstallatie;
  • indien het bemalingswater niet verontreinigd is, dient het geïnfiltreerd te worden in de vijver van het stadspark.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

67 m³/uur

3.6.3.2

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

 

53.2.2.b.2

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

157.584 m³/jaar 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

 

  • minstens 10 dagen voorafgaand aan de opstart van de bemaling dienen volgende documenten aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be met referentie OMV_2018131006) en de VMM ter kennisgeving worden overgemaakt: een monitoringsplan met aandacht voor zettingen, stijghoogtes, debietmeting, kwaliteitsmetingen;
  • interventieplan met vermelding interventiewaarden voor het inschakelen van de waterzuiveringsinstallatie;
  • indien het bemalingswater niet verontreinigd is, dient het geïnfiltreerd te worden in de vijver van het stadspark.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.