Terug

2019_CBS_00207 - Delegatie - Aanstellings-, ontslag- en tuchtbevoegdheid. Herbevestiging - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/01/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, Schepen; Annick De Ridder, Schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, Schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_00207 - Delegatie - Aanstellings-, ontslag- en tuchtbevoegdheid. Herbevestiging - Goedkeuring 2019_CBS_00207 - Delegatie - Aanstellings-, ontslag- en tuchtbevoegdheid. Herbevestiging - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 57 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat het college de bevoegdheid tot aanstellen, ontslag en tucht van personeelsleden kan delegeren aan de algemeen directeur.

Argumentatie

Op 2 oktober 2009 (jaarnummer 13860)  delegeerde het college de aanstellings-, ontslag- en tuchtbevoegdheid aan de stadssecretaris.

Op 26 juli 2018 werd de stadssecretaris ingevolge het decreet lokaal bestuur algemeen directeur met opname van alle decretale taken van algemeen directeur van de gemeente en het OCMW.

Op 27 juli 2018 (jaarnummer 6983) stelde het college de stadssecretaris aan als algemeen directeur met opname van alle decretale taken van algemeen directeur van de gemeente en het OCMW.

Op 11 januari 2019 wordt aan het vast bureau de delegatie van de aanstellings-, ontslag- en tuchtbevoegdheid voor OCMW-personeel aan de algemeen directeur voorgelegd, met ingang op diezelfde datum.

Voor de eenvormigheid in de datum van de delegatie bij de stad en het OCMW, wordt voorgesteld om de delegatie van de aanstellings-, ontslag- en tuchtbevoegdheid voor het stadspersoneel door het college naar de algemeen directeur te herbevestigen met ingang van 11 januari 2019.

Juridische grond

Artikel 56 §3, 2° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat het college bevoegd is voor aanstelling, ontslag en tucht van personeelsleden.

Aanleiding en context

Op 2 oktober 2009 (jaarnummer 13860)  actualiseerde het college het delegatiereglement van 9 maart 2007 waarbij de aanstellings-, ontslag- en tuchtbevoegdheid aan de stadssecretaris werd gedelegeerd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college heft de beslissing van 2 oktober 2009 (13860) op, uitgezonderd artikel 4 betreffende dagelijks bestuur en artikel 5 betreffende het behoud van beslissingsbevoegdheid over onder meer aanstelling en ontslag van het kabinetspersoneel en leden van het managementteam.

Artikel 2

Het college keurt goed om met ingang van 11 januari 2019 de aanstellings-, ontslag- en tuchtbevoegdheid van het stadspersoneel te herbevestigen aan de algemeen directeur.

Artikel 3

Het college beslist dat op de personeelsleden waarvoor een bijzonder statuut of een bijzondere regeling geldt, de bepalingen van dit besluit slechts van toepassing zijn voor zover ze daarmee niet in strijd zijn. Als er een andere (decretale of reglementaire) overheid bevoegd is voor het aanstellen, tucht of ontslag van het personeel, valt deze bevoegdheid niet onder deze delegatiebevoegdheid aan de algemeen directeur.

Artikel 4

Het college beslist dat onder aanstellingsbevoegdheid van het stadspersoneel onder andere wordt begrepen:

  • alle voorbereidende handelingen die leiden tot aanstelling, benoeming of bevordering (bijvoorbeeld openverklaring, samenstelling selectiejury, bepalen van de procedure…);
  • beslissingen tot benoeming voor statutair personeel;
  • beslissingen tot aanstelling voor contractueel personeel;
  • beslissingen tot bevordering;
  • beslissingen tot heraanstellingen in het kader van een interne mobiliteitsprocedure;
  • beslissingen tot ambtshalve herplaatsing;
  • beslissingen tot toekenning van de waarneming van een hogere functie;
  • beslissingen tot het in disponibiliteit stellen van het statutaire personeel.

Artikel 5

Het college beslist dat onder ontslagbevoegdheid van het stadspersoneel onder andere wordt begrepen: beslissingen tot verlies van hoedanigheid van statutair ambtenaar of vaststellingen van definitieve ambtsneerlegging, volgens de gronden die zijn bepaald in de rechtspositieregeling.

Een einde stellen aan het dienstverband van een contractueel personeelslid wanneer:

  • de verbintenis teniet gaat volgens de algemene wijzen;
  • door afloop van de termijn;
  • door voltooiing van het werk, waarvoor de overeenkomst werd gesloten;
  • door de wil van één der partijen, wanneer de overeenkomst voor onbepaalde tijd werd gesloten, of ingeval een dringende reden tot beëindiging voorhanden is. Het arbeidsreglement bepaalt welke feiten voor contractuele personeelsleden beschouwd kunnen worden als een dringende reden.

Beslissingen omtrent de opzegtermijn of verbrekingsvergoeding na afdanking voor statutair en contractueel personeel.

Artikel 6

Het college beslist dat de algemeen directeur jaarlijks rapporteert aan het college over de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden.

Artikel 7

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.