Terug

2019_CBS_01660 - Omgevingsvergunning - OMV_2018154083. Meereigen 169. District Merksem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 01/03/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_01660 - Omgevingsvergunning - OMV_2018154083. Meereigen 169. District Merksem - Weigering 2019_CBS_01660 - Omgevingsvergunning - OMV_2018154083. Meereigen 169. District Merksem - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018154083

Gegevens van de aanvrager:

de heer Daxin Huang met als adres Verlatstraat 39 te 2000 Antwerpen (Antwerpen) en mevrouw Nga Wai Cheung met als contactadres Verlatstraat 39 te 2000 Antwerpen (Antwerpen)

Ligging van het project:

Meereigen 169 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 41sectie B nr. 365R5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping en het splitsen van de woonst in een appartement op  gelijkvloers en een duplexappartement op de eerste en tweede verdieping

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          27/08/2004: vergunning (103#718) voor het oprichten van een woning;

-          11/01/2008: vergunning 3184#706) voor het plaatsen van een dakkapel.

Laatst vergunde toestand en bestaande toestand

-          de eengezingswoning heeft drie bouwlagen onder een zadeldak;

-          de derde bouwlaag zit gedeeltelijk onder het zadeldak;

-          de woning heeft in het achterste dakvlak een dakkapel:

-          de gevels zijn afgewerkt in rode gevelsteen.

Inhoud van de aanvraag

-          het opdelen van eengezinswoning met een totale vloeroppervlakte van ca. 276 m² in één appartement op de gelijkvloers verdieping (ca. 71 m² netto vloeroppervlakte) en een duplexappartement op de eerste en tweede verdieping (ca. 233 m² netto vloeroppervlakte);

-          uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping met een volume van 8,88 m breedte, 5m diepte en 3,3 m hoogte;

-          de nieuwe bouwdiepte van de gelijkvloerse uitbreiding bedraagt 14 meter;

-          de achtergevel van de aanbouw wordt afgewerkt met antracietkleurig gevelbeplating;

-          op de eerste verdieping wordt een dakterras aangelegd op het dak van de uitbouw;

-          de buitentrap zorgt ervoor dat het terras en een gedeelte van de tuin met mekaar verbonden zijn;

-          enkel de trap van de eerste naar de tweede verdieping wordt anders geplaatst, de bestemming van de andere lokalen blijft behouden.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

10 januari 2019

1 februari 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

10 januari 2019

11 januari 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

10 januari 2019

21 januari 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op de volgende punten:

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: de bestaande scheidingsmuren dienen volgens de regels van de kunst afgewerkt te worden.
     

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen. De grootste woongelegenheid in het project bedraagt circa 233 m² netto. Deze oppervlakte is onvoldoende om een groot gezin te herbergen.

Tevens is de verwevenheid van functies een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie. Ook is er een verschil tussen typologieën die niet via de functiebeperkingen kunnen opgevangen worden. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een rijhuis voor één gezin. De typologie en schaal kunnen overlast genereren door middel van concentraties.

Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van 1 grote woongelegenheid naar 2 kleinere entiteiten de densiteit om onaanvaardbare redenen stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding. Bij projecten tot 5 woningen bedraagt de parkeerbehoefte 1.

Er komt 1 woning  bij. De parkeerbehoefte bedraagt 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van meer dan 8 m, namelijk 10 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is één toegangspoort voor een autobergplaats toegelaten. Een tweede poort of autostalplaats is niet toegelaten.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1 .

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1- 0 = 1 .

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

De fietsparkeerbehoefte voor de nieuwe woning wordt bepaald op het aantal slaapkamers per woning vermeerderd met 1. De fietsparkeerbehoefte voor de nieuwe woning bedraagt 2. In de garage is er plaats voorzien voor het stallen van fietsen. Echter genereert de bestaande woonfunctie ook een fietsparkeerbehoefte. Hier wordt geen plaats voor voorzien, wat niet wenselijk is.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Achteraan de woning wordt op de gelijkvloerse verdieping een uitbreiding voorzien tot 14 m bouwdiepte. Het gebouw past zich in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel blijft behouden. De achtergevel wordt afgewerkt met antraciet gevelbekleding, aluminium antraciet buitenschrijnwerk en antraciet stalen borstwering. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Achteraan de woning wordt aan het dakterras op de eerste verdieping een trap naar de tuin aangebracht. Omwille van de wetgeving op lichten en zichten wordt de scheimuur met de rechter aanpalende verhoogd wat ruimtelijke aanvaardbaar is.

Echter wordt bij het dakterras aan de rechterzijde eveneens de scheimuur verhoogd ook omwille van de wetgeving op lichten en zichten. Hierdoor komt het bouwvolume visueel dieper dan wenselijk, namelijk 13 m. De rechter aanpalende heeft ca. 11,6 m bouwdiepte. Vanuit ruimtelijk punt is het wenselijk aan te sluiten op de bouwdiepte van de rechter aanpalende zodat er geen schaduwhinder kan ontstaan. Naar voorwaarden wordt meegenomen het dakterras en de scheimuur te beperken tot ca. 11,6 m, dezelfde bouwdiepte als de rechter aanpalende.

Er wordt vastgesteld dat bij de rechter aanpalende op de eerste verdieping het dakterras zich over de perceelsgrens bevindt wat in conflict komt met de aanvraag. Echter is dit een burgerrechtelijk aspect en geen stedenbouwkundig aspect.

Bij het ontwerpen van woningen zijn een evenwichtige ruimteverdeling en optimale afmetingen een must gezien deze een grote impact hebben op het wooncomfort. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het dus belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van het opdelen van een eengezinswoning in een meergezinswoning waardoor de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar verhoogt en de draagkracht van de site wordt overschreden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 december 2018

Volledig- en ontvankelijk

10 januari 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 maart 2019

Verslag GOA

21 februari 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.