Terug

2019_CBS_01612 - Omgevingsvergunning - OMV_2018037691. District Antwerpen. Vlaamsekaai, Waalsekaai, Gillisplaats, Namenstraat, Jan van Gentstraat en Verviersstraat ZN - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/03/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_01612 - Omgevingsvergunning - OMV_2018037691. District Antwerpen. Vlaamsekaai, Waalsekaai, Gillisplaats, Namenstraat, Jan van Gentstraat en Verviersstraat ZN - Goedkeuring 2019_CBS_01612 - Omgevingsvergunning - OMV_2018037691. District Antwerpen. Vlaamsekaai, Waalsekaai, Gillisplaats, Namenstraat, Jan van Gentstraat en Verviersstraat ZN - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

2 oktober 2018

31 oktober 2018

7

0

0

2

Bespreking van de bezwaren

1. Parkeren: De inplanting van een ondergrondse parking heeft een onmiskenbare grote impact op de omgeving en op de verkeersstromen en verkeerscirculatie, men tekent bezwaar aan tegen de toename in bestemmingsverkeer dat de door aanvrager toegestane evenementen (ook hoogdynamische) zullen genereren. In het MOBER in het kader van de vergunningsaanvraag voor de bouw van de parking wordt geen rekening gehouden met het verkeer dat zal gegenereerd worden door de evenementen.

Beoordeling:

Het voorwerp van deze aanvraag betreft niet de inplanting van een ondergrondse parking, die reeds werd vergund door middel van de stedenbouwkundige vergunning van 12 oktober 2017. Het voorliggende project maakt deel uit van de heraanleg van de gedempte zuiderdokken. Dit dossier behandelt de vergunningsaanvraag voor deelgebied VH01 en deelgebied VH02.

Wat betreft het evenementenbeleid van de stad Antwerpen in zijn algemeenheid zijn er enerzijds de activiteiten die de stad Antwerpen zelf organiseert of bewust aantrekt en anderzijds de evenementen die door derden worden georganiseerd. De stad Antwerpen tracht te allen tijde een evenwichtige spreiding van evenementen over de stad te realiseren. Hierbij probeert de stad rekening te houden met de verwachtingen van buurtbewoners en handelaars in de omgeving. Sowieso kunnen op de zuiderdokken hoogdynamische evenementen maar beperkt plaatsvinden en zullen de grotere evenementen zoals Antwerpen Zingt, Antwerp Car Classic, EK en WK Fan Village, … niet meer doorgaan op de zuiderdokken.

Hoogdynamische of occasionele sociale-culturele of recreatieve activiteiten zijn niet inbegrepen in onderhavige vergunningsaanvraag zodat voor dergelijke evenementen indien nodig een aanvraag moet worden ingediend die desgevallend in haar volledigheid zal worden beoordeeld en waarvoor onder meer een evenementenvervoersplan nodig zal zijn.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

2. Verkeerslus: De wagens vanuit de richting Bolivarplaats met bestemming Steendok kunnen niet rechtstreeks parking Steendok inrijden, maar moeten omrijden via de Van der Sweepstraat, De Gerlachekaai en Namenstraat. Dit zal de verkeersdrukte en lawaai-overlast aan het Edith Kielpad - naast de heraangelegde Van der Sweepstraat - nog doen toenemen. De impact hiervan werd niet opgenomen in de Mober.
Er moet een inrit komen ter hoogte van de Waalsekaai (komende van de Bolivarplaats).

Beoordeling:

Het bezwaar is feitelijk onjuist. Binnen het projectgebied dat deel uitmaakt van deze aanvraag wordt de Waalsekaai - en inrit naar de parking - rechtstreeks toegankelijk vanaf de Van der Sweepstraat zodat omrijden niet langer hoeft.

Het bezwaar is ontvankelijk doch ongegrond.

3. Ontsluitingswegen: de bestaande doodlopende Wapenstraat zal als éénrichtingstraat moeten ontsluiten naar de Cockerillkaai. Dit terwijl alle overige straten tussen de Waalsekaai en de Scheldekaaien doodlopend worden (op de Verviersstraat en Lakenstraat na). De Wapenstraat zal door de heraanleg een druk bereden ontsluitingsweg worden, met tijdens de avondspits pieken tot meer dan 500 wagens/uur. Dit genereert veel leefbaarheidsoverlast voor de bewoners (geluidshinder, geurhinder, fijn stof, verkeersonveiligheid, …) en bemoeilijkt bovendien het in- en uitrijden uit de eigen inpandige parkings.

Beoordeling:

De Wapenstraat maakt geen voorwerp uit van deze vergunningsaanvraag. De ondergrondse parkings, inclusief de uitritten werden reeds vergund door middel van een stedenbouwkundige vergunning van 12 oktober 2017.

Deze opmerkingen konden ten gepaste tijde geuit worden bij de geijkte procedure daartoe bij de Raad van State met betrekking tot de beslissing van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Op 22 februari 2017 werd door Q-Park Belgium NV namens het college en door het college van burgemeester en schepenen een gezamenlijke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend bij de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor het bouwen van de ondergrondse parkings Steendok en Kooldok aan de Waalsekaai en het heraanleggen van de Van der Sweepstraat, Namenstraat en Verviersstraat (inclusief rioleringswerken), de tijdelijke aanleg van een speelterrein, sportvelden en een hondenloopzone. Overeenkomstig artikel 4.2.25 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, moest de gemeenteraad zich toen ook uitspreken over de zaak van de wegen, alvorens een stedenbouwkundige vergunning kon worden verleend. Na afsluiting van het openbaar onderzoek - op 26 juni 2017 - besliste de gemeenteraad om het voorgesteld tracé goed te keuren. Tegen deze beslissing van de gemeenteraad werd een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend bij de Raad van State. In deze procedure werd echter de afstand van geding vastgesteld in hoofde van de verzoekende partijen (tevens bezwaarindiener). De beslissing van de gemeenteraad is derhalve definitief geworden. Deze is niet langer aanvechtbaar.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

4. Verviersstraat: de bestaande doodlopende Verviersstraat zal een zeer druk bereden ontsluitingsweg worden op het Antwerpse zuid met tijdens de avondspits pieken van meer dan 450 wagens/uur en voertuigen die minstens tijdens de avondspits tot 2 à 3 keer een “lichtcyclus” moeten afwachten van 120 sec/stuk. Dit genereert veel leefbaarheidsoverlast voor de bewoners (geluidshinder, geurhinder, fijn stof, verkeersonveiligheid, …) en bemoeilijkt bovendien het in- en uitrijden uit de eigen inpandige dubbele parking.

Beoordeling:

In de Verviersstraat zullen zich enkel de uitrit van parking Steendok en lokaal bestemmingsverkeer bevinden.

De Verviersstraat wordt aangepast om de leefbaarheid voor de bewoners nog te verhogen waarbij de uitrit van parking Steendok wordt verschoven richting de Waalsekaai. Het nieuwe profiel van de Verviersstraat wordt afgestemd op de aangepaste positie van de uitrit waarbij de toegangen tot de private parkeergelegenheden in de straat vlot bereikbaar zijn. Door het verschuiven van de uitrit richting de Waalsekaai kunnen er twee afslagstroken met een voldoende lengte voorzien worden, zodat het verkeer in de Verviersstraat vlot kan worden afgewikkeld.

Daarnaast wordt de uitrit van de parking uitgevoerd met een pergola met groenstructuur om bij te dragen tot een groenere omgeving en een verbetering van de woonkwaliteit voor omwonenden. Ook in de inrichting van de Verviersstraat wordt ingezet op maximale vergroening. Zo komt er een groenvak net voorbij de uitrit en wordt de laad-en loszone uitgevoerd in grasbetontegels en afgebakend door twee solitaire bomen.

Dit zijn voldoende maatregelen om de leefbaarheid van de omgeving voor de bewoners te kunnen garanderen.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

5. Lakenstraat: het lijkt dat de Lakenstraat is gekozen als voornaamste uitgang voor het bovengrondse verkeer van de Waalsekaai en de belendende straten.

Beoordeling:

Dit is een correcte vaststelling. Om de Wapenstraat en de Verviersstraat leefbaarder te maken voor de bewoners, werd geopteerd om het bovengronds verkeer en het verkeer van de parking van elkaar te scheiden. Enkel bestemmingsverkeer is nog toegestaan in de verbindingsstraten uitgenomen de Lakenastraat. Omwille van de ingevoerde verkeerslus, zal het bovengronds verkeer op de Waalsekaai beperkt zijn, vermits doorgaand verkeer geweerd wordt. Het is thans niet duidelijk waaruit het bezwaar bestaat. Het bezwaar is daarom dan ook ontvankelijk maar ongegrond.

6. Mober: Er is geen MOBER opgemaakt voor het project. Er dient minstens een mobiliteitsstudie te worden opgemaakt.

Beoordeling:

In 2014 besliste het college van de stad Antwerpen om het huidige bovengrondse parkeeraanbod op de gedempte zuiderdokken ondergronds te brengen. Het ondergronds brengen van het parkeeraanbod op de zuiderdokken kadert in een reorganisatie van het zuidelijk parkeeraanbod op de Scheldekaaien en de zuiderdokken. In de parkeervisie Kaaien en Zuiderdokken werden 4 zuidelijke locaties aangeduid voor de realisatie van nieuwe parkings: op de Scheldekaaien parking Kaaien Zuid en de zone voor stedelijke activiteiten tussen Nieuw Zuid en Blue Gate Antwerpen; op de noordelijke en zuidelijke kop van de zuiderdokken parking Kooldok en parking Steendok.

Om de mobiliteitseffecten in te schatten van de inplanting van de 2 parkings op de zuiderdokken werd toen reeds een MOBER opgesteld (eindrapport Antea Group september 2016) dat op basis van de te verwachten effecten aanbevelingen gaf voor een optimale verkeersafwikkeling en inplanting van de in- en uitritten van beide parkings.

Beide uitritten worden voorzien in straten tussen de zuiderdokken en de Scheldekaaien teneinde het uitrijdend verkeer zo snel mogelijk op de parkeerroute van de Scheldekaaien te krijgen.

De bestemming en het programma van het gebied binnen deze vergunningsaanvraag wijzigen niet waardoor er ook geen toenemend autoverkeer wordt verwacht. Op de site zal enkel nog bestemmingsverkeer voorkomen voor de parkings. De nieuwe circulatie zorgt voor een knip van het doorgaande verkeer. Zowel op de Waalsekaai als de Vlaamsekaai wordt tegengesteld eenrichtingsverkeer ingesteld, met omkering van de rijrichting respectievelijk ter hoogte van de Verviersstraat en de Museumstraat. De dwarsverbindingen over de zuiderdokken vervallen voor het autoverkeer. Zodoende ontstaat een uitgestrekt verkeersvrij plein in een verkeersluwe omgeving.

Deze aanvraag heeft bovendien betrekking op werken aan publiek domein. Hiervoor dient geen mobiliteitstoets of MOBER te worden opgemaakt. In zoverre gedoeld wordt op potentiële evenementen die zullen plaatsvinden, merken wij op dat het niet noodzakelijk is om voor kleinschalige evenementen een MOBER op te maken. Hoogdynamische of occasionele sociale-culturele of recreatieve activiteiten zijn niet inbegrepen in onderhavige vergunningsaanvraag zodat voor dergelijke evenementen indien nodig een aanvraag moet worden ingediend die desgevallend in haar volledigheid zal worden beoordeeld en waarvoor onder meer een evenementenvervoersplan nodig is.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

7. Onwettige aanleg ondergrondse parkings:

Bezwaarindieners vinden het volstrekt onaanvaardbaar dat de Verviersstraat en bij uitbreiding ook de Wapenstraat worden heraangelegd in functie van de ontsluiting van de vermeende onwettig vergunde, gebouwde en te exploiteren ondergrondse parkings. De realisatie en exploitatie van de parkings zal volgens hen een onaanvaardbare verkeersdruk doen ontstaan.

Bezwaarindieners verwijzen naar het schorsingsarrest van 29 mei 2018 waarbij de ten uitvoerlegging van de vergunning voor de aanleg van de parkings werd geschorst. Men verwijst naar passages van het arrest waarbij de ruimtelijk beperkte impact van de aanvraag in vraag gesteld wordt.

Er wordt ook verwezen naar het arrest van de Raad van State van 1 februari 2013 waarmee de ten uitvoerlegging van het RUP Binnenstad gedeeltelijk werd geschorst. Bezwaarindiener concludeert dat het RUP Binnenstad onwettig is en door elke rechter op grond van artikel 159 Grondwet buiten toepassing kan worden gelaten.

Beoordeling:

Hoewel bezwaarindieners zelf aangeven dat het (twee keer) om een schorsingsarrest gaat, gaan zij volledig voorbij aan de draagwijdte van dergelijk schorsingsarrest. Bij een schorsing wordt enkel op een prima facie wijze geoordeeld over de ernst van het betrokken middel. Met andere woorden wordt enkel nagegaan of het middel een schijn van gegrondheid heeft. De Raad van State noch de Raad voor Vergunningsbetwistingen doen daarbij een onderzoek ten gronde, dit wordt voorbehouden voor de vernietigingsprocedure zelf. Aan een schorsingsarrest kan dan ook geen algemene draagwijdte worden toegekend, zoals bezwaarindieners trachten voor te houden.

Aangaande de draagwijdte van een schorsingsarrest wordt in het betrokken schorsingsarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen bovendien het volgende gesteld:

"De verzoekende partijen voeren in hun verzoekschrift louter aan dat het gRUP ‘Binnenstad’ reeds door de Raad van State bij arrest van 1 februari 2013 met nummer 222.344 werd geschorst. De Raad merkt evenwel op dat bij arrest van 10 maart 2014 met nr. 226.659 de bevolen schorsing werd opgeheven. Het gezag van gewijsde van een schorsingsarrest geldt slechts voorlopig tot het arrest omtrent het vernietigingsberoep is gewezen."

Een loutere verwijzing naar het schorsingsarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 29 mei 2018 volstaat dan ook niet om te stellen dat er sprake is van een onwettige vergunde parking.

De Raad voor Vergunningsbetwistingen stelt in haar arrest van 29 mei 2018 - opnieuw onder voorbehoud van een beoordeling ten gronde – bovendien niet dat de aanleg van de parkings Steendok en Kooldok een aanzienlijke verkeersimpact heeft op de Verviersstraat of de Wapenstraat, enkel dat uit de motivering van de bestreden beslissing niet blijkt dat de aanvraag een beperkt ruimtelijke impact heeft in de zin van het artikel 3, §3 van het Besluit Handelingen Algemeen Belang. Dit zijn twee zaken die duidelijk van elkaar moeten worden onderscheiden.

Het feit dat het betrokken RUP Binnenstad destijds geschorst werd door de Raad van State, betekent dan ook niet dat het RUP Binnenstad als onwettig moet worden beschouwd. We wijzen op het arrest van de Raad van State van 10 maart 2014 (met nr. 226.659) waarbij de schorsing voor het RUP Binnenstad werd opgeheven. Bijgevolg kan niet gesteld worden dat er grove onrechtmatigheid voorhanden is waardoor het RUP Binnenstad als onbestaande moet worden beschouwd.

Er wordt ook voorbijgegaan aan het feit dat er voor de aanleg van de parkings Steendok en Kooldok net wordt afgeweken van de bestemmingsvoorschriften van het RUP Binnenstad, zodat een vermeende onderliggende onwettigheid iedere relevantie mist.

Bovendien wordt de aanvraag gemotiveerd vanuit zowel het RUP Binnenstad als het BPA Antwerpen-Zuid aan de Leien en het gewestplan Antwerpen, zodat een vermeende onderliggende onwettigheid van het RUP Binnenstad niet noodzakelijk leidt tot het de onvergunbaarheid van de aanvraag. Elders in de beslissing komt de verenigbaarheid met alle bestemmingsvoorschriften aan bod. Hieruit blijkt dat de aanvraag verenigbaar is met alle bestemmingsplannen die van toepassing zijn op de aanvraag.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

8. Gelijke behandeling Wapenstraat en Verviersstraat

Bezwaarindieners wijzen op de principes van de evenwichtsleer tussen buren die voortvloeit uit artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek alsook van het beginsel van de gelijkheid van burgers voor openbare lasten. Ze concluderen dat als de stad Antwerpen maatregelen neemt om de beperkt nadelige en lokale gevolgen van de bijkomende verkeersdruk in de Verviersstraat te temperen, zij niet zonder het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel te schenden kan nalaten om dezelfde maatregelen te nemen t.a.v. de Wapenstraat, waar de uitgang van parking Kooldok is gesitueerd.

Beoordeling:

Het bezwaar is drieledig: bezwaarindiener dat er sprake is van (1) onevenredige (buren)hinder, (2) een schending van het beginsel van gelijkheid van burgers voor openbare lasten en (3) een schending van het gelijkheidsbeginsel omwille van een ongelijke behandeling van de uitrit van de Verviersstraat en de uitrit in de Wapenstraat.

Vooreerst wenst het college van burgemeester en schepenen op te merken dat de Wapenstraat en de inrichting van de uitrit niet het voorwerp uitmaken van onderhavige aanvraag. Daar waar bezwaarindieners wijzen op een ongelijke behandeling of onevenredige hinder, lopen zij vooruit op de feiten.

(1)
Wat betreft de onevenredige hinder, wijst het college van burgemeester en schepenen graag op de bestaande situatie: vandaag zijn er meer dan 1931 parkeerplaatsen aanwezig op de Zuiderdokken (waarvan 1480 gratis). De herontwikkeling van de Zuiderdokken beoogt deze parkeerplaatsen ondergronds te brengen om zo ruimte te maken voor een ruim en groen openbaar park dat de gehele buurt ten goede zal komen. Het ondergronds brengen van deze parkeerplaatsen betekent dan ook een verbetering van de huidige bestaande toestand en komt heel de stad ten goede. Voorts blijkt ook uit het MOBER, uitgevoerd naar aanleiding van deze aanvraag, dat een gebundelde verkeersafwikkeling de beste ontsluitingsoptie is. Het globaal effect van het nieuwe circulatieplan is positief.

Uit de project-m.e.r.-screeningsnota blijkt dat er zich lokaal (beperkte) negatieve effecten kunnen voordoen maar deze wegen in de eerste plaats niet op tegen de globale voordelen van het initiatief. De stad Antwerpen beoogt (in de beslissing met betrekking tot de zaak van de wegen en middels huidige aanvraag) deze lokale negatieve effecten tot een minimum te beperken door onder meer de volgende maatregelen te nemen:

  1. de inrichting van het openbaar domein als zone 30 km/u en het instellen van een woonerf ter hoogte van de Waalsekaai;
  2. het weren van doorgaand verkeer door te werken met een lussensysteem; en
  3. het voorzien van betalend parkeren (vermindering van het aanzuigeffect);
  4. het verschuiven van de uitrit richting de Waalsekaai;
  5. de overkapping van de uitrit in de Verviersstraat met een groene pergola;
  6. het aanplanten van meer groen in de Verviersstraat.

Rekening houdend met onder andere deze maatregelen, meent de stad Antwerpen dat geen overmatige hinder zal ontstaan. De lokaal beperkt negatieve effecten worden door de ingrepen van de stad tot een minimum beperkt, zodat er geen sprake is van enige onevenredige hinder.

(2)
Het beginsel van gelijkheid van burgers voor openbare lasten is geschonden wanneer onevenredige nadelige gevolgen van een op zichzelf rechtmatige overheidsdaad die buiten het normaal maatschappelijk risico vallen niet ten laste van de getroffene behoren te komen, maar gelijkelijk over de gemeenschap moeten worden verdeeld.

Hierboven wees het college van burgemeester en schepenen er reeds op dat er geen sprake is van onevenredige hinder, vermits het gaat om beperkte (lokale) nadelige gevolgen waaraan bovendien nog wordt geremedieerd door bijkomende flankerende beleidsmaatregelen.

Daarnaast meent het college dat het wijzigen van een bestaande verkeerssituatie kan worden beschouwd als een normaal maatschappelijk risico. Bezwaarindiener kan geen aanspraak maken op het behoud van de bestaande toestand. Door het maaiveld vrij te maken, het aanzuigeffect van verkeer te verminderen en te voorzien in een lussensysteem om doorgaand verkeer te weren wordt op een evenwichtige wijze de bestaande situatie verbeterd.

Het beginsel van gelijkheid van burgers voor openbare lasten is bovendien bedoeld om schadevergoeding te bekomen en het verminderd genot van eigendomsrecht te compenseren. Een beroep op het beginsel kan geenszins met zich meebrengen dat een rechtmatige overheidshandeling geen toepassing meer kan vinden.

(3)
Van een schending van het gelijkheidsbeginsel is ten slotte pas sprake wanneer in rechte en in feite gelijke gevallen ongelijk worden behandeld zonder dat voor deze ongelijke behandeling een redelijke en objectieve verantwoording bestaat. Het is aan bezwaarindiener om voldoende concrete elementen bij te brengen om aan te tonen dat er sprake is van een identieke situatie die ongelijk wordt behandeld.

De situatie in de Wapenstraat kan niet zonder meer vergeleken worden met de situatie in de Verviersstraat. Van een schending van het gelijkheidsbeginsel kan dan ook geen sprake zijn.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

9. Voorbehoud voor procedure RvVb 1718/RVVB/0232/SA
Bezwaarindiener maakt een voorbehoud m.b.t. de procedure met rolnummer RvVb 1718/RVVB/0232/SA, die momenteel hangende is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Volgens bezwaarindiener hypothekeert huidige aanvraag een mogelijke minnelijke oplossing.

Beoordeling:
Dit bezwaar heeft geen stedenbouwkundige relevantie. Bovendien wordt een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen steeds verleend onder voorbehoud van burgerlijke rechten.

Huidige aanvraag kan dan ook geenszins als een voldongen feit worden beschouwd.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

10. Minimale aanpassingen aan ontwerp Verviersstraat:

Beoordeling:

Het betreft geen bezwaar, maar een suggestie voor aanpassingen aan het ontwerp. Deze voorstellen zijn reeds bekend bij de aanvrager en worden onderzocht. Ze zullen desgevallend door de aanvrager worden weerhouden, en indien vergunningsplichtig, moeten worden aangevraagd.

11.  Bezwaren inzake het openbaar onderzoek
Bezwaarindieners menen dat in de voorbereidende procedure en in de aanvraag meerdere rechtsnormen alsook wettelijke voorschriften zijn geschonden. De procedure van openbaar onderzoek dient volgens hen nietig te worden verklaard.
Op de aanplakkingsaffiches werden de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek foutief voorgesteld als lopende van 25 september 2019 tot 24 oktober 2019.

Beoordeling:
Het klopt dat de eerste affiches de verkeerde data vermeldden. Door een vergissing werd het jaartal 2019 i.p.v. 2018 ingevuld. Zodra deze materiële vergissing werd vastgesteld, werd beslist het lopende openbaar onderzoek stop te zetten en een nieuwe termijn te laten ingaan. Deze nieuwe termijn liep inderdaad van 2 oktober tot en met 31 oktober 2018. Dit is ook de reden waarom de online link resulteerde in een foutmelding. Dit werd gelijktijdig opgelost met het vervangen van de affiches.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

12. Bezwaren inzake het openbaar onderzoek

Bezwaarindieners menen dat in de voorbereidende procedure en in de aanvraag meerdere rechtsnormen alsook wettelijke voorschriften zijn geschonden. De procedure van openbaar onderzoek dient volgens hen nietig te worden verklaard.
Volgens bezwaarindieners werden de verkeerde affiches slechts eind oktober vervangen door de nieuwe affiches, identiek van uitzicht en opmaak.

Beoordeling:
Dit is manifest onjuist. Op 1 oktober 2018 hingen de nieuwe affiches reeds uit. Het dossier bevat foto’s om dit te staven. Uiteraard zijn deze affiches identiek van uitzicht en opmaak. Dit betreft sjablonen die worden afgedrukt op gele affiches zoals in de regelgeving is voorgeschreven.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

13. Bezwaren inzake het openbaar onderzoek
Bezwaarindieners menen dat in de voorbereidende procedure en in de aanvraag meerdere rechtsnormen alsook wettelijke voorschriften zijn geschonden. De procedure van openbaar onderzoek dient volgens hen nietig te worden verklaard. Omwonenden (100 m of minder) werden niet aangeschreven voor het openbaar onderzoek
Beoordeling:
Dit is ook niet verplicht op grond van artikel 23 OVB, vermits de aanvraag geen betrekking heeft op de exploitatie een klasse I-inrichting.

Het grootste deel van de aanvraag heeft bovendien geen kadastraal nummer, waardoor evenmin de eigenaars van de aanpalende percelen moeten worden aangeschreven. De percelen die wel een kadastraal nummer hebben, zijn volledig omgeven door het openbaar domein of andere percelen zonder kadastraal nummer. Er moest dus niemand rechtstreeks in kennis worden gesteld van het openbaar onderzoek.

De plannen waren, vanaf de rechtzetting van de data van het openbaar onderzoek, steeds en integraal raadpleegbaar via het fysiek loket en ook via het omgevingsloket- hoewel er geen verplichting geldt om het integrale administratieve dossier met de plannen op te laden in het omgevingsloket.

In het kader van de openbaarmaking van de aanvraag hebben de plannen gedurende 30 kalenderdagen ter inzage gelegen op de centrale diensten van de stad Antwerpen tijdens de openingsuren van het loket stedenbouwkundige vergunningen. Belanghebbenden hebben bijgevolg voldoende de tijd om zich te vergewissen van de plannen en eventuele bezwaren voor te bereiden. De plannen en de stukken in het dossier bevatten voldoende informatie zodat eenieder de aanvraag en de mogelijke effecten ervan naar behoren kon inschatten. De procedure werd correct gevoerd.

Bezwaarindiener heeft bovendien geen belang om dit bezwaar in te dienen. Ze waren in de mogelijkheid om een bezwaar in te dienen, wat ze ook effectief gedaan hebben en hun bezwaar wordt ook effectief behandeld door de stad.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

14. Bezwaren inzake het inspraaktraject:

Bezwaarindieners menen dat de aanvrager gedurende het volledige inspraak- en overlegtraject bewust misleidend heeft gecommuniceerd betreffende de werkelijke intenties met de heraanleg en het latere gebruik van de Zuiderdokken. Ze voelen zich door aanvrager misleid, zowel op het vlak van communicatie als op vlak van het gevoerde inspraaktraject en de hierbij ingezette methodieken en instrumenten.

Beoordeling:
Het decretaal opgelegde openbaar onderzoek is gebeurd zoals voorgeschreven. Uiteraard worden er voor een project van deze grootte ook nog extra, meer informele inspraakmomenten georganiseerd en wordt daar ook te gepasten tijde communicatie over gevoerd. Aan deze informele momenten zijn geen regels verbonden.

Bovendien werd er op geregelde tijdstippen inspraak- en informatiemomenten georganiseerd om zo veel mogelijk burgers bij de aanvraag te betrekken.

De stad ontkent dat er intentioneel misleidend en incorrect zou gecommuniceerd geweest zijn.

Het is correct dat de aanleg van het openbaar domein niet tegelijkertijd werd opgenomen in de aanvraag van de ondergrondse parkings. De verklaring hiervoor is te vinden in het feit dat de ontwerpen hiervoor nog niet 100% gefinaliseerd waren op het moment van de aanvraag. De inrichting van het openbaar domein lag echter wel al grotendeels vast en werd ook weergegeven op het inplantingsplan.

Het college van burgemeester en schepenen verwijst naar de ontwerpwedstrijd die werd uitgeschreven voor de inrichting van de Gedempte Zuiderdokken en de vele participatiemomenten om samen met de buurtbewoners tot een gedetailleerde invulling te komen. Bezwaarindieners kunnen dan ook bezwaarlijk voorhouden dat de Gedempte Zuiderdokken een "kale vlakte" zouden worden. De huidige aanvraag probeert net de Gedempte Zuiderdokken om te vormen tot een groen park in functie van een verhoogde leefkwaliteit in de hele buurt.

Het project van de Zuiderdokken is steeds in zijn geheel ontworpen, waarbij een groen park steeds de basis is geweest. In het park komen er ook verschillende stedelijke functies. Eén hiervan zijn multisportvelden. Na analyse van alle voorzieningen in de buurt en in combinatie met de toekomstige nieuwe sportvelden op de Scheldekaaien, is de zuidelijke kant hiervoor het meest geschikt. De sportvelden in combinatie met het Zuidplein zorgen zo voor een aangesloten verharding. Globaal in het project is er een goed evenwicht tussen groen en recreatie.

Voor deze aanvraag (VH01), nl de heraanleg deelgebied 1 is de balans tussen verharde en onverharde delen in de aanvraag bestaande ten opzichte van nieuwe toestand als volgt:

  1. Bestaande toestand:
    Verhard | 23.000 m²
    Onverhard | 11.162 m²
  2. Nieuwe toestand:
    Verhard | 21.485 m²
    Onverhard | 12.677 m²

Voor huidige aanvraag is het aantal ontharde vierkante meters enigszins beperkt, vermits in de bestaande toestand van de huidige de aanvraag, die niet de volledige Gedempte Zuiderdokken omvat, reeds een kleinschalig stadspark was begrepen.

Over de gehele Gedempte Zuiderdokken valt de balans tussen verharde en onverharde delen nog veel gunstiger uit in het voordeel van de ontharding.

De argumentatie met betrekking tot financiering van het park is niet van stedenbouwkundige aard en moet om die reden niet worden beantwoord. Het college van burgemeester en schepenen kan evenwel meegeven dat de noodzakelijke budgettering voor de realisatie van de aanleg van de Gedempte Zuiderdokken effectief reeds werd voorzien in de meerjarenbegroting.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

15. Strijdigheid met de vergunningsvoorschriften – onwettigheid RUP Binnenstad –Voorschriften Parkgebied van toepassing

Beoordeling:
Hoewel bezwaarindieners zelf aangegeven dat het om een schorsingsarrest gaat, gaan zij volledig voorbij aan de draagwijdte van dergelijk schorsingsarrest. Bij een schorsing wordt enkel op een prima facie wijze geoordeeld over de ernst van het betrokken middel. Met andere woorden wordt enkel nagegaan of het middel een schijn van gegrondheid heeft. De Raad van State doet daarbij geenszins een onderzoek ten gronde, dit wordt voorbehouden voor de vernietigingsprocedure zelf. Aan een schorsingsarrest kan dan ook geen algemene draagwijdte worden toegekend, zoals bezwaarindieners trachten voor te houden.

Het feit dat het betrokken RUP Binnenstad destijds geschorst werd door de Raad van State, betekent dan ook niet dat het RUP Binnenstad als onwettig moet worden beschouwd. We wijzen op het arrest van de Raad van State van 10 maart 2014 (met nr. 226.659) waarbij de schorsing voor het RUP Binnenstad werd opgeheven. Bijgevolg kan niet gesteld worden dat er grove onrechtmatigheid voorhanden is waardoor het RUP Binnenstad als onbestaande moet worden beschouwd.

Hoewel in principe enkel moet getoetst worden aan de voorschriften van het RUP Binnenstad, is de aanvraag eveneens in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van zowel het RUP Binnenstad als het BPA Antwerpen-Zuid aan de Leien en het gewestplan Antwerpen, zoals ook blijkt uit de beschrijvende nota bij de aanvraag en elders in deze beslissing wordt uiteengezet. Hieruit blijkt dat de aanvraag verenigbaar is met alle bestemmingsplannen die van toepassing zijn op de aanvraag. Een vermeende onderliggende onwettigheid van het RUP Binnenstad leidt niet noodzakelijk tot het de onvergunbaarheid van de aanvraag.

De Zuiderdokken zijn overeenkomstig het gewestplan inderdaad gelegen in parkgebied.

Het sociale karakter van een parkgebied vertaalt zich volgens de (niet bindende) omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende gewestplannen vooral in een passieve-recreatieve functie als wandel- en rustoord. Dit betekent echter niet dat iedere vorm van bebouwing/ verharding uitgesloten is. Het groen, de wandelpaden, waterpartijen, zitbanken etc. zijn in overeenstemming met de voorschriften voor parkgebied.

De sport- en speelterreinen betreffen actieve-recreatieve functies. Deze functies zijn vergunbaar op grond van artikel 4.4.4,§1 lid 1 en 2 VCRO.

De aanvraag is in overeenstemming met het gewestplan Antwerpen, minstens kan er rechtsgeldig worden afgeweken van de voorschriften op grond van artikel 4.4.4, §1 VCRO.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

16. De geplande aanleg van het openbaar domein – strijdigheid met de voorschriften “Parkgebied” (Artikel 14.4.4). Volgens bezwaarindiener wil de aanvrager de weg volledig vrijmaken voor het volledig verharden van een tot op heden onverharde ruimte met bestemming ‘parkgebied’.

Beoordeling:
Het project van de Zuiderdokken is steeds in zijn geheel ontworpen, waarbij een groen park steeds de basis is geweest. In het park komen er ook verschillende stedelijke functies. Eén hiervan zijn multisportvelden. Na analyse van alle voorzieningen in de buurt en in combinatie met de toekomstige nieuwe sportvelden op de Scheldekaaien, is de zuidelijke kant hiervoor het meest geschikt. De sportvelden in combinatie met het Zuidplein zorgen zo voor een aangesloten verharding. Globaal in het project is er een goed evenwicht tussen groen en recreatie.

Voor deze aanvraag (VH01), nl heraanleg deelgebied 1 is de balans tussen verharde en onverharde delen in de aanvraag bestaande ten opzichte van nieuwe toestand als volgt:

  1. Bestaande toestand:
    Verhard | 23.000 m²
    Onverhard | 11.162 m²
  2. Nieuwe toestand:
    Verhard | 21.485 m²
    Onverhard | 12.677 m²

Voor huidige aanvraag is het aantal ontharde vierkante meters enigszins beperkt, vermits in de bestaande toestand van de huidige de aanvraag, die niet de volledige Gedempte Zuiderdokken omvat, reeds een kleinschalig stadspark was begrepen.

Over de gehele Gedempte Zuiderdokken valt de balans tussen verharde en onverharde delen nog veel gunstiger uit in het voordeel van de ontharding.

Uit het verzoek tot ontheffing van de MER-plicht gevoegd bij de aanvraag tot het bouwen van de ondergrondse parkings Kooldok en Steendok die waar relevant ook rekening hield met de herinrichting van het publiek domein van de Zuiderdokken, bleek dat er geen negatieve effecten te verwachten waren op vlak van wateropvang.

Door de aanleg van beide ondergrondse parkings is het bestaande parkeerterrein niet meer nodig, waardoor ook de zone tussen beide ondergrondse parkings opnieuw kan ingericht en maximaal onverhard gemaakt worden (wat dus gefaseerd zal gebeuren met de bovenaanleg). Gezien deze zone momenteel volledig verhard is, kan het verlies aan onverharde oppervlakte t.h.v. Steendok ruimschoots gecompenseerd worden door het wegnemen van verharding in de tussenliggende zone.

Zowel met betrekking tot grondwater, als met betrekking tot oppervlaktewater werd in het ontheffingsrapport geconcludeerd dat er, rekening houdend met de voorzorgsmaatregelen, geen aanzienlijke negatieve effecten zouden optreden.

Het klopt dat verharding en betonnering bijdragen tot het stedelijke hitte-eiland effect. Echter is dit van toepassing indien donkere verharde oppervlaktes worden opgewarmd door zonlicht. Hierdoor slaan zij warmte op en verwarmen zodoende de omgeving. In de aanvraag wordt voldoende hoogstammig groen voorzien om het opwarmen van verharde oppervlaktes tegen te gaan en het stedelijke hitte-eiland effect tot een minimum te beperken. Voor de sportvelden is verharding noodzakelijk, een grasveld zou immers resulteren in zandgrond. Daarnaast wordt de verharding in een lichte kleur voorzien zodat deze het zonlicht eerder reflecteert dan absorbeert.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

17.  Evenementen – strijdig met de voorschriften “Parkgebied” (Artikel 14.4.4)
Bezwaarindiener meent dat de aanvrager middels de vergunningsaanvraag de weg wil vrijmaken voor evenementen in ‘parkgebied’. Nochtans valt dit deel van de Zuiderdokken integraal binnen de zone bestemd voor parkgebied en kunnen hier dus geen evenementen georganiseerd worden.

De aanvraag wil zelfs de weg vrijmaken voor hoog-dynamische evenementen.
Beoordeling:
Wat betreft het evenementenbeleid van de stad in zijn algemeenheid zijn er enerzijds de activiteiten die de stad zelf organiseert of bewust aantrekt en anderzijds de evenementen die door derden worden georganiseerd. De stad tracht te allen tijde een evenwichtige spreiding van evenementen over de stad te realiseren. Hierbij probeert de stad rekening te houden met de verwachtingen van buurtbewoners en handelaars in de omgeving.

Sowieso kunnen op de Gedempte Zuiderdokken hoogdynamische evenementen maar beperkt plaatsvinden en zullen de grotere evenementen zoals Antwerpen Zingt, Antwerp Car Classic, EK en WK Fan Village, … niet meer doorgaan op de Zuiderdokken.

Hoogdynamische of occasionele sociale-culturele of recreatieve activiteiten zijn niet inbegrepen in onderhavige vergunningsaanvraag. Hiervoor kan een afzonderlijke omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd. Deze vergunning kan beperkingen opleggen wat betreft de duurtijd en/of frequentie van de activiteiten.

De voorziene inrichting van het openbaar domein is voornamelijk gericht op ontspanning en/of recreatie van omwonenden. De faciliteiten krijgen een exclusief publiek karakter. Er is met andere woorden sprake van sociaal-cultureel of recreatief medegebruik, waardoor artikel 4.4.4 VCRO kan worden toegepast voor wat betreft de verenigbaarheid met de gewestplanvoorschriften..

Het gaat bovendien om handelingen met een beperkte impact omwille van het beperkte ruimtebeslag en, wat betreft de gebeurlijke organisatie van evenementen, de tijdelijke aard en beperkte frequentie van organisatie waardoor de handelingen perfect inpasbaar zijn in een parkomgeving. Het groen karakter blijft primeren zodat de verwezenlijking van de bestemming niet in het gedrang komt. De aanvraag is dan ook in overeenstemming met het gewestplan.

Bovendien wordt de aanvraag gemotiveerd vanuit zowel het RUP Binnenstad als het BPA Antwerpen-Zuid aan de Leien en het gewestplan Antwerpen. Elders in de beslissing komt de verenigbaarheid met alle bestemmingsvoorschriften aan bod. Hieruit blijkt dat de aanvraag verenigbaar is met alle bestemmingsplannen die van toepassing zijn op de aanvraag.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

18.  Bebouwing in parkgebied –strijdig met de voorschriften “Parkgebied” (Artikel 14.4.4).
Bezwaarindieners tekenen bezwaar aan tegen de geplande verharding, als ook tegen het eventueel in de toekomst afleveren van vergunningen voor permanente constructies.

Beoordeling:
Eventueel toekomstig af te leveren vergunningen voor permanente constructies vormen niet het voorwerp van deze aanvraag. Het bezwaar mist dan ook elke grondslag.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

19. Bezwaren met betrekking tot ruimtelijke impact en aanslag op de volksgezondheid; Aanslag op de volksgezondheid. Door de combinatie van verharding van de bovengrondse ruimte en de gevolgen van de inplanting van ondergrondse parkings ontstaat een toxische leef- en verblijfsomgeving. Zo wordt in het beleid en de beslissingen van de bovengrond volgens bezwaarindiener geen enkele rekening gehouden worden met het in de studie behandelde probleem van hittestress en het hitte-eiland effect. Bovendien zijn de ondergrondse parkings niet verplicht uitgerust met filtersystemen die de uitstoot van giftige uitlaatgassen moeten voorkomen.

Beoordeling:
Het klopt dat verharding en betonnering bijdragen tot het stedelijke hitte-eiland effect. Echter is dit van toepassing indien donkere verharde oppervlaktes worden opgewarmd door zonlicht. Hierdoor slaan zij warmte op en verwarmen zodoende de omgeving. In de aanvraag wordt voldoende hoogstammig groen voorzien om het opwarmen van verharde oppervlaktes tegen te gaan en het stedelijke hitte-eiland effect tot een minimum te beperken. Voor de sportvelden is verharding noodzakelijk, een grasveld zou immers resulteren in zandgrond. Daarnaast wordt de verharding in een lichte kleur voorzien zodat deze het zonlicht eerder reflecteert dan absorbeert.

Wat betreft het aspect luchtkwaliteit, moet er op gewezen worden dat dit aspect geen deel uitmaakt van huidige aanvraag, maar de reeds vergunde ondergrondse parkings. Uit het project-m.e.r.-ontheffingsdossier blijkt dat er geen aanzienlijke negatieve effecten te verwachten zijn met betrekking tot de luchtkwaliteit ten gevolge van de opbouw of de exploitatie van parkings. Voorts kunnen extractiesystemen technisch worden uitgerust zodat zowel geluid als uitstoot worden gefilterd. Gezien echter de ondergrondse parking geen deel uitmaakt van deze aanvraag, kunnen hierover ook conclusies worden getrokken, noch voorwaarden worden opgenomen, gesteld dat uit de aanvraag niet zou blijken dat deze filters worden voorzien. Het bezwaar is op dit punt hypothetisch van aard

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer:

OMV_2018037691

Gegevens van de aanvrager:

Autonoom Gemeentebedrijf voor Vastgoedbeheer en Stadsprojecten - VESPA met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Vlaamsekaai, Waalsekaai, Gillisplaats, Namenstraat, Jan van Gentstraat en Verviersstraat ZN

Kadastrale gegevens:

afdeling 11 sectie L nrs. 0, 3712/2 en 3929/2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

heraanleg van de gedempte zuiderdokken deelgebied 1 en van de Verviersstraat

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 1/12/2017: vergunning (20172730) voor het plaatsen van een werfomheining met kunstbeelden en publiciteit;
  • 12/10/2017: vergunning (2017852) voor het bouwen van parking Steendok en parking Kooldok aan de Waalsekaai, de volledige heraanleg van de Van der Sweepstraat, Namenstraat en Verviersstraat (inclusief rioleringswerken), de tijdelijke aanleg van een speelterrein en een hondenloopzone;
  • 28/10/ 2016: collegebesluit (jaarnummer 2016_CBS_09377) om de circulatie- en inrichtingsprincipes voor de Waalse- en Vlaamsekaai goed te keuren als basis voor verdere uitwerking in het ontwerp voor heraanleg van de bovengrond;
  • 10/06/2011: vergunning (20113757) voor het heraanleggen van een speelterrein.

Bestaande toestand

  • de huidige situatie van het projectgebied betreft een aangelegd terrein dat deels is ingericht als parking en deels als groene zone met speel- en sportaccomodatie;
  • op een deel van het terrein zijn uitgravingswerken uitgevoerd ter voorbereiding van de aanleg van een ondergrondse parking.

Inhoud van de aanvraag

  • heraanleg van het zuidelijk deel van de gedempte zuiderdokken (VH01) begrensd door de Vlaamsekaai en Waalsekaai, de Van der Sweepstraat en de as tussen de Watertoren en de Verviersstraat:
    • de bestaande doorsteken in het verlengde van de Namenstraat en de Verviersstraat verdwijnen en worden mee in het nieuw aan te leggen park en plein geïntegreerd;
    • Vlaamsekaai:
      • enkelrichtingstraat met zone 30;
      • rijbaan met breedte 3,80 meter aangelegd met uitgewassen beton;
      • verhoogd plateau in graniet;
      • langsparkeerplaatsen aan de zuidzijde aangelegd met kasseien;
      • voetpad met minimum breedte 2,50 meter aangelegd in graniet;
    • Waalsekaai:
      • enkelrichtingstraat met zone 30;
      • rijbaan met breedte 3,80 meter aangelegd met uitgewassen beton tussen Van der Sweepstraat en Namenstraat;
      • voetpad met minimum breedte 2,50 meter aangelegd in graniet tussen Van der Sweepstraat en Namenstraat;
      • woonerf aangelegd in graniet tussen Namenstraat en Lakenstraat;
      • langsparkeerplaatsen afwisselend aan de noord- en zuidzijde aangelegd met kasseien tussen Van der Sweepstraat en Namenstraat en met graniet op het woonerf;
    • Gillisplaats:
      • straten die uitkomen op de Gillisplaats worden ter hoogte van de Gillisplaats verhoogd aangelegd in graniet;
      • voetpaden aangelegd in graniet;
    • het centrale gebied tussen beide kaaien wordt aangelegd als groene tuin omzoomd door een dubbele bomenrij en ingericht met speelzones, stilte- en regentuinen en 2 volwaardige sportvelden;
    • tussen de Waterpoort en het Fotomuseum wordt het Waterpoortplein aangelegd in graniet;
    • rooien en aanplanten van bomen;
  • heraanleg van de Verviersstraat vanaf het Waterpoortplein tot aan de De Gerlachekaai (VH02):
    • verschuiven van de uitrit van de parking richting Waalsekaai;
    • uitrit van de parking uitgevoerd met een groendak;
    • rijbaan met breedte 6,70 meter aangelegd in asfalt;
    • voetpaden met minimum breedte 2,50 meter en aangelegd in betontegels met natuursteen granulaten;
    • laad- en loszone met grasbetontegels;
    • kruispunt met verkeerslichten aan de De Gerlachekaai;
    • enkelrichting richting Schelde;
    • aanplanten van 4 bomen;
  • vernieuwen van de bestaande gemengde riolering binnen het projectgebied door het aanleggen van een gescheiden stelsel.

Argumentatie

De gemeenteraad besliste in zitting van 28 januari 2019 (jaarnummer 00052) om:

  • de bezwaren over de 'zaak van de wegen' te verwerpen; 
  • zijn goedkeuring te hechten aan:
    • de uitrusting en de inrichting van Vlaamsekaai en Waalsekaai tussen Van der Sweepstraat en Verviersstraat;
    • de uitrusting en de inrichting van Gillisplaats;
    • de uitrusting en de inrichting van Jan van Gentstraat op de hoek met Vlaamsekaai en Pacificatiestraat;
    • de uitrusting en de inrichting van Verviersstraat tussen Waalsekaai en De Gerlachekaai;
    • de opheffing van Namenstraat en Verviersstraat tussen Vlaamsekaai en Waalsekaai;
    • de uitrusting en inrichting van de nieuwe parken en pleinen;

onder volgende voorwaarden:

    1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
    2. de bijgevoegde voorwaarden van De Vlaamse Waterweg – Zeeschelde zijn op het moment van eerst ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
    3. de ballenvanger dient van het type IJslander of gelijkaardig te zijn en dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
    4. waar het voetpad en de rijbaan op hetzelfde niveau liggen, dient fout- en wildparkeren fysiek onmogelijk gemaakt te worden. Een voorstel hiervoor dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
    5. de plaatsing van het straatmeubilair (fietsbeugels, vuilbakken, enzovoort) dient voorafgaand aan de gunning der werken afgestemd te worden met SW/O&U;
    6. de plaatsing van Velo-stations dient afgestemd te worden met de betrokken stadsdiensten;
    7. op de Waalsekaai verspringt het langsparkeren van de linkerzijde naar de rechterzijde. Dit leidt tot een onduidelijke verkeerssituatie en geeft ook aanleiding tot foutparkeren aan de linkerzijde. Door aanpassing van de twee boomvakken moet de rijweg vloeiend worden vormgegeven met bochtstralen van voldoende grootte volgens het draaiboek openbaar domein. De rijweg moet een continue breedte krijgen zodat foutparkeren onmogelijk wordt;
    8. de afwerking van het materiaal van de helling naar de ingang van het FOMU dient voldoende ruw te zijn om uitglijden te voorkomen (in functie van de aard en de ruwheid van het bestratingsmateriaal);
    9. alle aansluitingen met de zijstraten dienen op een logische en kwalitatieve wijze te worden uitgevoerd. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de gewenste toekomstige profielen en inrichtingsprincipes van het draaiboek openbaar domein. Een voorstel hiervoor dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
    10. de plaatsing van de blindengeleiding dient te voldoen aan het draaiboek openbaar domein. Een voorstel hiervoor dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U en WAT;
    11. het verlichtingsconcept dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
    12. volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

Het college neemt kennis van onderstaand verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

19 september 2018

17 oktober 2018

Voorwaardelijk gunstig

De Vlaamse Waterweg nv

19 september 2018

17 oktober 2018

Voorwaardelijk gunstig

Departement Mobiliteit en Openbare Werken

19 september 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

lokale politie/ centrale preventie (LP/CP)

19 september 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

19 september 2018

1 oktober 2018

Geen bezwaar

Onroerend Erfgoed

19 september 2018

21 december 2018

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn

19 september 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ visit Antwerpen

19 september 2018

3 oktober 2018

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

19 september 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ mobiliteit

19 september 2018

20 september 2018

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

19 september 2018

27 september 2018

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

19 september 2018

10 oktober 2018

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

19 september 2018

18 oktober 2018

stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie

19 september 2018

19 september 2018

Toetsing voorschriften 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het goed is gedeeltelijk gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in de zone voor publiek domein (Pu).
Het goed is gedeeltelijk gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in de zone voor publiek domein (Pu2).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gedeeltelijk gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, gedeeltelijk in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gedeeltelijk gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, gedeeltelijk in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

Het goed is gedeeltelijk gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Antwerpen-Zuid-aan de leien, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 december 1985. Volgens dit bijzonder plan van aanleg ligt het goed in zone A voor woningen en in de zone voor openbare weg.
Bijzondere plannen van aanleg kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Hoewel in principe enkel moet getoetst worden aan de voorschriften van het RUP Binnenstad, is de aanvraag in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van zowel het ruimtelijk uitvoeringsplan, het gewestplan als het bijzonder plan van aanleg, zoals blijkt uit onderstaande.

(VH01) HERAANLEG VAN DE GEDEMPTE ZUIDERDOKKEN DEELGEBIED 1

RUP BINNENSTAD
De ingrepen die gemaakt worden binnen VH01 vallen onder het voorschrift ‘Zone voor publiek domein – (Pu) | artikel 8’ van het RUP binnenstad. Het betreft ondermeer de volgende functies:

  • Openbare weg | heraanleg Waalse - en Vlaamsekaai, Gentplaats en Gillisplaats met plaats voor langsparkeren, laden en lossen, velostation en fietsbeugels;
  • Publieke verblijfsruimte | pleinen, recreatie (sport & spel), stedelijk groen, samentuin, regentuin, zitgelegenheid met standaardmeubilair en houten dekken;
  • Permanente bebouwing | behoort niet tot het projectgebied en hoeft geen verdere motivatie.

Het aangevraagde is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften. Er worden geen functies voorzien die niet inpasbaar zijn in de voorschriften “openbare weg” of “publieke verblijfsruimte”. De verschillende pockets, wandelpaden, waterpartijen en pleinruimtes zorgen voor een gevarieerde invulling van de publieke verblijfsruimte. Ook de gebeurlijke organisatie van evenementen kan worden ingepast binnen het begrip “publieke verblijfsruimte”.
Het ontwerp en de inrichting voldoen daarbij aan Art. 8.2 van het RUP:
“De zone is bestemd voor de aanleg van het publiek domein en de daarbij horende infrastructuur (…). De constructies dienen te voldoen aan de redelijke eisen van welstand, in harmonie met de aanleg van de zone.”
De aanvraag wordt uitgevoerd met duurzame materialen met aandacht voor de inpassing van het geheel in de omgeving (zie deel 4). De aanvraag voldoet met andere woorden aan de redelijke eisen van welstand en is in harmonie met de aanleg van de zone.

BPA ANTWERPEN ZUID
Hoewel het gebied tussen de Van der Sweepstraat en de bestaande Namenstraat onder het BPA Antwerpen Zuid valt met als bestemming ‘Zone A voor woningen’, zijn voorzieningen op buurtniveau hieronder toegelaten als nevenbestemmingen. Overeenkomstig artikel 1.2 zijn “naast de hoofdbestemmingen […] de nevenbestemmingen toegelaten zoals die worden omschreven onder voorbehoud van de aangegeven beperkingen.”
Ook de aanleg van de recreatieve sportvelden en regentuinen vallen binnen deze bestemming als voorzieningen op buurtniveau (onder de categorie “gemeenschapsuitrusting”). Uit studies blijkt dat de buurt een tekort heeft aan open ruimte en groen, alsook aan recreatieve voorzieningen.
Het gebied ten noorden van de Namenstraat is door het BPA bestemd als “openbaar groen en recreatie”. Er zijn geen nadere bestemmings- of inrichtingsvoorschriften opgenomen in het BPA. De aanvraag is ingegeven vanuit de intentie van de stad om een publieke groene ruimte te creëren, met recreatieve mogelijkheden, zoals sport & spel en het sporadisch organiseren van evenementen. Het aangevraagde kan dan ook worden ingepast binnen de bestemming “openbaar groen en recreatie”. 

GEWESTPLAN ANTWERPEN
De zuiderdokken zijn overeenkomstig het gewestplan gelegen in parkgebied.
Overeenkomstig artikel 4.4 het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, moeten parkgebieden “in hun staat bewaard worden of zijn [zij] bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.”
Het sociale karakter van een parkgebied vertaalt zich volgens de (niet-bindende) omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende gewestplannen vooral in een passieve-recreatieve functie als wandel- en rustoord. Dit betekent echter niet dat iedere vorm van bebouwing / verharding uitgesloten is (T. DE WAELE, ‘De planologische bestemmingsvoorschriften: overzicht van rechtspraak met commentaar. Deel VII: Landschap en open ruimte, groen, natuur, bos en park’, TROS 2015, afl. 79, 211). Het groen, de wandelpaden, waterpartijen, zitbanken, etc. zijn in overeenstemming met de voorschriften voor parkgebied.
De sport- en speelterreinen betreffen actieve-recreatieve functies. Deze functies zijn vergunbaar op grond van artikel 4.4.4, §1 lid 1 en 2 VCRO:
“§ 1. In alle bestemmingsgebieden kunnen, naast de handelingen die gericht zijn op de verwezenlijking van de bestemming, ook handelingen worden vergund die gericht zijn op het sociaal-culturele of recreatieve medegebruik, voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.”
Hoogdynamische of occasionele sociale-culturele of recreatieve activiteiten, zijn niet inbegrepen in deze vergunningsaanvraag. Hiervoor kan een afzonderlijke omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd. Deze vergunning kan beperkingen opleggen wat betreft de duurtijd en/of frequentie van de activiteiten.
De voorziene inrichting van het openbaar domein is voornamelijk gericht op ontspanning en/of recreatie van omwonenden. De faciliteiten krijgen een exclusief publiek karakter. Er is met andere woorden sprake van sociaal-cultureel of recreatief medegebruik, waardoor artikel 4.4.4 VCRO kan worden toegepast.
Het gaat bovendien om handelingen met een beperkte impact omwille van het beperkte ruimtebeslag en, wat betreft de gebeurlijke organisatie van evenementen, de tijdelijke aard en beperkte frequentie van organisatie waardoor de handelingen perfect inpasbaar zijn in een parkomgeving. Het groen karakter blijft primeren zodat de verwezenlijking van de bestemming niet in het gedrang komt.

(VH02) HERAANLAG VAN DE VERVIERSSTRAAT

RUP BINNENSTAD
De ingrepen die gemaakt worden binnen VH02 vallen onder het voorschrift ‘Zone voor publiek domein – (Pu) | artikel 8’ van het RUP binnenstad. Het betreft ondermeer de volgende functies:

  • openbare weg | heraanleg Verviersstraat met plaats voor laden en lossen
  • publieke verblijfsruimte | stedelijk groen

Het ontwerp en de inrichting voldoen daarbij aan Art. 8.2 van het RUP:
“De zone is bestemd voor de aanleg van het publiek domein en de daarbij horende infrastructuur (…). De constructies dienen te voldoen aan de redelijke eisen van welstand, in harmonie met de aanleg van de zone.”
De aanvraag wordt uitgevoerd met duurzame materialen met aandacht voor de inpasbaarheid van het geheel in de omgeving (zie titel 4). De aanvraag voldoet met andere woorden aan de redelijke eisen van welstand en is in harmonie met de aanleg van de zone. Het is wenselijk om de inrichting van de Verviersstraat verder te optimaliseren en te vergroenen. Door het verschuiven van de uitrit richting de Waalsekaai, kunnen er afslagstroken met een voldoende lengte voorzien worden, zodat het verkeer vlotter kan worden afgewikkeld. Er ontstaan hierdoor ook bijkomende stroken die groen ingevuld kunnen worden, hetgeen de inrichting van de publieke verblijfsruimte ten goede komt. Daarnaast wordt de uitrit van de parking uitgevoerd met een groendak om bij te dragen tot een groenere omgeving en een verbetering van de woonkwaliteit voor omwonenden. Deze verschuiving heeft verder geen impact op de bestaande omgeving.De integratie van de uitrit van parking Steendok in de Verviersstraat is bijgevolg eveneens inpasbaar in de bestemmingsvoorschriften van het RUP Binnenstad (openbare weg / publieke verblijfsruimte).

GEWESTPLAN ANTWERPEN
De werken zijn gelegen in woongebied. Overeenkomstig het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen zijn in woongebieden ook nutsvoorzieningen toegelaten. De heraanleg van de openbare wegenis en de inpassing van de uitrit van een openbare parking zijn dan ook verenigbaar met het bestemmingsvoorschrift woongebied.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen
Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Er werd in het kader van de aanleg van de ondergrondse parkeergarages een MER-ontheffing bekomen. Deze studie neemt de globale bovenaanleg mee in beschouwing, het projectrapport werd derhalve als dossierstuk toegevoegd. De relevante globale synthese luidt:
    De effectbeoordeling wijst uit dat de milieueffecten van het voorgenomen project in hoofdzaak ofwel positief zijn, ofwel maximaal beperkt negatief.
    Positieve effecten zijn:
    - Mobiliteit en leefbaarheid: het verdwijnen van het bovengronds verkeer op het plein van de zuiderdokken en het beter sturen en concentreren van het momenteel diffuus parkeergerelateerd verkeer.
    - Landschap en ruimtelijke aspecten: het verdwijnen van de negatieve visuele impact van honderden geparkeerde auto’s op het plein.
    - Erfgoed: het verhogen van de contextwaarde van het beschermd en ander waardevol bouwkundig erfgoed rond het plein; het integreren van de kaaimuren van de voormalige dokken in de wanden van de parkings.
    Een negatief effect van het project zijn de (onvermijdelijke) verhoogde lucht- en geluidsimmissies t.h.v. de in- en uitrijroutes van de ondergrondse parkings (Scheldestraat, Waalsekaai, Cockerillkaai, Wapenstraat, Verviersstraat).
    Tevens is aantasting mogelijk van archeologisch erfgoed (relicten van de voormalige citadel, kaaimuren, …) t.h.v. de in- en uitritten en de trappenhuizen.
    Volgende ingrepen zullen de bovengenoemde positieve effecten van het project nog versterken en de negatieve effecten in de woonstraten milderen:
    - Herinrichting van het bovengronds publiek domein van de zuiderdokken als park.
    - Circulatie- en parkeermaatregelen om de omgeving van de zuiderdokken verkeersluwer te maken.
    Voorts scoort de inrichting als grotendeels onverhard park ook positief t.a.v. de waterhuishouding van het gebied. Indien in de aanlegfase gebruik wordt gemaakt van de best beschikbare machines en technieken en het werfverkeer maximaal via de Scheldekaaien wordt geleid, zullen de milieueffecten van de werken maximaal beperkt negatief zijn.
    Ten aanzien van de impact op archeologie stelt de Archeologienota (Dienst Archeologie van de Stad Antwerpen, december 2016) werfbegeleiding voor in delen van het projectgebied.
    Voorts geldt per definitie de generieke wetgeving (VLAREM, Vlarebo, Vlarema, Watertoets, Erfgoeddecreet, …).
    De nota wordt aanvaard. Rekening houdend met de voorziene flankerende maatregelen en bij toepassing van de generieke wetgeving en de best beschikbare technieken, kan gesteld worden dat voorliggend project geen aanzienlijk negatieve effecten zal hebben, noch in de aanleg- noch in de exploitatiefase. 
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project ligt in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Er werd dan ook advies gevraagd aan de Vlaamse Waterweg. Het advies is voorwaardelijk gunstig (zie bijlage).
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
  • Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd
    De archeologienota werd bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 27 maart 2018. De nota bevat voorwaarden, die opgelegd worden in de vergunning.

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid
De omgeving van de gedempte zuiderdokken wordt gekenmerkt door groenzones, parken, verharde ruimte met parkeerplekken en pakhuizen langs de rand van de Waalsekaai en Vlaamsekaai. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving en in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van RUP-Binnenstad, BPA-Antwerpen – Zuid, en het gewestplan.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid - Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag maakt deel uit van de herinrichting van Dok Zuid en heeft betrekking op deelgebied 1, de bovenaanleg aan de zijde van het Steendok. Het voorwerp van de aanvraag omvat de aanleg van een stedelijk park en een heraanleg van de Verviersstraat. Ten opzichte van de bestaande toestand wordt het park heringedeeld waarbij verschillende gebruiksinrichtingen (pockets) structuur aanbrengen. In het verlengde van de Verviersstraat wordt de centrale as versterkt door te focussen op het Waterpoortplein. Dit monument wordt opgeladen door een deel van de openbare weg over te dragen aan het park. Dit zorgt ervoor dat het monument wordt opgeladen en bijgevolg betrokken wordt in het programma.
De aanvraag voorziet een gebalanceerde afweging tussen verharde en onverharde delen waarbij het gebruik van sportpleinen, speelvelden, speeltuinen en belevingsruimtes maximaal benut kunnen worden.

De voorgestelde parkinrichting is aanvaardbaar als publieke ruimte binnen een stedelijke omgeving.

De Verviersstraat wordt op zijn beurt heraangelegd door de straat te versmallen, éénrichtingsverkeer te voorzien en het principe rechts – links afslagen in te voeren.
De aanvraag maakt deel uit van een grootschalige heraanleg van de circulatieruimte voor autoverkeer. Het nieuwe verkeerscirculatieconcept betekent een nieuw statuut voor de Waalsekaai. Vandaag omvat deze zowel doorgaand verkeer als bestemmingsverkeer. In de nieuwe toestand zal er een herinrichting gebeuren als woonerf (20 km/u) waarbij de rijrichtingen op de Waalsekaai naar elkaar toe worden ingesteld. Dit zet aan tot lagere verkeersintensiteiten en hierdoor wordt deze route oninteressant voor sluipverkeer parallel aan de Scheldekaaien. Lokaal N-Z en Z-N verkeer raakt elkaar aan de Lakenstraat en rijdt zo naar de Scheldekaaien. In de Verviersstraat bevindt zich de uitrit van parking Steendok.
De Vlaamsekaai wordt verder ingericht als zone 30 met enkelrichtingsverkeer. De circulatie wordt ook hier bewust ingezet om doorgaand verkeer op deze as te vermijden. Bij uitvoering van de eerste fase zal de rijrichting op de Vlaamsekaai ter hoogte van de Waterpoort, tegengesteld zijn. Eens het volledige project is uitgevoerd zal dit knooppunt definitief georganiseerd worden ter hoogte van de Museumstraat. Bij uitvoering van de eerste fase (VH01) zal de circulatie van de zijstraten die aan het gebied grenzen, ook aangepast worden aan het nieuwe circulatieplan.

De aanpassingen aan de bestaande circulatie zijn een verbetering en komen de algemene leefbaarheid ten goede.

Langsparkeren wordt gemaximaliseerd van gevel tot gevel met uitzondering van de cultuurhuizen, FOMU & Zuiderkroon waar permanente laad- en loszones worden voorzien.

  • Zone 30:
    De parkeerstroken worden aangelegd in een materiaal te onderscheiden van het voetpad, namelijk kasseien. De hoeken van de zones worden in het wit aangeduid, de onderlinge parkeervakken dienen niet te worden aangeduid voor de handhaving.
  • Woonerf:
    Ieder parkeervak wordt afzonderlijk afgebakend met witte belijning en krijgt een P-teken toegekend om de handhaving te waarborgen. Elke wagen die buiten dergelijke vakken staat, is foutgeparkeerd.

Dok Zuid krijgt een bushalte ter hoogte van de Van der Sweepstraat. Deze bevindt zich net aan de grens met het projectgebied VH01. Hierdoor worden bussen gemeden op de Waalsekaai en Vlaamsekaai en kan een nieuw circulatieplan worden voorgesteld. De ontsluiting van het openbaar vervoer loopt bijgevolg verder via de Scheldekaaien.

De aanvraag voorziet geen wezenlijke volumetoename op het gebied van bebouwing en is daardoor in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De ontwerpprincipes tafels-pockets-kroon voorzien het voorstel van een overzichtelijke structuur. Wandelpaden worden uitgevoerd in lichtkleurig zichtbeton. Aan de kroon wordt dolomiet voorzien om waterinfiltratie mogelijk te maken. Het materiaalgebruik is sober en hedendaags en is verenigbaar met het voorliggende parkontwerp.

Aangezien de gedempte zuiderdokken gelegen zijn in CHE-gebied en er monumenten in het gebied zijn geïnventariseerd werd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg advies gevraagd:
Het projectgebied omvat een bij ministerieel besluit van 28 november 1985 beschermd monument: de Waterpoort. Aan de randen van het projectgebied bevinden zich, zowel langsheen de Waalse- en Vlaamsekaai als in de Verviersstraat, talrijke gebouwen die opgenomen zijn op de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld door de administrateur-generaal op 28 november 2014.
De voormalige Zuiderdokken zijn een belangrijke relictzone van een historisch landschap dat gedomineerd werd door grote watervlakken en een intensieve havenactiviteit die ook de bebouwing in de omgevende straten sterk bepaalde. De heraanleg vormt een opportuniteit om het onroerend erfgoed binnen de projectzone actiever te valoriseren en het havenindustriële verleden van deze omgeving beter te duiden.
In het ontwerp wordt de footprint van het voormalige dok als basisfiguur gebruikt, waardoor de verwijzing naar het oorspronkelijk dok duidelijk wordt gemaakt. De combinatie van de nieuwe bovengrondse aanleg en de integratie van de voormalige dokmuren in de ondergrondse parkeergarage dragen daartoe bij.
Terwijl de – hier eerder accidenteel ingeplante – Waterpoort momenteel geïsoleerd staat en daardoor weinig actief deel uitmaakt van de omgeving, zal de prominente integratie van de Waterpoort op het plein opportuniteiten scheppen die de beleving van het monument vergroten en een mogelijke functie faciliteren.
De plannen werden vooraf op verschillende momenten met de dienst monumentenzorg besproken en, waar aan de orde, ook aangepast aan de gemaakte opmerkingen.

Aan de stedelijke archeologiedienst werd eveneens advies gevraagd:
Het projectgebied bevindt zich in een archeologisch vastgestelde zone, de oppervlaktecriteria van meer of gelijk aan 300 m² in oppervlakte (32002.75 m²) en meer of gelijk aan 100 m² aan ingreep (= 32002.75 m²) zijn voldaan. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet, art. 5.4.1, is hiervoor een archeologienota verplicht.
Het projectgebied bestaat uit de heraanleg van het gehele plein van gevel tot gevel met waterpartijen, aanleg van groenzones en rioleringen.De archeologienota werd ingediend door de dienst archeologie van de stad Antwerpen op 9 maart 2018, en bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 27 maart 2018. Aangezien er reeds archeologische waarden positief gelokaliseerd zijn in het projectgebied, werd in het programma van maatregelen een werfbegeleiding tijdens de werken bevolen (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/6729). 

Het monument Waterpoort werd bij het ministerieel besluit van 28 november 1985 beschermd omwille van zijn historische en artistieke waarden. Het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed is voorwaardelijk gunstig, zij formuleren volgende voorwaarde: 

De huidige bestrating rondom en onder de waterpoort bestaat uit kasseien. In de geplande werken wordt de bestrating heraangelegd met hardsteen. De waterpoort heeft altijd in een haveninfrastructuur gestaan, zowel op de huidige locatie als op de eerdere locatie aan de Schelde. Haveninfrastructuur wordt gekenmerkt door kasseien als verharding. Door vervanging van de kasseien door hardsteen verdwijnt de fysieke koppeling met het verleden van de haven en de dokken. Heraanleg van de bestrating rondom en onder de waterpoort met natuursteen is storend voor de erfgoedwaarden omdat hiermee de fysieke koppeling met de haveninfrastructuur wordt verbroken.
De voorwaarde waar aan voldaan moet worden om ervoor te zorgen dat de aanvraag niet meer in strijd is met de bovengenoemde bepalingen uit de onroerenderfgoedregelgeving, die door de vergunningverlener opgenomen moeten worden in de vergunning is: “De nieuwe bestrating rondom de waterpoort en onder de waterpoort terug in kasseien uitvoeren”.
Deze voorwaarde wordt echter niet weerhouden in de vergunning, gelet op het feit dat:

  • de voorwaarde onvoldoende concreet is geformuleerd (“rondom”?);
  • enkel de footprint van de poort ingekleurd is als beschermd monument. Het agentschap kan dus geen dwingende voorwaarden opleggen voor de omliggende bestrating, enkel adviserend;
  • de huidige bestrating rondom en onder de waterpoort niet bestaat uit kasseien, maar, een rond parkje met bloemenperken en halfverharding. Daarrond is het vooral asfalt (rijweg) en betonstraatstenen (voetpaden) of aarde (ter hoogte van de bomen);
  • de waterpoort niet altijd in een haveninfrastructuur gestaan heeft. De Waterpoort was een stadspoort aan de Schelde te Antwerpen. In 1624 werd ze opgericht als ereboog voor koning Filips IV. Oorspronkelijk was ze gebouwd op de Vlasmarkt. Naar aanleiding van werken aan de Scheldekaaien werd de poort in de jaren 1880 verplaatst naar de Sint-Jansvliet. Toen op die plaats in 1933 het ingangsgebouw van de nieuwe Sint-Annavoetgangerstunnel moest verschijnen werd de poort opnieuw verplaatst. In 1936 werd ze uiteindelijk herbouwd op de Gillisplaats op Het Zuid, aan de Zuiderdokken.
  • het niet wenselijk is om de Waterpoort nu lokaal in kasseien te leggen. De keuze om ze niet te hergebruiken is niet lichtzinnig genomen. Het is genomen na een grondig ontwerpproces van onderzoek en argumentatie met heel wat actoren;
  • het plaatselijk afwijken van het uniformiserende bestratingsmateriaal voor de woonerven het globale project sterk benadeeld; temeer daar de voorziene waterpartij onder de poort niet kan uitgevoerd worden in kasseien;
  • de prominente integratie van de Waterpoort op het plein de beleving van het monument veel meer vergroot, dan een subjectieve connotatie tussen kasseinen en dokken.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Bodeminfiltratie wordt voorzien in de verschillende pockets. Verharde delen zullen zo min mogelijk worden opgewarmd bij zon (hittestress), door de lichte kleur en de aanwezigheid van hoogstammig groen in de nabijheid. De waterpartij voor de Waterpoort levert naast haar esthetische meerwaarde ook een bijdrage aan het koelen van lucht. Door de omvangrijke grootte kan wind vrij circuleren en zorgt de waterpartij voor een koelende werking. Verder is de waterpartij verbonden met een ondergronds waterbekken voor het bufferen en vasthouden van regenwater.
Aan de stedelijke dienst ontwerp en uitvoering werd advies gevraagd om het ontwerp te toetsen aan ontwerpmatige en uitvoeringstechnische aspecten. Zij gaven een voorwaardelijk gunstig advies, de opgestelde voorwaarden uit deze vergunning dienen strikt te worden nageleefd.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. de bijgevoegde voorwaarden van De Vlaamse Waterweg – Zeeschelde zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  3. de ballenvanger dient van het type IJslander of gelijkaardig te zijn en dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
  4. waar het voetpad en de rijbaan op hetzelfde niveau liggen, dient fout- en wildparkeren fysiek onmogelijk gemaakt te worden. Een voorstel hiervoor dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
  5. de plaatsing van het straatmeubilair (fietsbeugels, vuilbakken, ...) dient voorafgaand aan de gunning der werken afgestemd te worden met SW/O&U;
  6. de plaatsing van Velo-stations dient afgestemd te worden met de betrokken stadsdiensten;
  7. op de Waalsekaai verspringt het langsparkeren van de linkerzijde naar de rechterzijde. Dit leidt tot een onduidelijke verkeerssituatie en geeft ook aanleiding tot foutparkeren aan de linkerzijde. Door aanpassing van de twee boomvakken moet de rijweg vloeiend worden vormgegeven met bochtstralen van voldoende grootte volgens het draaiboek openbaar domein. De rijweg moet een continue breedte krijgen zodat foutparkeren onmogelijk wordt;
  8. de afwerking van het materiaal van de helling naar de ingang van het FOMU dient voldoende ruw te zijn om uitglijden te voorkomen (in functie van de aard en de ruwheid van het bestratingsmateriaal);
  9. alle aansluitingen met de zijstraten dienen op een logische en kwalitatieve wijze te worden uitgevoerd. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de gewenste toekomstige profielen en inrichtingsprincipes van het draaiboek openbaar domein. Een voorstel hiervoor dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
  10. de plaatsing van de blindengeleiding dient te voldoen aan het draaiboek openbaar domein. Een voorstel hiervoor dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U en WAT;
  11. het verlichtingsconcept dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
  12. volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 augustus 2018

Volledig- en ontvankelijk

19 september 2018

Start openbaar onderzoek

2 oktober 2018

Einde openbaar onderzoek

31 oktober 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

28 januari 2019

Uiterste beslissingsdatum

3 maart 2019

Verslag GOA

21 februari 2019

Naam GOA

Karel Bauwens

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij de bespreking van de ingediende bezwaren onder de punten 7 tot en met 19 zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt.

Artikel 2

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 3

Het college beslist de omgevingsvergunning goed te keuren en af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarde(n) strikt na te leven:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;
  2. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  3. de bijgevoegde voorwaarden van De Vlaamse Waterweg – Zeeschelde zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  4. de ballenvanger dient van het type IJslander of gelijkaardig te zijn en dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
  5. waar het voetpad en de rijbaan op hetzelfde niveau liggen, dient fout- en wildparkeren fysiek onmogelijk gemaakt te worden. Een voorstel hiervoor dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
  6. de plaatsing van het straatmeubilair (fietsbeugels, vuilbakken, ...) dient voorafgaand aan de gunning der werken afgestemd te worden met SW/O&U;
  7. de plaatsing van Velo-stations dient afgestemd te worden met de betrokken stadsdiensten;
  8. op de Waalsekaai verspringt het langsparkeren van de linkerzijde naar de rechterzijde. Dit leidt tot een onduidelijke verkeerssituatie en geeft ook aanleiding tot foutparkeren aan de linkerzijde. Door aanpassing van de twee boomvakken moet de rijweg vloeiend worden vormgegeven met bochtstralen van voldoende grootte volgens het draaiboek openbaar domein. De rijweg moet een continue breedte krijgen zodat foutparkeren onmogelijk wordt;
  9. de afwerking van het materiaal van de helling naar de ingang van het FOMU dient voldoende ruw te zijn om uitglijden te voorkomen (in functie van de aard en de ruwheid van het bestratingsmateriaal);
  10. alle aansluitingen met de zijstraten dienen op een logische en kwalitatieve wijze te worden uitgevoerd. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de gewenste toekomstige profielen en inrichtingsprincipes van het draaiboek openbaar domein. Een voorstel hiervoor dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
  11. de plaatsing van de blindengeleiding dient te voldoen aan het draaiboek openbaar domein. Een voorstel hiervoor dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U en WAT;
  12. het verlichtingsconcept dient voorafgaand aan de gunning der werken voorgelegd te worden aan SW/O&U;
  13. volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

Artikel 4

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.