De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
27 november 2018 |
26 december 2018 |
1 |
0 |
0 |
3 |
Bespreking van de bezwaren
Er werden binnen de termijn van het openbaar onderzoek 4 bezwaarschriften ingediend, waarvan 1 schriftelijk en 3 digitaal, die zich als volgt laten samenvatten:
1. Verdwijnen van groen: door de aangevraagde nieuwbouw zal het enige resterende stuk groen in de omgeving verdwijnen en wordt de wijk verder gebetonneerd.
Beoordeling:
Het aanwezige groen is volledig gesitueerd op privéterrein. De langdurige aanwezigheid ervan is, naar uitzicht toe, geen verkregen recht voor omwonenden. Bovendien is het terrein principieel bouwgrond overeenkomstig het van kracht zijnde ruimtelijk uitvoeringsplan. Bovendien is de inplanting van het gebouw in de lijn van de aanpalende bebouwing en wordt aan de achterzijde een gelijkaardige tuinzone behouden als bij de rest van de bebouwing in dezelfde rij.
Het bezwaar is ongegrond.
2. Lichtwegname: het geplande gebouw zal licht ontnemen aan de omgeving.
Beoordeling:
Het geplande bouwvolume situeert zich in de lijn van de aansluitende bebouwing en is logisch qua opbouw; de mogelijke lichtwegname is omwille van de afstand tot aanpalende percelen verwaarloosbaar te noemen. Bijkomend kan dit kruispunt omwille van zijn afmetingen dergelijke bouwvolume verdragen.
Het bezwaar is ongegrond.
3. Schending privacy: de geplande terrassen zorgen voor rechtstreekse inkijk in de tuin en de leefruimtes van het aanpalende pand in de Nijverheidslei.
Beoordeling:
De overgrote meerderheid van de voorziene terrassen bevinden zich op meer dan voldoende afstand ten opzichte van het aanpalende perceel, namelijk minimaal 6,75 m ten opzichte van de perceelsgrens en 16 m ten opzichte van de aanpalende bebouwing. Het terras op de eerste verdieping aan de rechterzijde is echter deels tot op slechts 3 m van de perceelsgrens voorzien en het is aannemelijk om te verwachten dat hier effectief storende inkijk zal ontstaan naar de aangrenzende tuin toe. Een beperking van de gebruiksoppervlakte van betreffend terras zal dan ook in de voorwaarden van de vergunning moeten worden opgenomen.
Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond.
4. Parkeeroverlast: de extra wooneenheden zullen voor parkeeroverlast in de aanpalende straten zorgen.
Beoordeling:
De aanvraag genereert een parkeerbehoefte van 11 parkeerplaatsen en slaagt erin op de oppervlakte van het terrein, 9 daarvan te realiseren. Het theoretische tekort is dus relatief beperkt en aanvaardbaar; bovendien geldt voor de ontbrekende plaatsen een afkoopbeleid dat gehanteerd wordt om extra parkeerplaatsen op openbaar domein te voorzien.
Het bezwaar is ongegrond.
5. Vermindering leefbaarheid: onder andere doordat de kindvriendelijkheid van de wijk hierdoor achteruit gaat.
Beoordeling:
De aanvraag voorziet in een degelijke mix van wooneenheden met 1, 2 en 3 slaapkamers zodat in alle redelijkheid kan worden aangenomen dat ook gezinnen met kinderen in het nieuwe project woonachtig zullen zijn, hetgeen de sociale mix van de buurt ten goede komt.
Het bezwaar is ongegrond.
6. Atypische typologie: er komen in de omgeving enkel eengezinswoningen voor en geen meergezinswoningen.
Beoordeling:
In de nabije omgeving zijn reeds sinds langere tijd meerdere projecten aanwezig met meergezinswoningen en bovendien laten de specifieke voorschriften van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan het optrekken van dergelijke woonvormen expliciet toe. Bijkomend is het gebouw visueel verticaal opgesplitst zodat een verdeling ontstaat in het gevelbeeld die refereert naar de grootte van eengezinswoningen.
Het bezwaar is ongegrond.
7. Atypische bouwvorm: het project is te diep en te hoog in vergelijking met andere gebouwen.
Beoordeling:
Het project hanteert bouwdieptes en –hoogtes die zeer gelijkaardig zijn aan die van de aangrenzende bebouwing. De buurt kenmerkt zich door bebouwing met 2 volwaardige bouwlagen onder hellend dak, wat in het aangevraagde project nauwgezet wordt overgenomen en dit enkel aan de zijde van Schriek. De basis voor de daklaag, 9 m, is nagenoeg identiek aan die van de daken van de aanpalende woningen en de bouwdiepte van de eerste verdieping, 12 m, sluit aan op de achterbouw van het buurpand. Gelijkvloers wordt een ruimere diepte gehanteerd, wat doorgaans wordt aanvaard indien voldoende onbebouwde tuinruimte resteert. Dit laatste is hier onomstotelijk het geval.
Het bezwaar is ongegrond.
8. Afwijkend: het project is strijdig met het Ruimtelijk Uitvoeringsplan.
Beoordeling:
De bezwaarindiener geeft geen verduidelijking betreffende de aspecten waarop het project zou afwijken. Het project voldoet qua bestemming aan de specifieke voorschriften en past zich volgens de richtlijnen van het van kracht zijnde Ruimtelijk Uitvoeringsplan zowel qua bouwdiepte, -hoogte als visuele uitdrukking in in het bestaande weefsel.
Het bezwaar is ongegrond.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018116933 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA LANDTRUST met als adres Antwerpsesteenweg 250 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: |
Schriek 268 te 2180 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 33sectie H nr. 541L |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen van een eengezinswoning en bouwen van een appartementsgebouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/04/1925: vergunning (802#1128) voor het bouwen van een woning;
- 27/12/1956: vergunning (802#7124) voor het bouwen van een bergplaats;
- 09/11/1970: vergunning (803#3291) voor het optrekken van een achterbouw.
Laatst vergunde toestand
- eengezinswoning van twee bouwlagen onder zadeldak met ruime hoektuin van 462 m²;
- de bruto-oppervlakte van de woning bedraagt ong. 195 m²;
- de kroonlijsthoogte meet 7 m, de nokhoogte 11,20 m, de gevelbreedte 5,60 m en de maximum bouwdiepte is 13 m.
Bestaande toestand
- grotendeels conform de laatst vergunde toestand. Achter de vergunde woning werd een extra volume opgetrokken tot tegen de perceelsgrens.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een eengezinswoning met een bruto vloeroppervlakte van ± 195 m²;
- bouwen van een halfopen meergezinswoning van twee bouwlagen onder wolfsdak;
- de gevelbreedte meet 22,60 m, de bouwdiepte 17 m, de kroonlijsthoogte 7,30 m en de nokhoogte 11,60 m;
- het volume wordt ingedeeld in zeven appartementen;
- de gevel wordt afgewerkt in baksteen en aluminium gevelbekleding. Het dak wordt bekleed met leien. Het schrijnwerk wordt voorzien in staal en aluminium.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
21 november 2018 |
20 december 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
21 november 2018 |
10 december 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
21 november 2018 |
21 december 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
21 november 2018 |
12 december 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag vertoont een aantal afwijkingen ten opzichte van de geldende voorschriften.
Zo beschikt het gebouw niet over minimaal 2 inkomdeuren, ook al beschikt het over een gevelbreedte van meer dan 18 m. Betreffend voorschrift heeft als achterliggende reden de maatvoering van de eengezinswoningen uit de omgeving te behouden, zonder evenwel de mogelijkheid tegen te houden meergezinswoningen op te richten. Het voorliggende project beschikt effectief slechts over één inkomzone, en situeert deze ter hoogte van de belangrijkste toegangsweg, namelijk Schriek, maar hanteert visueel, door het gebruik van verschillende materialen en de geveluitwerking, een duidelijk zichtbare gevelgeleding die de beoogde maatvoering oproept en visualiseert. Op basis hiervan kan bijgevolg gefundeerd worden afgeweken van betreffend artikel.
In tweede instantie wijkt de aanvraag af inzake het artikel dat stelt dat de kroonlijst niet doorbroken hoort te worden, wat hier wel het geval is. Vermelde doorbreking gebeurt hier door middel van een open dakkapel die louter als een eenmalig decoratief element in het geheel voorkomt. Gelet hierop en op het feit dat de doorbreking slechts zeer beperkt is in afmeting en dat hierdoor de kroonlijst visueel nagenoeg wel doorloopt, kan er ook hier gefundeerd worden afgeweken van het artikel in kwestie.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt het optrekken van een meergezinswoning en gelet op de expliciete overeenstemming van deze laatste functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde Ruimtelijk Uitvoeringsplan is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 11 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een appartementsgebouw met 7 woningen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw.
1 appartement < 60 m² met parkeernorm 1,25 = 1 x 1,25 = 1,25 5 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,55 = 5 x 1,55 = 7,75 1 appartement > 90 m² met parkeernorm 1,8 = 1 x 1,8 = 1,8
De totale parkeerbehoefte bedraagt 10,8 = 11.
|
De plannen voorzien in 9 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Het project voorziet 9 parkeerplaatsen. De afmetingen hiervan zijn conform het draaiboek.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 9.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
‘Dit hoekperceel betreft een aanzienlijke breedte maar een eerder beperkte diepte, om een degelijke tuinzone te vrijwaren. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 11 – 9 = 2.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 11 – 9 = 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 11 – 9 = 2.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.
|
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het nieuw te bouwen volume van het project neemt meer ruimte in dan de bestaande eengezinswoning maar deze laatste vertoonde een eerder afwijkende typologie, namelijk een redelijk diep gebouwde woning met een uitzonderlijk ruime tuin aan de zijkant ervan, die in feite niet in verhouding was tot de woning. Het nieuwe project bouwt voort in dezelfde lijn als de aangrenzende rijbebouwing en neemt daarvan zowel het aantal bouwlagen als de aansluitende bouwdiepte over. Hierdoor resteert er aan de achterzijde van het gebouw een voldoende grote onbebouwde tuinruimte. Door zich hoofdzakelijk te richten naar de bebouwing aan de zijde van Schriek en aan de zijde van de Nijverheidslei geen voorgevel maar een zijgevel te creëren, past het project zich qua typologie perfect in in de gebouwde omgeving rond het kruispunt en maakt ze de gevelwanden ter plaatse effectief af. De gehanteerde bouwdiepte van 12 m op de eerste verdieping sluit aan bij die van het aanpalende pand en zorgt niet voor onaanvaardbare schaduwwerking op de aanpalende percelen; de dakbasis van 9 m is een algemeen aanvaarde en gehanteerde maatvoering voor dit type van bebouwing. Het terras op de eerste verdieping aan de rechterzijde is echter deels tot op slechts 3 m van de perceelgrens voorzien en het is aannemelijk om te verwachten dat hier een storende inkijk zal ontstaan naar de aangrenzende tuin toe. Een beperking van de gebruiksoppervlakte van betreffend terras zal dan ook in de voorwaarden van de vergunning moeten worden opgenomen.
Visueel-vormelijke elementen
De geplande materialisatie, leien, baksteen in verschillende toepassingen en aluminium schrijnwerk en gevelaccenten, is van een algemeen aanvaarde aard voor dit soort van bebouwing en wordt bovendien in meerdere panden in de gebouwde omgeving toegepast, weliswaar mits de toevoeging van enkele kleine accenten met een modernere uitwerking. Vermelde accenten maken echter slechts een beperkt deel uit van het visuele geheel waardoor zij niet storend zijn.
Bijkomend zorgt een aan de buitenzijde zichtbare verticale opdeling van het gebouw ervoor dat het gebouw een geleding krijgt, zowel in de gevel als in het dak, die refereert naar de maatvoering van de bestaande eengezinswoningen in het bouwblok. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afvalberging dient te worden voorzien van een verluchting;
3. de voorziene fietsenstalling dient uitgebreid te worden tot en met de zone van de twee aangrenzende bergingen zodat zij voldoende groot is voor het stallen van voor bijvoorbeeld bakfietsen;
4. het terras op de eerste verdieping van app. A1.1 (aan de rechterzijde, het plan verdiep 1 vermeldt foutief app. A1.3) wordt beperkt in gebruiksoppervlakte tot dezelfde diepte als het links aanpalende terras van app. A1.3, en vormt aldus een rechthoek. Het resterende deel is uit te voeren als extensief groendak.
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
30 oktober 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
21 november 2018 |
Start openbaar onderzoek |
27 november 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
26 december 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
6 maart 2019 |
Verslag GOA |
7 februari 2019 |
naam GOA |
Christel Bogaerts |
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afvalberging dient te worden voorzien van een verluchting;
3. de voorziene fietsenstalling dient uitgebreid te worden tot en met de zone van de twee aangrenzende bergingen zodat zij voldoende groot is voor het stallen van voor bijvoorbeeld bakfietsen;
4. het terras op de eerste verdieping van app. A1.1 (aan de rechterzijde, het plan verdiep 1 vermeldt foutief app. A1.3) wordt beperkt in gebruiksoppervlakte tot dezelfde diepte als het links aanpalende terras van app. A1.3, en vormt aldus een rechthoek. Het resterende deel is uit te voeren als extensief groendak;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.