Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018141038 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
Democo nv, Herkenrodesingel 4 bus B te 3500 Hasselt |
Ligging van het project: |
Het Steen, Jordaenskaai 4, 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 1 sectie A nrs. 1636C en 1636/2 C |
Inrichtingsnummer: |
20190107-0047 (Het Steen) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling in het kader van bouwwerken aan het Steen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een bemaling die technisch noodzakelijk is voor renovatie- en bouwwerken aan Het Steen, gelegen aan de Jordaenskaai 4 te 2000 Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.6.3.2 |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
15 m³/uur |
53.2.2.b.2 |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
54.000 m³/jaar |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Onroerend Erfgoed |
7 februari 2019 |
22 februari 2019 |
Gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht |
24 januari 2019 |
6 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer |
24 januari 2019 |
4 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
24 januari 2019 |
7 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Op 22/12/2017 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor de ontwikkeling van 'Het Steen' tot een toeristisch onthaal- en bezoekerscentrum. Naar aanleiding van de vergunde renovatie- en bouwwerken werd voorliggende aanvraag ingediend met betrekking tot het uitvoeren van een grondbemaling. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen principieel bezwaar tegen de aangevraagde handelingen. Gezien de ligging van ‘Het Steen’ in de beschermde archeologische burchtzone is bovenstaand advies onder strikt voorbehoud van het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed Archeologie.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Op basis van de grondopbouw, bepaald met behulp van sonderingen, en de grondwaterstand, gemeten in de sonderingsgaten, werd een lokaal hydrogeologisch profiel opgesteld. Het maaiveld bevindt zich op -0,16 à 0,23 m ten opzichte van de dorpel die als nulpunt wordt beschouwd De eerste grondlaag herkenbaar in de sondeergrafieken betreft los tot vrij los gepakt zand (geroerde grond) tot 1,3 à 1,5 m-mv. Hieronder bevindt zich een laag met vrij los tot matig gepakt leemhoudend zand (2,2 à 2,6 m-mv). Vanaf 2,2 tot 4,2 m-mv komt er zeer slappe zandhoudende leem en/of zeer los gepakt zandleemhoudend zand voor. Vervolgens wordt er een laag gevonden met vrij los tot vrij dicht gepakt (kleihoudend) zand met plaatselijk grind ( 3,5 à 5,1 m-mv). Tenslotte bevindt er zich nog een kleihoudende zandlaag, de Formatie van Berchem vanaf 8,2 à 8,4 m-mv.
Bij de dimensionering van de bemaling wordt gerekend met een hydraulische conductiviteit van 5 x 10-5 m/s. De grondwaterstand in rust bedraagt -4,96 à -5,08 m. Om de werken in den droge te kunnen uitvoeren dient het grondwater verlaagd te worden tot 5,84 m-mv.
Er zullen 2 dieptebronnen geplaatst worden, één ter hoogte van de geplande liftput en één ter hoogte van het geplande stooklokaal. Het maximaal opgepompte debiet bedraagt 15 m³/uur. De werken zullen ongeveer 4 à 5 maanden duren wat een totaal debiet van 54.000 m³/jaar geeft.
De invloedstraal wordt berekend met de formule van Sichardt en bedraagt 18,67 m. De formule van Sichardt is echter niet geschikt om een invloedstraal te berekenen aangezien deze een onderschatting van de invloed van de bemaling geeft. De exploitant dient er dan ook rekening mee te houden dat de invloed van de bemaling veel verder zal reiken dan het berekende 18,67 m. De exploitant dient hiermee rekening te houden wat de aantrekking van verontreinigingen en de invloed op zettingen betreft.
Binnen de berekende invloedstraal (18,67 m) overschrijden de absolute zettingen de norm van 20 mm niet. Ook wat betreft de differentiële zettingen is er geen zettingsschade te verwachten. Rekening houdend met een grotere invloedstraal en de aanwezigheid van geroerde gronden dienen de zettingen dagelijks te worden opgevolgd gedurende de eerste week van de bemaling. Na evaluatie van de metingen kan de frequentie afgebouwd worden.
Bijkomend mag de bemaling geen aanleiding geven tot verdere verspreiding van verontreinigingen.
Vlak bij de site is er een gekende verontreiniging aanwezig (BBO 27583) met vooral minerale olie. Dit wordt ook bevestigd door de grondwateranalyse die bij de aanvraag werd gevoegd. Uit deze analyse blijkt dat er ook overschrijdingen van de indelingscriteria voor arseen, cadmium, lood en zink aanwezig zijn. Het grondwater dat geloosd zal worden in de Schelde moet dan ook gezuiverd worden vooraleer het geloosd wordt. De indelingscriteria mogen niet overschreden worden.
Stof |
Gemeten waarde (µg/l) |
IC (µg/l) |
Arseen |
5,8 |
5 |
Cadmium |
1,3 |
0,8 |
Lood |
72 |
50 |
Zink |
530 |
200 |
VMM grondwater en VMM afvalwater hebben beide voorwaardelijk gunstig geadviseerd. De opgelegde voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden.
Gezien de ligging van ‘Het Steen’ in de beschermde archeologische burchtzone was advies van de dienst Onroerend Erfgoed noodzakelijk. Hun advies is gunstig en luidt als volgt: “Het plaatsen van grondbemaling zal voor een tijdelijke grondtafelverlaging zorgen. Dit heeft mogelijk een negatieve invloed op de bewaring van archeologische resten in de bodem. Echter, gezien de beperkte ingreep van de werkzaamheden, de tijdelijke aard ervan en de beperkte invloedradius op erfgoedwaarden in de omgeving, doen aangevraagde handelingen geen afbreuk aan de cultuurhistorische – en wetenschappelijke waarden van de burchtzone.”
MER-screening:
Aangezien de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is. De m.e.r.-screeningsnota werd aanvaard.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.6.3.2 | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 15 m³/uur |
53.2.2.b.2 | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 54.000 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
voorafgaand aan de opstart van de bemaling dient een 0-situatie vastgelegd te worden van het grondwaterpeil en zettingen; |
2. |
gelet op het getij van de Schelde dient het grondwaterpeil per uur opgemeten te worden door middel van een logger in de peilbuis tussen secanspalenwand en Schelde zowel voor als tijdens de bemaling; |
3. |
gelet op de aanwezigheid van geroerde gronden worden zettingen dagelijks opgevolgd gedurende de eerste week van de bemaling. Na evaluatie van de metingen kan de frequentie afgebouwd worden in samenspraak met de betrokken partijen; |
4. |
het bemalingsdebiet wordt dagelijks geregistreerd; |
5. |
de bemaling mag geen aanleiding geven tot een verdere verspreiding van verontreiniging. Hiervoor wordt verwezen naar de Technische Richtlijn Grondwaterhandelingen (OVAM, 2012); |
6. |
het bemalingswater dient regelmatig gecontroleerd te worden op de verontreinigingsparameters die in het vooronderzoek werden vastgesteld; |
7. |
de KWS-afscheider moet voorzien zijn van een coalescentiefilter; |
8. |
de KWS-afscheider moet voldoende groot gedimensioneerd zijn en voorzien van een automatische afsluiter of equivalent systeem; |
9. |
het resultaat van bovenvermelde metingen worden genoteerd in een register dat steeds ter inzage ligt op de werf voor de toezichthoudende ambtenaar. Maandelijks worden de resultaten ter kennisgeving overgemaakt aan grondwater.ant.verg@vmm.be en de dienst Omgeving van de stad Antwerpen met vermelding van het referentienummer OMV_2018141038 (omgevingsvergunning@antwerpen.be). |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
16 januari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
25 maart 2019 |
Verslag GOA |
22 februari 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
voorafgaand aan de opstart van de bemaling dient een 0-situatie vastgelegd te worden van het grondwaterpeil en zettingen; |
2. |
gelet op het getij van de Schelde dient het grondwaterpeil per uur opgemeten te worden door middel van een logger in de peilbuis tussen secanspalenwand en Schelde zowel voor als tijdens de bemaling; |
3. |
gelet op de aanwezigheid van geroerde gronden worden zettingen dagelijks opgevolgd gedurende de eerste week van de bemaling. Na evaluatie van de metingen kan de frequentie afgebouwd worden in samenspraak met de betrokken partijen; |
4. |
het bemalingsdebiet wordt dagelijks geregistreerd; |
5. |
de bemaling mag geen aanleiding geven tot een verdere verspreiding van verontreiniging. Hiervoor wordt verwezen naar de Technische Richtlijn Grondwaterhandelingen (OVAM, 2012); |
6. |
het bemalingswater dient regelmatig gecontroleerd te worden op de verontreinigingsparameters die in het vooronderzoek werden vastgesteld; |
7. |
de KWS-afscheider moet voorzien zijn van een coalescentiefilter; |
8. |
de KWS-afscheider moet voldoende groot gedimensioneerd zijn en voorzien van een automatische afsluiter of equivalent systeem; |
9. |
het resultaat van bovenvermelde metingen worden genoteerd in een register dat steeds ter inzage ligt op de werf voor de toezichthoudende ambtenaar. Maandelijks worden de resultaten ter kennisgeving overgemaakt aan grondwater.ant.verg@vmm.be en de dienst Omgeving van de stad Antwerpen met vermelding van het referentienummer OMV_2018141038 (omgevingsvergunning@antwerpen.be). |
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd voor |
3.6.3.2 |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
15 m³/uur |
53.2.2.b.2 |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
54.000 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 1 maart 2019 en eindigt op 1 september 2019.