Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur heeft de burgemeester, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het vast bureau, op 25 januari 2019 beslist dat in geval van zijn afwezigheid de bevoegdheid om de eed van personeelsleden van het OCMW af te nemen automatisch gedelegeerd wordt naar de schepen of lid van het vast bureau bevoegd voor personeel en pas wanneer die ook verhinderd is naar de algemeen directeur. Het vast bureau neemt kennis van deze beslissing.
Volgens artikel 187 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 leggen de personeelsleden van de gemeente en de personeelsleden van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de eed af in handen van respectievelijk de burgemeester en de voorzitter van het vast bureau. De burgemeester en de voorzitter van het vast bureau kunnen hun bevoegdheid om de eed af te nemen toevertrouwen aan respectievelijk een lid van het college van burgemeester en schepenen en een lid van het vast bureau, of aan de algemeen directeur.
Bij besluit van de burgemeester van 25 januari 2019, jaarnummer 24 besliste de burgemeester, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het vast bureau, om zijn bevoegdheid om de eed af te nemen bij personeelsleden OCMW bij zijn afwezigheid te delegeren naar de schepen of lid van het vast bureau bevoegd voor personeel en pas wanneer die ook verhinderd is naar de algemeen directeur.