2019_DRAN_00019 - Installatie districtsraad 2019-2024 - Verkiezing, eedaflegging en rangorde districtsschepenen - Kennisneming

Voor de mandaten van districtsschepenen werd op 21 december 2018 een gezamenlijke akte van voordracht van kandidaat-districtsschepenen bezorgd aan de districtssecretaris op naam van:

• Cordy Paul;
• Van den Borne Tom;
• Markowitz Samuel;
• Van Leuffel Charlien;
• Meeusen Femke. 

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

• Artikel 42 §3 en artikel 121 §2 stellen dat het districtscollege moet bestaan uit personen van verschillend geslacht.
• Artikelen 43 en 122 regelen de verkiezing van de districtsschepenen op basis van een gezamenlijke akte van voordracht van kandidaat-districtsschepenen.
  - De gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-districtsschepenen dient ondertekend te zijn door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen. Om ontvankelijk te zijn moet die gezamenlijke akte van voordracht voor elk van de kandidaat-districtsschepenen ook ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst zijn verkozen als de voorgedragen kandidaten.
  - De voorzitter van de districtsraad gaat na of de gezamenlijke akte van voordracht ontvankelijk is. Alleen de handtekeningen van de districtraadsleden die de eed hebben afgelegd, worden daarvoor in aanmerking genomen, met inbegrip van de handtekeningen van de opvolgers die de akte van voordracht hebben ondertekend en die nadien als districtraadslid de eed hebben afgelegd.
  - De rang van de districtsschepenen wordt bepaald door de rangorde op de gezamenlijke akte van voordracht. De districtsburgemeester wordt geacht een hogere rang in te nemen dan de districtsschepenen.
• Artikelen 44 en 122 stellen dat de districtsschepenen, voor ze hun mandaat aanvaarden, in openbare vergadering van de districtsraad de volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de districtsraad: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.".
• Artikel 7 §5 en artikel 120 bepalen dat als de voorzitter bij een welbepaalde aangelegenheid betrokken partij is en hij zijn bevoegdheid niet schriftelijk heeft opgedragen aan een districtsraadslid, het districtsraadslid met de hoogste rang het voorzitterschap waarneemt. (indien voorzitter ook schepen wordt)
• Artikelen 149 en 122 behandelen de wedde van de districtsschepenen.

De omzendbrief KB / ABB 2018 / 3 van 26 oktober 2018 omtrent de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de maandelijkse uitbetaling van de wedde.