In de huidige interne regelgeving wordt verwezen naar de Vlaamse regelgeving en wordt gesteld dat voor jongeren in CBAW het leefloon steeds geweigerd wordt omdat de Vlaamse verblijfssubsidie als inkomen wordt beschouwd en aldus primeert op het leefloon. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen enerzijds jongeren die via het rechtstreeks toegankelijke aanbod begeleid worden en wel degelijk recht kunnen hebben op een leefloon (na sociaal en financieel onderzoek) en anderzijds jongeren die via het niet-rechtstreeks toegankelijke aanbod aanspraak maken op een verblijfssubsidie of onderhoudstoelage.
Voor een aantal jongeren betekende dit in het verleden dat er geen leefloon werd verleend terwijl er wel een recht was en voor een aantal andere jongeren dat er geen voorschotten werden verleend in afwachting van de te doorlopen beroepsprocedurde bij de arbeidsrechtbank.
Voor deze reeds zeer kwetsbare jongeren is de -bijna louter administratieve- procedure tot de aanvraag voor het bekomen van een leefloon een bijkomende negatieve ervaring die bovendien extra inspanningen vergt en een voor hen moeilijk te begrijpen belasting vormt. Ook voor de begeleidende instanties, de sociale centra en voor de leden van het Bijzonder Comité voor Sociale Dienst vormt de hele procedure een extra belasting die als nutteloos en overbodig ervaren wordt.
Gelet op de Vlaamse regelgeving kan het Bijzonder Comité Sociale Dienst in beide situaties echter wel een vorm van financiële steun toekennen:
Om te komen tot een structurele oplossing wordt een overleg met Vlaanderen, Agentschap Jongerenwelzijn gepland. In afwachting hiervan wordt vanuit het Bijzonder Comité Sociale Dienst voorgesteld om bij hoogdringendheid de huidige interne regelgeving aan te passen en deze zeer kwetsbare jongeren zo snel als mogelijk verder te helpen:
De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op Maatschappelijke Integratie (RMI-wet) bepaalt het volgende:
Artikel 3 – 4° punt stelt dat de aanvrager niet over toereikende bestaansmiddelen mag beschikken, noch er aanspraak op kunnen maken, noch in staat zijn deze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven;
Artikel 3 – 6° punt stelt dat de aanvrager zijn rechten moet laten gelden op uitkeringen die hij kan genieten krachtens Belgische of buitenlandse sociale wetgeving.
De OCMW wet van 8 juli 1976 betreffende de maatschappelijke dienstverlening stelt in artikel 60 § 3 dat de financiële hulpverlening bij beslissing van het OCMW wordt onderworpen aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 3, 5° en 6°, 4, 11 en 13,§ 2, van de RMI wet.
De vergoeding van de Vlaamse Gemeenschap valt onder deze bepalingen.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 betreffende de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen in de jeugdhulp stelt in artikel 53 dat de minister de wijze bepaalt waarop aan de organisatie voor bijzondere jeugdzorg voorschotten worden verleend gedurende de periode waarin de procedure tot de aanvraag voor een leefloon loopt. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019, dat hetzelfde bepaalt, is momenteel nog niet gepubliceerd.
Artikel 77 2de en 3de lid van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Het vast bureau besliste op 26 april 2019 (jaarnummer 176) om een wijziging in regelgeving voor toekenning financiële steun voor jongeren in contextbegeleiding autonoom wonen ter goedkeuring voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Jongeren in de module contextbegeleiding autonoom wonen (CBAW) en jongeren die in aanmerking komen voor woonondersteuning en begeleiding kunnen aanspraak maken op een verblijfssubsidie of onderhoudstoelage van het Agentschap Jongerenwelzijn indien zij begeleid worden via het niet-rechtstreeks toegankelijke aanbod (de zogenaamde toegangspoort).
Voor meerderjarigen geldt het residuaire karakter: enkel aan een jongere die niet over eigen inkomsten beschikt kan een verblijfssubsidie toegekend worden.
Jongeren die niet over een eigen inkomen beschikken en die begeleid worden in een module CBAW worden daarom bij hun meerderjarigheid verwezen naar het OCMW voor een aanvraag leefloon. Na uitputting van de procedure waaruit blijkt dat de jongere geen recht heeft op een leefloon wordt een verblijfssubsidie uitbetaald door het Agentschap Jongerenwelzijn. Het bedrag van deze toelage is gelijk aan het bedrag leefloon voor een alleenstaande.
Vermits ook het leefloon een residuair recht is, wordt het leefloon voor deze jongeren geweigerd. Zij kunnen immers recht openen op de verblijfssubsidie en dienen dit recht uit te putten. De Arbeidsrechtbank van Antwerpen volgt dit standpunt.
Aan de organisaties voor bijzondere jeugdzorg die de jongeren begeleiden kunnen door het Agentschap Jongerenwelzijn voorschotten op de verblijfsvergoeding verleend worden gedurende de periode waarin de procedure tot aanvraag van het leefloon loopt (artikel 43 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor voorzieningen in de jeugdhulp).
Jongeren die via het rechtstreeks toegankelijke aanbod begeleid worden hebben geen recht op een onderhoudstoelage of een verblijfssubsidie. Voor deze jongeren kan, na sociaal onderzoek en onderhoudsplichtonderzoek, een leefloon toegekend worden.
Uit concrete dossiers die aan het Bijzonder Comité Sociale Dienst werden voorgelegd, blijkt dat de huidige interne regelgeving met betrekking tot het toekennen van financiële steun aan jongeren in CBAW, niet afgestemd is op de Vlaamse regelgeving. Bovendien zorgen de lange wachttijden bij de Antwerpse arbeidsrechtbank voor onnodige problemen voor deze kwetsbare jongeren.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt eenparig het volgende besluit goed.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de huidige interne regelgeving aan te passen opdat kwetsbare jongeren in moeilijke situaties zo snel als mogelijk binnen de bestaande maatregelen hun recht op menswaardig inkomen gegarandeerd wordt.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om aan jongeren die via het niet-rechtstreeks toegankelijke aanbod begeleid worden in een module contextbegeleiding autonoom wonen, het leefloon te weigeren. In afwachting van een beslissing van het Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn met betrekking tot het toekennen van een verblijfsvergoeding, kunnen voorschotten verleend worden.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om aan jongeren die via het rechtstreeks toegankelijke aanbod begeleid worden, een leefloon toe te kennen indien zij aan de wettelijke voorwaarden voldoen.