Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019028819 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Kaat Allaert met als adres Wellingstraat 102 te 9070 Destelbergen |
Gegevens van de exploitant: |
de heer Koenraad De Rycke met als contactadres Vesten 57 te 9120 Beveren |
Ligging van het project: |
ter hoogte van de Orteliuskaai en Margueriedok te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
Antwerpen, openbaar domein |
Inrichtingsnummer: |
20190304-0078 (BONTON Kaaimuur Loodswezen) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
exploitatie van een mobiele betoncentrale op een ponton |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
30.3.c) |
mortel- en betonmortelcentrales met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW. |
397 kW |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.
(Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De Rycke Gebroeders wenst een tijdelijke, mobiele betoncentrale te exploiteren in het kader van de renovatie van de kaaimuren aan de Schelde. De werfzone bevindt zich ter hoogte van de Orteliuskaai. De mobiele betoncentrale wordt gemonteerd op een drijvende ponton (hierna Bonton genoemd) opdat het stabilisatie- en renovatiewerken van de kaaiermuren kan uitvoeren vanop het water.
Het Bonton werd reeds op verschillende locaties in Antwerpen tijdelijk vergund om beton te kunnen produceren vlakbij de werf en zo minder bij te dragen tot de mobiliteitsdruk in Antwerpen.
De installatie op het ponton bestaat uit twee cementsilo’s van elk 120 ton, een horizontale container met granulaten, onderdekse opslag van niet gevaarlijk additief en spoelwater in onderdekse ballasttank en een eigenlijke betonmengcentrale. De grondstoffen worden door middel van een kraan in een hoger opgestelde container geplaatst waarna ze via transportbanden in de betonmengcentrale worden gebracht. De grind- en de granulatenvoorraad worden opgeslagen in het ruim van een naast gelegen schuit. Alle leveringen van grondstoffen gebeuren via het water. Door met een mobiele centrale te werken kan men het transport op de baan tot een minimum beperken. Volgens de aanvrager worden meer dan 1.200 vrachtwagenbewegingen vermeden.
Het geproduceerde afvalwater, circa 1.000 liter/dag onder de vorm van spoelwater, wordt hergebruikt of opgehaald door een vergunde verwerker.
Tijdens de exploitatie van de betoncentrale kunnen op verschillende momenten stofemissies ontstaan. Granulaten waarmee gewerkt wordt hebben een stuifcategorie 2 (SC). Grind heeft SC3. Het grootste risico gaat uit van het cement, die een SC1 heeft. Het cement wordt opgeslagen in twee gesloten silo’s (dagverbruiken). De silo’s zijn uitgerust met zelfreinigende stoffilters en beschikken over een over- en onderdrukbeveiliging en een overvulbeveiliging. De technische installatie zou verder tijdig onderhouden en gecontroleerd worden om de emissies te beperken.
De aandrijfmotor van de menger, de betonpomp en de stroomgenerator zijn de significantste geluidsbronnen van het Bonton. Om de geluidsimpact van het drijvend ponton ter hoogte van de dichtste woningen te bepalen, werd aan de aanvraag een geluidstudie (ref. JV180416 van 2018) gevoegd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het specifiek geluid van de betoncentrale ter hoogte van de dichtste woningen (op 100 meter) de vigerende geluidsnorm overschrijdt met gemiddeld 12 dB(A) overdag. In de praktijk zal het specifiek geluid van het Bonton niet waarneembaar zijn tijdens de dagperioden. Het zal gemaskeerd worden door de te hoge omgevingsgeluid (oorspronkelijk omgevingsgeluid).
De omgevingsvergunning wordt gevraagd voor een bepaalde duur van 2 jaar. De mobiele installatie zal ingezet worden in verschillende fases van de werken, zijnde in het voorjaar van 2019 en mogelijks ook vanaf augustus 2020. De effectieve inzet van de betoncentrale beperkt zich tot 10 à 15 werkdagen per werkfase. Er wordt enkel overdag gewerkt, zodat ’s avonds en ’s nachts er geen geluidsproductie is.
De inrichting zal, volgens de aanvrager, uitgebaat worden conform de sectorale voorwaarden met inachtneming van de bepaling m.b.t. de minimum afstandsregel tot woongebieden (artikel 5.30.0.2 Vlarem II).
Er werden in het recente verleden verscheidene vergunningen verleend aan de exploitant voor deze mobiele betoncentrale op gelijkaardige locaties. Hiervan zijn geen klachten over geluid- of stofhinder gekend op onze dienst.
Advies van het college
De gevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn tijdelijk van aard. Een mobiel, drijvende betoncentrale op een ponton zal transporten van beton op de weg voor dit project sterk beperken. In het beschreven project blijven de hinder en de risico’s voor mens en milieu aanvaardbaar. Er wordt gunstig advies verleend de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
30.3.c) |
mortel- en betonmortelcentrales met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW. |
397 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
9 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
9 mei 2019 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |