Terug
Gepubliceerd op 23/01/2020

2019_CBS_09630 - Tarieven begraafplaatsen - Retributiereglement 2020 tot en met 2025 - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/11/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_09630 - Tarieven begraafplaatsen - Retributiereglement 2020 tot en met 2025 - Goedkeuring 2019_CBS_09630 - Tarieven begraafplaatsen - Retributiereglement 2020 tot en met 2025 - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

De gecoördineerde grondwet verleent bij artikels 41, 162/2e, 170/paragraaf 4 en 173 aan de gemeenten fiscale autonomie.

Artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur bepalen dat de gemeenteraad bevoegd is voor de gemeentelijke belastingen en retributies en dat deze bevoegdheid niet aan het college van burgemeester en schepenen kan toevertrouwd worden.

Argumentatie

De termijn van het huidige retributiereglement met betrekking tot de begraafplaatsen eindigt op 31 december 2019. Om de continuïteit te garanderen wordt met dit besluit aan de gemeenteraad een nieuw retributiereglement voorgelegd waarvan de termijn start op 1 januari 2020 loopt tot en met 31 december 2025.

De dienst Stadsbeheer/Groen en Begraafplaatsen/Begraafplaatsen stelt, tegenover de huidige versie, als inhoudelijke wijziging voor dat de tarieven voor retributies begraafplaatsen worden vereenvoudigd door het integreren van retributies voor funderingen in de tarieven voor concessies.

De stad Antwerpen heft een retributie op het gebruik van door het bestuur aangeboden funderingen op begraafplaatsen: op urnenvelden en bij grondbegravingen waar zich funderingen bevinden. Door het aanbieden van deze infrastructuren verlaagt voor de klant de kost bij het plaatsen van graftekens. De retributie op funderingen compenseert de investeringen van het bestuur.

Om volgende redenen wordt de regeling voor retributie op funderingen op begraafplaatsen aangepast:

  1. het aanrekenen van een retributie op funderingen op urnenvelden kan beschouwd worden als een schending van het gelijkheidsbeginsel, aangezien dezelfde retributie niet aangerekend wordt bij columbaria die evenzeer een infrastructuur zijn die voor de klant de kost van plaatsing van een grafteken verlaagt;
  2. het aanrekenen van een retributie op funderingen op niet-geconcedeerde rustplaatsen is strijdig met paragraaf 4, hoofdstuk II uit de Omzendbrief B.A. 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het Decreet op Begraafplaatsen en Lijkbezorging van 16 januari 2004, waarin gesteld wordt dat behoudens concessies, de lijkbezorging op gemeentelijke begraafplaatsen kosteloos is voor personen ingeschreven in de bevolkings- en vreemdelingenregisters van de gemeente;
  3. het aanrekenen van twee aparte retributies voor het toekennen van rustplaatsen op begraafplaatsen door klanten beschouwd wordt als administratief ingewikkeld.

Deze integratie van twee retributies tot één enkel tarief heeft als gevolgen dat:

  1. de tarifiëring van concessies op begraafplaatsen een meer gelijke behandeling inhoudt waarbij meer consequent het principe wordt toegepast dat gelijkaardige investeringen ook gelijkaardige retributies rechtvaardigen;
  2. de lijkbezorging in niet-geconcedeerde rustplaatsen volledig kosteloos wordt, zoals de Omzendbrief B.A. 2006/03 van 10 maart 2006 dat voorschrijft;
  3. de retributie op funderingen als apart tarief ophoudt te bestaan, waardoor de tariefstructuur voor de klant vereenvoudigt.

Juridische grond

Het Decreet voor Begraafplaatsen en Lijkbezorging van 16 maart 2004 bepaalt in artikel 8 dat de gemeenteraad bevoegd is om de verschuldigde bedragen en de voorwaarden rond het verlenen van grafconcessies autonoom te bepalen.

Aanleiding en context

De gemeenteraad keurde op 19 november 2013 (jaarnummer 666) het retributiereglement goed waarin de tarieven werden bepaald voor het verlenen van grafconcessies op begraafplaatsen, het saneren van een graf bij bruikleen en het in bruikleen nemen van een bestaand grafteken, het aanbrengen van tekst op een naamplaatje en het gebruik van funderingen. De termijn van dit retributiereglement nam een aanvang op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019.

De gemeenteraad keurde op 24 februari 2014 (jaarnummer 131) een aanpassing aan dit retributiereglement goed.

Algemene financiƫle opmerkingen

Een simulatie van de toepassing van deze retributieherziening geeft aan dat derving en stijging van de inkomsten elkaar compenseren.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen legt het volgende voor aan de gemeenteraad:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt het retributiereglement voor de begraafplaatsen voor de jaren 2020 tot en met 2025 goed.

Artikel 2

De financieel directeur regelt de financiële aspecten als volgt:

Omschrijving Bedrag Boekingsadres Bestelbon
Retributie voor begravingen 460.000,00 EUR per jaar budgetplaats: 5377500000
budgetpositie: 7006002
functiegebied: 2LMS040104A00000
subsidie: SUB_NR
fonds: Intern
begrotingsprogramma: 2SA020992
budgetperiode: 2000 tot en met 2500
n.v.t.
Retributie voor graftekens 13.000,00 EUR per jaar budgetplaats: 5377500000
budgetpositie: 7006003
functiegebied: 2LMS040104A00000
subsidie: SUB_NR
fonds: Intern
begrotingsprogramma: 2SA020992
budgetperiode: 2000 tot en met 2500
n.v.t.

Bijlagen