Conform artikel 97 van het omgevingsvergunningenbesluit is het college de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het omgevingsvergunningendecreet.
Het college heeft deze melding onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het omgevingsvergunningsdecreet en -besluit en de latere decreten en uitvoeringsbesluiten.
De laatste vergunning voor de ingedeelde inrichting en activiteit (klasse 2) werd op 18 januari 2007 verleend door de deputatie van de provincie Antwerpen met referentie MLVER/06-158/NVD/LH.
Het college actualiseert hierna de vergunning als gevolg van de melding van overdracht.
Bijgevolg werden volgende vergunde rubrieken geactualiseerd:
3.3 naar 3.2.2.a, 12.1.1 naar 12.1.1.2°b, 16.3.1.2 naar 16.3.2°b, 17.3.6.2 naar 17.3.2.1.1.2, 31.1.2 naar 31.1.2°b, 43.1.2 naar 43.1.2°b.
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunning niet onderzocht. Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van vergunning.
De melding van overdracht wordt getoetst aan de bepalingen die zijn opgenomen in de hierna vermelde
wetgeving:
Op 11 oktober 2019 meldde Meir Development nv, Woluwelaan 2, 1150 Brussel, de overdracht van de vergunning voor een telefooncentrale, gelegen Lange Nieuwstraat 106, 2000 Antwerpen, kadastraal gekend als Antwerpen afdeling 36 sectie C perceelnummer 148 A2,L K2,X, Y vergund op naam van Proximus nv, Koning Albert II-laan 27, 1030 Schaarbeek.
Het college actualiseert het vergunningsbesluit van de deputatie van de provincie Antwerpen met referentie 2001/963 als gevolg van de melding van overdracht en brengt de melder hiervan op de hoogte:
Dossiernummer: OMV_2019120071
Melder: Meir Development nv
Inrichtingsnummer: 20190925-0079
Omschrijving: overdracht (basis) milieuvergunning klasse 2 met referentie 2001/963 gewijzigd in 2006 en 2007 (2006/528 en 2007/87) van Proximus nv door Meir Development nv
Locatie: Lange Nieuwstraat 106 te Antwerpen
Datum ontvangst: 11 oktober 2019
Geadviseerde en gecoördineerde rubrieken:
|
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd en gecoördineerd |
|
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
7.500 m³/jaar |
|
12.1.1.2°b |
inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van Meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; |
1.340 kVA (=50% van 2.680 kVA of 2.144 kW) |
|
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
400,00 kVA |
|
12.3.1° |
accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000; |
4.096.483 VAh |
|
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
12,00 kW |
|
15.1.2° |
het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
49 |
|
16.3.2°b |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; |
2.179 kW |
| 17.1.2.1.1
|
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1000 liter
|
640 liter |
|
17.3.2.1.1.2 |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer meer dan 20 ton tot en met 500 ton; |
44.88 ton |
|
31.1.2°b |
stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
1.145 kW |
|
43.1.2°b |
stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, c). |
1.205,10 kW (=50% van 2.290 kW) |
Het college wijst erop dat de omgevingsvergunning eindigt op 31 januari 2022, de einddatum van de lopende vergunning.
Het college wijst erop dat de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II, verbonden aan de overgedragen Vlaremrubrieken, van toepassing zijn.
Het college beslist dat volgende slotbepalingen van toepassing zijn: