Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019115971 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Slimane Badaoui met als adres Oudestraat_HO 74 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Oudestraat 92 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 38sectie B nr. 717B |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een appartementsgebouw met 2 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 23/08/2019: weigering (20191752) voor het bouwen van een appartement.
Vergunde toestand
- braakliggend terrein.
Huidige toestand
- braakliggend terrein
Gewenste toestand
- appartementsgebouw van 3 bouwlagen onder plat dak;
- een 5-slaapkamerappartement op het gelijkvloers en 1ste verdieping met een netto-oppervlakte van circa 172,6m²;
- een 2-slaapkamerappartement op de 2de verdieping met een netto-oppervlakte van circa 91,3m²;
- lichtgrijze gevelsteen, goudkleurig aluminium schrijnwerk en lichtgrijze sectionaalpoort.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een appartementsgebouw van 3 bouwlagen onder plat dak;
- het voorzien van 2 zelfstandige woonentiteiten;
- het afwerken van de gevel met een lichtgrijze gevelsteen, goudkleurig aluminium schrijnwerk en lichtgrijze sectionaalpoort.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
4 oktober 2019 |
22 oktober 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
3 oktober 2019 |
10 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit en verkeer |
3 oktober 2019 |
8 oktober 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken in de beoordeling van de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 30: Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er is 1 parkeerplaats voorzien waar dat er 2 parkeerplaatsen vereist zijn. De aanvraag betreft een project met een gevellengte van 10,44 meter. Rekening houdende met artikel 12 van de bouwcode “Levendige plint” kan slechts 1 toegangspoort toegestaan worden. Bovendien laat de breedte van het perceel de inrichting van 2 parkeerplaatsen, die onafhankelijk van elkaar kunnen functioneren, niet toe. De aanvrager voegt een motivatienota toe om af te wijken van het aantal vereiste parkeerplaatsen. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode wordt een afwijking toegestaan.
- artikel 38: Groendaken: het dak is niet voorzien van een groendak waar dat dit vereist is.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarde in verband met het groendak is de aanvraag verenigbaar met de voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de bouw van een meergezinswoning in woongebied. De aanvraag is verenigbaar met de omgeving die gekenmerkt wordt door een mix van één- en meergezinswoningen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.
Op een braakliggend terrein wordt een appartementsgebouw gebouwd met op het gelijkvloers en 1e verdiep een appartement met 5 slaapkamers en op de 2e verdieping een appartement met 2 slaapkamers.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1
De werkelijke parkeerbehoefte is 2 x 1 = 2 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Er wordt op het gelijkvloers een parkeerplaats ingetekend. Deze ligt voor de fietsenberging. De breedte van de garage bedraagt 3,50 meter. Als de auto zoveel mogelijk aan de rechterkant wordt geparkeerd, is de maatvoering van de gang voldoende breed om vlot passeren met de fiets aan de hand. Om de locatie van het parkeervak te visualiseren dient dit duidelijk afgelijnd te worden op de grond. De breedte van het parkeervak bedraagt maximaal 2,5 meter te meten vanaf de rechter scheidingsmuur.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit omvat het volgende met betrekking tot de fietsparkeerplaatsen:
“Voor deze 2 appartementen zijn er 1 x (5 + 1) + 1 x (2 + 1) = 9 fietsenstallingen nodig.
De fietsen hebben, zoals nu ingetekend, te weinig ruimte achter de fietsen om ze in 90° te plaatsen.
De fietsen zullen onder een hoek geplaatst moeten worden en nemen dan meer plaats in (tussenafstand vergroot).”
Het advies wordt bijgetreden en wordt aangevuld met een bijkomende voorwaarde dat de sectionaalpoort hetzij automatisch moet opengaan, hetzij een deur moet bevatten om de toegang tot het gebouw met de fiets zo gebruiksvriendelijk te laten verlopen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft de bouw van een meergezinswoning op een onbebouwd perceel tussen 2 wachtgevels. Door de invulling van het onbebouwd perceel wordt de straatwand afgewerkt wat positief wordt beoordeeld.
De Oudestraat wordt gekenmerkt door een mix van woningtypologieën met overwegend drie bouwlagen. De aanvraag omvat 3 bouwlagen en is daarmee in harmonie met de omgeving.
De aanvraag heeft een getande bouwdiepte op het gelijkvloers van 13 tot 15 meter en sluit hiermee aan op de bouwdieptes van de aanpalende panden. Op de verdiepingen bedraagt de bouwdiepte 13 meter wat voor de eerste verdieping in overeenstemming is met de aanpalende percelen. Op de tweede verdieping heeft het rechtse aanpalende perceel slechts een bouwdiepte van 9 meter, terwijl de bouwdiepte van de aanvraag 13 meter bedraagt. Om schaduwwerking ten aanzien van het rechtse aanpalende perceel te vermijden wordt een teruggetrokken hoekuitwerking van de tweede verdieping onder de 45° regel uitgewerkt waar de buitenruimte van het appartement wordt ingericht.
De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
Gevelmetselwerk in diverse kleuren is het kenmerkende gevelmateriaal voor de Oudestraat. De gevels van de aanvraag worden uitgevoerd in een lichtgrijze gevelsteen in verschillende metselwerkverbanden. Er wordt een plint in blauwe hardsteen voorzien en voor het schrijnwerk wordt goudkleurig aluminium schrijnwerk gekozen. De sectionaalpoort wordt uitgevoerd in het lichtgrijs. De geveluitwerking is visueel inpasbaar in de omgeving.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de fietsenberging moet anders ingericht worden om 9 fietsen te kunnen stallen (onder hoek met meer tussenruimte);
3. de autoparkeerplaats dient als een toegewezen plaats belijnd te worden. De breedte bedraagt maximaal 2,5 meter te meten vanaf de rechter scheidingmuur;
4. de sectionaalpoort moet hetzij automatisch opengaan, hetzij een deur bevatten;
5. het dak moet als groendak aangelegd worden;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
3 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
2 december 2019 |
Verslag GOA |
13 november 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de fietsenberging moet anders ingericht worden om 9 fietsen te kunnen stallen (onder hoek met meer tussenruimte);
3. de autoparkeerplaats dient als een toegewezen plaats belijnd te worden. De breedte bedraagt maximaal 2,5 meter te meten vanaf de rechter scheidingmuur;
4. de sectionaalpoort moet hetzij automatisch opengaan, hetzij een deur bevatten;
5. het dak moet als groendak aangelegd worden;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.