Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019104004 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV Imolim met als adres Lange Gasthuisstraat 9-11 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Huidevettersstraat 36 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 3sectie C nr. 1716D |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Kleinhandelsactiviteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een winkelpand |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/08/2005: vergunning (545#54) voor het uitbreiden van een winkelpand.
Vergunde toestand:
- handelspand met bovenliggende wooneenheid met een netto vloeroppervlakte van ca. 165m²;
- pand in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder hellend dak. Achteraan het hoofdgebouw bevindt zich een volume met eveneens drie bouwlagen onder hellend dak. Het binnengebied tussen beide bouwvolumes werd op de gelijkvloerse verdieping volledig dicht gebouwd;
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- handelspand (2 afgescheiden winkels) met bovenliggende wooneenheid met een netto vloeroppervlakte van ca. 165m²;
- gewijzigde verticale circulatie en met toevoeging van een lift;
- gewijzigde buitenschrijnwerk benedenverdieping, zoals positie van de inkomdeur;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- handelspand (1 grote winkel) met bovenliggende wooneenheid met een netto vloeroppervlakte van ca. 165m²;
- nieuwe verticale circulatie en met toevoeging interne trappen en een lift;
- gevelafwerking:
- 1ste verdieping (achterbouw) wordt gebruikt als personeelsruimte en is voorzien van een eetruimte, zitruimte en 2 wc’s;
- heringerichte wooneenheid met 1 slaapkamer op de 2de verdieping;
- functie en aantal wooneenheden wijzigt niet.
Inhoud van de aanvraag
- het verbouwen en uitbreiden van een handelspand;
- het verlagen van de keldervloer;
- het verbouwen van het bestaande appartement op verdieping 2;
- het voorzien van nieuwe verticale circulaties met toevoeging van interne trappen en een lift/liftschacht ter hoogte van de achtergevel;
- het wijzigen van de gelijkvloerse gevelpui.
Omschrijving kleinhandelsactiviteiten
Deze omgevingsvergunningsaanvraag voor kleinhandelsactiviteiten heeft betrekking op de inplanting van een kledingwinkel van Hennes & Mauritz (H&M). Deze internationale keten wenst zich voornamelijk te vestigen grootsteden of steden met een regionale aantrekkingskracht.
De gewenste nettohandelsoppervlakte ontstaat door het samenvoegen van twee bestaande winkelpanden. Deze bestaande winkelpanden vielen elk apart door hun beperkte omvang (kleiner dan 400 m²) niet onder de verplichting tot het aanvragen van een omgevingsvergunning kleinhandelsactiviteiten.
Met voorliggend dossier wordt een omgevingsvergunning kleinhandelsactiviteiten gevraagd voor de inplanting van een kleinhandel met uitrusting voor de persoon, gelegen aan de Huidevetterstraat 36 te 2000 Antwerpen. De gevraagde nettohandelsoppervlakte van 671 m² wordt verdeeld over twee niveaus, gelijkvloers en eerste verdieping. Het project omvat de samenvoeging van twee bestaande handelsruimten tot één geheel. Voorheen waren hier de kledingzaken “Brooklyn” en “Hallhuber” gevestigd. De gelijkvloerse verdieping en een gedeelte van de eerste verdieping worden gebruikt voor handel. De kelder zal worden gebruikt als stockruimte en technische ruimte. Op het hogere niveau wordt woongelegenheid ingericht.
Voor het uitbreiden van de handelsruimte werd in het verleden een stedenbouwkundige vergunning verleend door het college op 26 augustus 2005 (nummer AN1/2005/0053).
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
25 september 2019 |
18 oktober 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
24 september 2019 |
24 september 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
24 september 2019 |
24 september 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
24 september 2019 |
11 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
24 september 2019 |
6 november 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
8 november 2019 |
8 november 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
24 september 2019 |
26 september 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 2: zone voor wonen - (wo2).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- artikel 2.1.1 Culturele, historische en/of esthetische waarde:
Het hele plangebied is een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In dit gebied wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur en het interieur van gebouwen, als voor de bijhorende buitenruimten. De culturele, historische en/of esthetische waarde van alle aanwezige elementen moet voldoende beschreven worden in de beschrijvende nota van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning;
- artikel 2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:
Het vervangen van de gevelplint in blauwe steen door een plint in prefabbeton panelen is niet in harmonie met de erfgoedwaarde van de voorgevel.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Niveauverschillen tot en met 18 cm moeten, zowel binnen als buiten, minstens met een helling overbrugd worden, met uitzondering van niveauverschillen tot twee cm in buitenruimtes of niveauverschillen tot twee cm bij een overgang tussen binnen- en buitenruimtes. Het pasverschil tussen het voetpad en de binnenpas is meer dan 2 cm en wordt niet overbrugd met een helling.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
In CHE-gebied, voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en/of voor gebouwen in beschermde landschappen wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur;
Het materiaalgebruik van alle onderdelen moet duurzaam en esthetisch verantwoord zijn. Het vervangen van de gevelplint in blauwe steen door een plint in prefabbeton panelen is niet in duurzaam en niet in harmonie met de erfgoedwaarde van de voorgevel.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 01/08/2019.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het pand is gelegen in afgebakend kernwinkelgebied Centrum Antwerpen en op deze locaties zijn investeringen die de commerciële aantrekkingskracht van de handelszaken vergroten, positief te beoordelen.
Het voorzien van detailhandel op het gelijkvloers en de eerste verdieping, met opslagruimten in de kelder en aanhorigheden in het achterhuis is principieel in overeenstemming met de toelaatbare bestemmingen volgens het RUP Binnenstad, gelet op de overdruk detailhandel.
Ook verbouwingswerken aan het bestaande en vergunde appartement op de 2de verdieping zijn functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag voorziet in het creëren van een afzonderlijke toegang naar de bovenliggende verdiepingen en het appartement op de 2de verdieping. Dit verhoogt de woonkwaliteit van het appartement aanzienlijk. De verticale circulatie wordt vernieuwd en voorzien van een lift zodat de publieke toegankelijkheid van de handelsruimte op de verdieping wordt gegarandeerd.
De lift wordt ook doorgetrokken tot op de 2de verdieping.
Echter is de lift enkel bereikbaar door de winkelruimte.
In het wijzigingsverzoek werden de plannen dan ook zo aangepast dat de lift niet doorloopt tot op de 2de verdieping. De beperkte volume-uitbreiding valt binnen het bestaande scheimuurprofiel en is bijgevolg aanvaardbaar in de omgeving.
De aanpassingen van de winkelruimte houden rekening met de originele indeling van het pand en voorzien in een grote, overzichtelijke winkelruimte op gelijkvloers en verdieping.
De kelder voor stockage is vlot bereikbaar via lift en trap.
De technieken van de winkelruimte worden voorzien in de dakverdieping boven het appartement.
De originele plannen voorzien een uitrekbare zoldertrap als toegang tot deze verdieping. De plannen van het wijzigingsverzoek voorzien een volwaardige trap vanuit het appartement. Hiertegen is stedenbouwkundig geen bezwaar.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet grotendeels in het behoudt van de geleding van zowel de voor- als de achtergevel. Echter wordt de plint in blauwe steen van de voorgevel vervangen door prefab betonpanelen en wordt de bepleisterde lijst met rozetten, tussen gelijkvloers en verdieping, mee bekleed met deze betonpanelen. Het voorgestelde materiaal is niet duurzaam en niet in harmonie met de erfgoedwaarde van de voorgevel. Dit is in strijd met artikel 2.1.2 van het RUP en artikel 11 van de bouwcode. Ofwel dient de bestaande gevelplint behouden te blijven ofwel dient een nieuwe bekleding in blauwe steen met schijnvoegen conform de bestaande toestand worden voorzien. Indien de bestaande bekleding behouden blijft moet de bekleding van bijkomende penanten uitgevoerd worden conform de bestaande bekleding.
Cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd zijn in een zone die volgens het gewestplan, bijzondere plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er voor het eerst een eenduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform artikel 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Er werd een CHE-rapport toegevoegd aan de aanvraag.
Gelet op de aard van de werken werd advies gevraagd aan de dienst monumentenzorg. Het advies laat zich als volgt samnevatten:
“Het pand betreft een statig neoclassicistisch herenhuis van zes traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak, uit het tweede kwart van de 19de eeuw. Het gebouw functioneerde achtereenvolgens als bankgebouw, woning met dokterspraktijk, restaurant en diverse winkels. Het bestaat uit een hoofdgebouw, achterhuis en tussengebouw.
De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een geblokte pui uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de geprofileerde, cordonvormende lekdrempels van de bovenverdiepingen, legt de compositie de klemtoon op het zijrisaliet in de rechter travee. Dit laatste wordt gemarkeerd door de brede rondboogpoort met uitwaaierende schijnvoegen. De voorheen getraliede, rechthoekige benedenvensters met geriemde omlijstingen en lekdrempels zijn verbouwd tot winkelramen.
Op de bel-etage vindt men deurvensters met origineel 19de-eeuws schrijnwerk en een fraaie smeedijzeren borstwering, gevat in een vlakke omlijsting met een entablement op voluutconsoles. De borstwering draagt panelen met rozetten in de eerste en voorlaatste travee. Op de lagere tweede verdieping zijn rechthoekige vensters in een geriemde omlijsting aanwezig. Klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries en geprofileerde, gekorniste en verkropte houten kroonlijst op modillons.
Op de gelijkvloerse verdieping vooraan is het vroeg 20ste-eeuwse stucplafond nog deels zichtbaar. Ondanks de grote opening in het valse plafond werd de volledigheid van het plafond niet gecontroleerd in het onderzoek voor het CHE-rapport.
Tussen de eerste en tweede verdieping is een houten trap met hoekbordessen bewaard. Het gedeelte tussen het gelijkvloers en de eerste verdieping werd afgesneden bij de verbouwing in 1928. Op de tweede verdieping is de oorspronkelijke negentiende-eeuwse indeling behouden, waarbij de circulatiehal met hoge afgeronde deurportalen waardevol is.
Het pand heeft beeldondersteunende kwaliteiten in de Huidevettersstraat.
Aan de beschrijvende nota werd een CHE-rapport toegevoegd. Vrijwel alle als waardevol omschreven onderdelen verdwijnen in het voorliggende ontwerp zonder verdere motivering of zonder voorbespreking terzake. De stedelijke dienst monumentenzorg zet in op bewaring en herstel van het vroeg 20ste-eeuwse stucplafond in het voorste gedeelte van het gelijkvloers, de houten bordestrap tussen eerste en tweede verdieping en de circulatiehal met hoge afgeronde deurportalen op de tweede verdieping en adviseert dan ook ongunstig.”
Naar aanleiding van dit ongunstig advies heeft de aanvrager op 7 november 2019 een wijzigingsverzoek ingediend.
Op basis van deze plannen heeft de dienst monumentenzorg het advies aangepast als volgt:
“In de bijgewerkte plannen wordt de kenmerkende indeling behouden, met de waardevolle originele gang en de scheidingsmuur tussen beide kamers vooraan. Het stucplafond op de gelijkvloerse verdieping wordt terug “à l’origine” geplaatst. De houten steektrap met bordessen tussen +1 en +2 wordt ontmanteld en gestockeerd. Op basis van deze aangepaste elementen adviseert de stedelijke dienst monumentenzorg gunstig.”
Bovenstaande punten zullen overgenomen worden in de voorwaarden van de vergunning.
Bodemreliëf
Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone met een oppervlakte boven 300 m² (ca. 641 m²) en een ingreep boven 100 m² (410 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd ingediend door Bart Bot en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 01/08/2019. Het bijhorende programma van maatregelen beval geen vervolgonderzoek (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/11854).
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door de afdeling milieu werd vastgesteld dat er tot op heden geen milieuvergunning op dit adres werd geregistreerd. Niettemin wordt er in de aanvraag gesproken van “technieken”. Op de foto’s in het aanvraagdossier zijn elementen van airconditioningsinstallaties zichtbaar aan de achtergevel. De aanvrager wordt erop gewezen dat airco’s meldingsplichtig zijn vanaf een vermogen van 5 kW en aangeraden om zijn “technieken” en vermogens na te gaan. Indien het IIOA’s (ingedeelde inrichtingen of activiteiten) betreft, dienen deze aangevraagd te worden met een omgevingsaanvraag.
De aanvraag wijkt af van artikel 18 van de verordening toegankelijkheid.
Het pasverschil tussen het voetpad en de binnenpas is 4 cm in plaats van 2 cm en wordt niet overbrugd door een helling. Gelet op de beperkte afwijking en aangezien de structurele werken die nodig zijn om te voldoen aan de voorschriften toegankelijkheid, niet in verhouding staan tot de aangevraagde wijzigingen van de dorpel en het schrijnwerk kan op basis van de afwijkingsbepalingen van de verordening inzake toegankelijkheid een afwijking op de voorschriften toegestaan worden toegestaan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid
Doelstelling 1: Duurzame vestigingsmogelijkheden en vermijden van handelslinten
Het pand is volgens het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Binnenstad gelegen in de zone voor
"centrumfuncties - stedelijke functies". In deze centrumzone staat de mix van functies centraal en is onder andere detailhandel toegelaten. Ook is de projectlocatie vervat in een zone "overdruk
detailhandel". In deze zone wordt detailhandel ook toegelaten in de kelder en de eerste verdieping. Het gevraagde project komt hier aan tegemoet door inrichting van de publieksruimte op de gelijkvloerse verdieping en de eerste verdieping.
De uitbater neemt geen ‘green fields’ in om zijn uitbating op te starten. Er wordt geen nieuwe bebouwing gecreëerd of bijkomende verlinting in de hand gewerkt. Hennes & Mauritz vestigt zich in een bestaande stedenbouwkundig vergunde handelsruimte, voorheen reeds ingevuld door een andere kledingmerk. Het is daarom een duurzame vorm van her ingebruikname winkelvastgoed.
Doelstelling 2: Het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten
Het project is gelegen in het grootstedelijk gebied Antwerpen. Het project ligt in een stedelijke omgeving met een hoge bevolkingsdichtheid op wandel- en fietsafstand. Het aanbod is goed toegankelijk voor de consumenten/bewoners van Antwerpen. Het oprichten van een handelszaak in kleding op een locatie waar voorheen ook reeds een kledingzaak gevestigd was behoudt (deels) en verruimt (deels) het bestaande aanbod voor de lokale consument.
Doelstelling 3: Het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu/kernwinkelgebieden
In de Beleidsnota Detailhandel (goedgekeurd door de gemeenteraad op 18 september 2013, jaarnummer 585) wordt als belangrijke beleidslijn aangehaald dat grootschalige detailhandel in eerste instantie in de bestaande winkelgebieden moet worden geïntegreerd, eerder dan op locaties buiten de winkelgebieden of buiten het stedelijk weefsel. Hennes & Mauritz nv volgt deze beleidslijn met de vestiging van haar winkel in een bestaand handelspand aan de Meir, onderdeel van het kernwinkelgebied Centrum Antwerpen. Dit past binnen de context van het hoofdwinkelgebied van Antwerpen, waar de belangrijkste bovenlokale shoppingvoorzieningen gesitueerd zijn.
Doelstelling 4: Het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit
Zie ‘mobiliteitsimpact’.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. ofwel de bestaande blauwe steen van de gelijkvloerse gevelpui te behouden ofwel de gevelpui opnieuw af te werken met blauwe steen met schijnvoegen conform de bestaande toestand;
3. het stucplafond op de gelijkvloerse verdieping “à l’origine” terug te plaatsen;
4. de houten steektrap met bordessen tussen +1 en +2 te ontmantelen en te stockeren;
5. de waardevolle originele gang in het appartement te behouden;
6. indien er ingedeelde inrichtingen of activiteiten worden voorzien, dienen deze aangevraagd te worden met een omgevingsaanvraag;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
Het afwerken van de gelijkvloerse gevelpui met prefab betonpanelen.
Advies over de kleinhandelsactiviteiten
Op basis van doelstelling 1 t.e.m. 4 geven de diensten Investdesk en Bedrijvenloket gunstig advies voor het uitreiken van een omgevingsvergunning kleinhandelsactiviteiten tot het oprichten van een handelszaak met verkoop van kleding met 671 m² nettohandelsoppervlakte aan de Huidevetterstraat 36, 2000 Antwerpen. De totale nettohandelsoppervlakte dient gebruikt te worden voor de verkoop van goederen voor persoonsuitrusting (categorie 2 conform artikel 3 van het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016).
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
26 augustus 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 september 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag |
8 november 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
23 november 2019 |
Verslag GOA |
8 november 2019 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. ofwel de bestaande blauwe steen van de gelijkvloerse gevelpui te behouden ofwel de gevelpui opnieuw af te werken met blauwe steen met schijnvoegen conform de bestaande toestand;
3. het stucplafond op de gelijkvloerse verdieping “à l’origine” terug te plaatsen;
4. de houten steektrap met bordessen tussen +1 en +2 te ontmantelen en te stockeren;
5. de waardevolle originele gang in het appartement te behouden;
6. indien er ingedeelde inrichtingen of activiteiten worden voorzien, dienen deze aangevraagd te worden met een omgevingsaanvraag;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
Het afwerken van de gelijkvloerse gevelpui met prefab betonpanelen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.