Conform artikel 15 en 107 van het omgevingsvergunningendecreet neemt het college akte van de meldingen op zijn ambtsgebied.
Het college heeft deze meldingen onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en de uitvoeringsbesluiten. Het college kan in de meldingsakte voorwaarden opleggen. Het college neemt hierna al dan niet akte van de ontvangen meldingen.
Lijst van de meldingen werd opgenomen in het besluit.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt in artikel 4.2.2 en 4.2.4 respectievelijk de stedenbouwkundige handelingen waarin de vergunningsplicht wordt vervangen door een verplichte melding. Het decreet houdende algemeen bepalingen inzake milieubeleid bepaalt in artikel 5.2.1 de ingedeelde inrichtingen en activiteiten waarvoor een meldingsakte vereist is.
Het college neemt akte van volgende meldingen die bij beveiligde zending werden ontvangen. De toetsing aan de bestaande regelgeving geeft aanleiding tot het opleggen van voorwaarden. De melder wordt hiervan op de hoogte gesteld:
Motivatie bijzondere milieuvoorwaarden:
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit die zich toelegt op de doorvoer van nieuwe voertuigen. Deze worden op de site gereinigd en indien nodig worden er kleine aanpassingen uitgevoerd op deze voertuigen.Het bedrijf beschikt over geen enkele vorm van waterzuivering terwijl ze zowel huishoudelijk afvalwater als bedrijfsafvalwater genereren.
De site is gelegen in individueel te optimaliseren buitengebied wat wil zeggen dat de lozer de verantwoordelijkheid draagt om ervoor te zorgen dat het water gezuiverd wordt alvorens het in oppervlaktewater (dokken) wordt geloosd. Het huishoudelijk afvalwater dient gezuiverd te worden in een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) alvorens geloosd te worden. Het bedrijfsafvalwater is enerzijds afkomstig van de wasplaats en anderzijds van de brandstofverdeelinstallatie (tankpiste). Hiervoor is een KWS-afscheider met coalescentiefilter noodzakelijk om voor de nodige zuivering te kunnen zorgen.
Een andere optie is om het afvalwater op te vangen en te laten afvoeren door een erkend overbrenger naar een erkende verwerker. Hiervan dienen de bewijzen ter inzage gehouden te worden voor de toezichthoudende overheid.Het is aangewezen om volgende bijzondere voorwaarden op te leggen aan deze exploitatie:
Voor wat de overige gemelde activiteiten (stallen bedrijfsvoertuigen, opslag gevaarlijke producten in kleine verpakkingen en de doorvoeropslagplaats) betreft dienen geen bijzondere voorwaarden opgelegd te worden.