Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019050406 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Maarten Creteer met als adres Edelinckstraat 20 te 2018 Antwerpen en BVBA SICA INTERNATIONAL met als adres Papaverstraat(E) 15 te 3630 Maasmechelen |
Ligging van het project: |
Edelinckstraat 20 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6sectie F nr. 1463B11 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26 oktober 1926 toelating(1926#25318) voor het uitvoeren van binnenveranderingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- Eengezinswoning opgetrokken over drie bouwlagen en afgewerkt met een schuin dak;
- De vergunde eengezinswoning heeft een bruto-oppervlakte van circa 251m².
Huidige toestand
- Eengezinswoning opgetrokken over drie bouwlagen en afgewerkt met een schuin dak
Gewenste toestand
- Eengezinswoning opgetrokken over drie bouwlagen en afgewerkt met een schuin dak;
- intern verbouwen van de zolderverdieping door onder andere de toevoeging van een mezzanine;
- uitbreiden met een dakerker achteraan met een hoge raampartij.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiding in het achterste dakvlak van de woning;
- een nieuwe mezzanine onder het schuine dak.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
24 april 2019 |
7 mei 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
In de dakverdieping is de vrije hoogte van de zithoek boven de mezzanine beperkt tot 2,50 meter. Dit is niet conform artikel 21 van de bouwcode dat een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes oplegt van 2,60m. Omdat het echter over een zwevend niveau gaat in een kwaliteitsvolle open ruimte onder het zadeldak, blijft de algemene woonkwaliteit gegarandeerd en kan hier een afwijking op worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.
Functionele inpasbaarheid
De bestaande eengezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de hoofdzakelijke woonomgeving van de Edelinckstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De dakerker aan de achtergevel is niet hinderlijk voor de omgeving en heeft geen noemenswaardige ruimtelijke impact ten opzichte van het bestaande vergunde bouwvolumes.
Cultuurhistorische en visueel-vormelijke aspecten
Het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld door de administrateur-generaal op 29 maart 2019. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform art. 5§2 van de bouwcode moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Deze nota ontbreekt echter.
Door de stedelijke dienst Monumentenzorg werd volgend advies verleend:
“De Edelinckstraat werd kort na haar opening in 1871 bebouwd met burger- en herenhuizen in hoofdzakelijk neoclassicistische stijl, die ook nu nog het zuidelijke deel van de straat kenmerken. Typerend zijn de rijhuizen van drie bouwlagen met bepleisterde en geschilderde lijstgevels met verspringende kroonlijsthoogte. Het burgerhuis op nummer 20 is samen met het herenhuis op nummer 18 als geheel gebouwd in neoclassicistische stijl met second-empire-inslag, naar een ontwerp door de architect Frans De Meyer uit 1873.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning op nummer 20 een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De gevel is bepleisterd en beschilderd op een geprofileerde hardstenen plint, en volgt hetzelfde compositieschema als het herenhuis op nummer 18, geleed door doorgetrokken lekdrempels, pui- en waterlijsten, met de klemtoon op de middentravee die op de eerste verdieping gemarkeerd wordt door een balkon en een entablement op consoles. Op de eerste verdiepingen zijn ook de vensters voorzien van ijzeren borstweringen. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, met oren op de verdiepingen en palmetsleutels in de middentravee. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op tandlijst open klossen vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de vensters en de inkomdeur is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en de gietijzeren voetschrapers.
Het pand bestaat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol, en wordt zoals gebruikelijk ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
De voorgestelde werken houden rekening met de bovenvermelde erfgoedwaarden van het pand. De uitbreiding is enkel zichtbaar in het achterste dakvlak en heeft geen invloed op de gevel of het straatbeeld. Ook de typologie van het zadeldak blijft voldoende afleesbaar. Gelet op bovenstaande argumenten wordt over deze aanvraag een gunstig advies uitgebracht.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van de dienst monumentenzorg bijgetreden. De gevraagde wijzigingen doen geen afbreuk aan de waardevolle historische beeldwaarde en zijn visueel inpasbaar aan de achterzijde van het dak.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gevraagde aanpassingen aan de woning voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
19 april 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
23 juni 2019 |
Verslag GOA |
6 juni 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.