Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019038528 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Pieter Verhees met als contactadres Oudedonklaan 115 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Oudedonklaan 115 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 32sectie B nr. 590V2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17 oktober 1988: vergunning (629#463) voor een binnen verbouwing
Vergunde en huidige toestand
- woning 2 bouwlagen met hellend dak;
- eengezinswoning met 3 slaapkamers;
- veranda op het gelijkvloers achteraan;
- luik naar de zolder;
- de vergunde eengezinswoning heeft een bruto-oppervlakte van 118 m².
Gewenste toestand
- woning 2 bouwlagen met hellend dak;
- eengezinswoning met 2 slaapkamers;
- nieuwe veranda op het gelijkvloers achteraan;
- vaste trap naar de zolder.
Inhoud van de aanvraag
- het afbreken van de bestaande veranda op het gelijkvloers;
- het bouwen van een nieuwe veranda op het gelijkvloers;
- het uitvoeren van inrichtingswerkzaamheden.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Onroerend Erfgoed |
26 april 2019 |
22 mei 2019 |
Ongunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
26 april 2019 |
4 juni 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 7 Eksterlaar, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 13 april 1971. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: plaatsen bestemd voor groepsbouw van sociale woningen-art.15.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
de veranda heeft slechts een binnen hoogte van 2,55 meter waar dat minstens een hoogte van 2,60 meter vereist is;
er is geen opstand van 0,30 meter voorzien op het nieuw plat dak waar dat dit vereist is.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het slopen van een bestaande veranda om daarna een nieuwe perceelsbrede achterbouw te bouwen op het gelijkvloers. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Oudedonklaan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat de in deze aanvraag vervatte werken geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Achteraan het bouwvolume wordt een perceelsbrede uitbreiding van het gelijkvloers voorzien, waarbij de bouwdiepte van de rechterwoning (nr. 117) gevolgd wordt. De bouwhoogte van deze uitbreiding bedraagt 3,25 m. Een tuindiepte van ongeveer 13 m blijft behouden, wat aanvaardbaar is op een dergelijk perceel. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is de perceelsbrede uitbreiding achteraan principieel gunstig en worden er geen storende effecten verwacht.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt niet gewijzigd. De aanbouw achteraan wordt voorzien in een rood-oranje gevelsteen en een witte buitenpleister. Echter is het pand gelegen in de Unitaswijk, die beschermd is als stadsgezicht, waardoor advies werd gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed en monumentenzorg (zie hieronder).
Cultuurhistorische aspecten
“De woning maakt deel uit van de Unitas-tuinwijk, een totaalontwerp van architect Edouard Van
Steenbergen uit het Interbellum. Deze wijk is beschermd als stadsgezicht omwille van de historische en artistieke waarde. De erfgoedwaarden uiten zich in de stedenbouwkundige aanleg, de architectuur van de woningen, het materiaalgebruik en de detaillering van gevels, daken en schrijnwerk.
De aanvraag betreft:
- Het vervangen van het buitenschrijnwerk in pvc;
- Het opnieuw schilderen van de buitenpleister;
- Het uitbreiden van de woning achteraan.
Het vernieuwen van het schrijnwerk met de voorgestelde verdeling in pvc op een hardstenen dorpel is een ontsierende maatregel. Vormgeving en materiaalgebruik wijken volledig af van het
oorspronkelijke ontwerp en doen wezenlijk afbreuk aan de erfgoedwaarde van de Unitaswoning.
De werken met betrekking tot de gevelafwerking (nog oorspronkelijk gerotst pleisterwerk) zijn
onvoldoende gedocumenteerd om te kunnen beoordelen. Er is geen kleurstelling of verfsysteem
opgegeven. Uitvoeringswijze en materiaalgebruik zijn wezenlijk voor het behoud en de versterking van de erfgoedkenmerken van het stadsgezicht. De aanvraag verleent geen inzicht in de conditie van het erfgoed, in het bijzonder van de erfgoedelementen gevels en buitenschrijnwerk. Ingevolge het actiefbehoudsbeginsel is de eigenaar/beheerder ertoe gehouden de nodige werken uit te voeren voor de instandhouding, het onderhoud of het herstel van het erfgoed. De voorgestelde uitbreiding aan de achterzijde van de woning is wat betreft volumetrie aanvaardbaar. De architecturale uitwerking en het materiaalgebruik harmoniëren onvoldoende met de oorspronkelijke architecturale opzet van de Unitaswoningen. PVC-vensters en aluminium dakrand ontsieren het gevelbeeld aan de tuinzijde.
Voor de Unitastuinwijk is een beheersplan goedgekeurd op 3 april 2018. De beheersvisie beoogt in eerste orde het behoud, het herstel en de versterking van de oorspronkelijk ontworpen eenheid in aanleg van de wijk, de eenheid in vormgeving, materiaal- en kleurgebruik van de woningen. Het behoud en indien nodig het hernemen van traditionele materialen en artisanale constructie- en
afwerkingswijzen is een belangrijke beheersdoelstelling van het goedgekeurde beheersplan. Het
beheersplan beschrijft tevens de randvoorwaarden voor eventuele uitbreidingen van de woning.
Bovenstaande motivering geeft aan dat de gevraagde handelingen niet overeenstemmen met de direct werkende normen van het actief behoudsbeginsel (6.4.1 Onroerenderfgoeddecreet) en het passief behoudsbeginsel (6.4.3 Onroerenderfgoeddecreet).
Voor volgende handelingen is het dossier onvolledig:
- het vernieuwen van het schrijnwerk (vensters, deur, dakranden, gootbord,…);
- de behandeling van het oorspronkelijk gerotst pleisterwerk;
- het nieuw schilderwerk op de gevels.
In het dossier ontbreken namelijk:
- een nauwkeurige beschrijving van de uitvoeringstechniek en van het materiaal dat gebruikt wordt, in het bijzonder over de dakpannen, het schilderwerk (verfsamenstelling, kleurstelling);
- informatie over de staat van het goed, in het bijzonder over de gerotste bepleistering, de goten en de regenwaterafvoeren.
Uit onze behandeling van het dossier blijkt dat de handelingen afbreuk doen aan de bescherming en dat het dossier onvolledig is om een weloverwogen advies te geven.” Het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed is bijgevolg ongunstig. De stedelijke dienst Onroerend Erfgoed sluit zich dan ook aan bij het ongunstig advies van het agentschap.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het gelijkvloers wordt uitgebreid, waardoor de keuken een groter gebruiksgenot krijg en dit een positief effect heeft op de algemene woonkwaliteit. Achteraan wordt een groot schuifraam voorzien waardoor voldoende daglicht tot in de woning geraakt en het contact met de buitenruimte verbetert.
Aangaande de (brand)veiligheid voldoet de aanvraag niet aan artikel 34 van de bouwcode. De scheidingsmuren werden aan zowel de linker- als rechterperceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze 30cm zou bekomen kunnen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren of het volledig dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Echter is het minder dik uitvoeren van het dakpakket niet wenselijk wegens minder isolerend. Ook het minder hoog uitvoeren van het volledige dak, om zo de opstand te bekomen, is uitgesloten aangezien de aanvraag alreeds strijdig is met artikel 21. Dit artikel stelt dat de vrije hoogte van een verblijfruimte minimaal 2,60 m dient te zijn. De nieuwbouw werd voorzien met een vrije hoogte van slechts 2,55 m. De enige optie in voorliggende aanvraag om de 30 cm hoge opstand te voorzien is het verhogen van de scheidingsmuren. Echter maakt dit voorwerp uit van een nieuw openbaar onderzoek, waardoor een nieuwe bouwaanvraag moet worden ingediend. Zowel het ongunstig advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed en monumentenzorg en het niet voorzien in een opstand vormen een grond voor een ongunstig stedenbouwkundig advies.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van een ongunstig advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
3 april 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
26 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
25 juni 2019 |
Verslag GOA |
6 juni 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.