Artikel 56, §3, 5° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’.
De geschiktheid van de inschrijver dient te worden aangetoond aan de hand van 5 referenties, uitgevoerd in de periode van de laatste 3 jaar voor een gelijkaardige opdracht en ondertekend door de opdrachtgever. De inschrijver dient deze 5 referenties op te geven voor elk van volgende percelen: perceel 1, perceel 3, perceel 4 en perceel 5. Voor perceel 2 dient men 1 referentie op te geven.
De bedoeling van deze opdracht is het aanleggen van een pool van opdrachtnemers. Deze opdracht is zowel complex, zeer specifiek van aard, als financieel gevoelig. Gezien de verscheidenheid in specialisatiedomeinen van elk van deze opdrachtnemers enerzijds, en de enorme diversiteit in profielen en vereiste competenties bij aan te werven medewerkers anderzijds, is er een nood aan onderhandelingen met de inschrijvers om de aangeboden oplossingen af te stemmen met de behoefte van de aanbestedende overheid. Op die manier kan voor elk specifiek profiel de juiste opdrachtnemer geselecteerd worden en kan de economisch meest gunstige opdrachtnemer aangeduid worden.
In toepassing van artikel 38, §1, eerste lid, 1°, c) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, zal deze opdracht gegund worden bij mededingingsprocedure met onderhandeling omdat de opdracht niet kan worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico’s.
Overeenkomstig en binnen de grenzen van artikel 71 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten legt de aanbestedende overheid aan de kandidaten of inschrijvers selectiecriteria op als voorwaarde voor deelname.
In toepassing van de artikelen 2, 6° en 47 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, zal de stad Antwerpen optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze gecentraliseerde aankoopactiviteiten en aanvullende aankoopactiviteiten verricht die bestemd zijn voor andere aanbesteders die in de opdrachtdocumenten zijn aangeduid.
Voor het automatiseren van selectietools en om te investeren in de ontwikkeling van eigen oefeningen, expertise en ondersteuning, werd in het verleden raamovereenkomst GAC_2014_2777 afgesloten. Deze overeenkomst loopt ten einde op 30 september 2019. Om de continuïteit op het vlak van professionalisering en digitalisering van het selectiecentrum te verzekeren, dringt de nood zich op om enerzijds bestaande producten in de vorm van licenties en anderzijds expertise en ondersteuning aan te kopen.
Bij deze raamovereenkomst treedt de stad op als aankoopcentrale voor de aankoopgroep Antwerpen. Indien andere entiteiten dan de stad afnemen op deze raamovereenkomst, zal dat gebeuren in eigen naam en voor eigen rekening. De vastleggingen voor die deelopdrachten zullen dan ook op de eigen budgetten gebeuren.
Het college keurt selectieleidraad GAC_2018_00577 voor Raamovereenkomst voor selectietesten, -materialen en -ondersteuning goed en keurt eveneens goed dat:
De financieel directeur verleent zijn visum en regelt de financiële aspecten als volgt:
Omschrijving |
Bedrag |
Boekingsadres |
Bestelbon |
Raamovereenkomst voor selectietesten, -materialen en -ondersteuning
|
|
budgetplaats: 5201000000 |
met orderbons
|
budgetplaats: 5201000000 |