Terug
Gepubliceerd op 08/04/2019

2019_CBS_02914 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019006710. Kanaaldok B2. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_02914 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019006710. Kanaaldok B2. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_02914 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019006710. Kanaaldok B2. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019006710

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Jan De Nul met als contactadres Tragel 60 te 9308 Aalst

Ligging van het project:

Kanaaldok B2, K614-702 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie B nrs. 164M, 164D, 164D2, 164K2, 164F2, 186C, 186E en 186F

Inrichtingsnummer:

20171020-0015 (Kanaaldok B2 K614-K702 - IIOA)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

werf kaaimuur

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 19 april 2018 verleende de Vlaamse minister van Omgeving een omgevingsvergunning (OMV_2017007601) aan het Havenbedrijf Antwerpen voor het slopen van een bestaande kaaimuur en het bouwen van een nieuwe kaaimuur en voor de exploitatie van een bronbemaling en een waterzuiveringsinstallatie, deze exploitatie voor een termijn van drie jaar. Op 26 februari 2019 nam de Vlaamse minister van Omgeving akte van de overdracht van deze vergunning op naam van Jan De Nul.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een uitbreiding met diverse werfmaterialen alsook een tussentijdse grondopslag.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

700 liter

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

2 verdeelslangen

15.1.1°

het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens;

15 voertuigen

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

400 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

9,10 ton

61.2.1°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo

met een capaciteit van 1.000 m³ tot en met 10.000 m³.

10.000 m³

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen - milieu

18 februari 2019

geen advies ontvangen 

stilzwijgend gunstig 

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden eveneens de voorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B2, het Delwaidedok en het Insteekdok 1 – Gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft de bouw van de nieuwe kaaimuur van Kanaaldok B2. De vergunning voor deze nieuwe kaaimuur (OMV_2017007601) werd reeds verleend door de Vlaamse overheid op 19 april 2018. Volgens het Besluit van de Vlaamse regering tot bepalingen van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, zijn tijdelijke handelingen die nodig zijn om vergunde handelingen uit te voeren vrijgesteld van vergunningsplicht als die tijdelijke handelingen plaatsvinden op openbaar domein, op het goed of binnen de werkstrook die afgebakend is in de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. De stedenbouwkundige handelingen zijn gesitueerd in de afgebakende werkstrook voor de bouw van de nieuwe kaaimuur. Aan de voorwaarden voor de vrijstelling lijkt voldaan. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Jan De Nul bouwt een nieuwe kaaimuur aan kanaaldok B2. In het kader van de werfactiviteiten is men reeds vergund voor een bronbemaling met een opgepompt debiet van maximaal 438.000 m³ per jaar en een bijhorende afvalwaterzuiveringsinstallatie voor de behandeling van het opgepompte grondwater. De vergunning voor de ingedeelde inrichting of activiteit werd destijds aangevraagd door het Havenbedrijf Antwerpen en vergund door de Vlaamse minister van Omgeving op 19 april 2018, met een termijn verstrijkend op 19 april 2021. Op 26 februari 2019 nam de Vlaamse minister van Omgeving akte van de overdracht van deze vergunning op naam van Jan De Nul.


In functie van de werfactiviteiten wordt er 700 liter ontkistingsolie opgeslagen. Het betreft 10 vaten van 20 liter en 10 vaten van 50 liter. Deze vaten worden op lekbakken opgeslagen.


Er worden twee mazouttanks van elk 5.000 liter geplaatst met bijhorende verdeelslangen (één per houder). Deze houders voldoen volgens het aanvraagdossier aan de bepalingen van VLAREM II. Er is op de site een spill kit aanwezig.


Er is een beperkte opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten, meer bepaald betreft het vier flessen van 50 liter zuurstof en vier flessen van 50 liter acetyleen. Volgens het uitvoeringsplan worden acetyleen en zuurstof op ruime afstand van elkaar opgeslagen.

 

Verder wordt er 10.000 m³ grond opgeslagen en zullen er maximaal 15 voertuigen andere dan personenwagens aanwezig zijn op de werf.


De werken zouden vermoedelijk duren tot 31 oktober 2019. De geldende vergunning loopt nog tot 19 april 2021.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.


Geadviseerde rubrieken


 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

700 liter

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

2 verdeelslangen

15.1.1°

het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens;

15 voertuigen

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

400 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

9,10 ton

61.2.1°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo
met een capaciteit van 1.000 m³ tot en met 10.000 m³.

10.000 m³



 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

15 februari 2019

Start openbaar onderzoek

21 februari 2019

Einde openbaar onderzoek

22 maart 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

6 april 2019

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

21 februari 2019

22 maart 2019

0

0

0

0

 

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.