Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018148536 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA BUSS MANAGEMENT met als adres Vogelzangstraat(Kessel) 50 te 2560 Nijlen |
Ligging van het project: |
Lakenstraat 16 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 11sectie L nr. 3951X |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
functiewijziging van kunstgalerij naar woonentiteit |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/7/2004: vergunning (197#20040049) voor het verbouwen van bestaande appartementen met kunstgalerij;
- 8/11/2012: vastgesteld als bouwkundig erfgoed (hoekpand).
Laatst vergunde toestand
- pand van 5 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing met een gelijkvloerse kunstgalerij en 4 bovenliggende appartementen.
Bestaande toestand
- conform de laatst vergunde toestand.
Inhoud van de aanvraag
- functiewijziging van een gelijkvloerse kunstgalerij naar studio;
- een bestaande interne deuropening wordt verbreed zodat één leef/slaap -en keukenruimte ontstaat;
- links van de gemeenschappelijk inkom wordt een fietsenberging voorzien en een nieuwe gemeenschappelijke doorgang naar de kelder;
- de bakstenen voorgevel met buitenschrijnwerk in antracietkleurig pvc blijft ongewijzigd;
- de bovenliggende woonentiteiten maken geen deel uit van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
3 januari 2019 |
22 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
3 januari 2019 |
22 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
3 januari 2019 |
3 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
3 januari 2019 |
25 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 2: zone voor wonen - (wo2).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bouwcode.
De studio heeft een netto-vloeroppervlakte van slechts 33,97m² in plaats van de minimaal vereiste 35m² conform artikel 22 van de bouwcode. De kelderruimte is geen leefbare ruimte en kan niet meegerekend worden tot de netto-vloeroppervlakte.
De lichtdoorlatende oppervlakte van het raam van de leefruimte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt slechts 2,2m² waar dit minstens 2,66m² zou moeten zijn volgens artikel 24.
Conform artikel 28 dient de gelijkvloerse studio over een buitenruimte van minstens 4m² te bezitten. De aanvraag voorziet hierin niet.
De aanvraag is strijdig met de bouwcode en er is geen reden om een afwijking toe te staan op de bovenvermelde voorschriften. De aanvraag dient te worden geweigerd.
Functionele inpasbaarheid
De functiewijziging van een kunstatelier naar een wooneenheid is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen.
|
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het volume van het gebouw blijft ongewijzigd en is passend in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Om bovenstaande redenen werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg.
De stedelijke dienst monumentenzorg heeft geen bezwaar tegen de geplande herbestemming. De voorgevel blijft immers ongewijzigd, de functiewijziging heeft geen gevolgen voor de erfgoedwaarde van het inventarispand.
Dit advies wordt bijgetreden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gewenste wooneenheid is te klein en niet voorzien van een buitenruimte. Bovendien is de lichttoetreding naar de leefruimte te gering. Bijgevolg is de woonkwaliteit van de studio ondermaats. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de gelijkvloerse verdieping ongeschikt is voor een zelfstandige wooneenheid.
De woongelegenheid voldoet niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot, de aanvraag dient te worden geweigerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van de strijdigheden met de bouwcode en de gebrekkige woonkwaliteit van de gelijkvloerse woongelegenheid.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
5 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
3 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
9 januari 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
7 februari 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
18 april 2019 |
Verslag GOA |
21 maart 2019 |
naam GOA |
Katlijn Van der Veken |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
9 januari 2019 |
7 februari 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.