Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2018136139 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Roger Kesteloot met als adres Motstraat 20 te 2800 Mechelen en Yvan Brijsse met als adres Motstraat 20 te 2800 Mechelen |
Gegevens van de exploitant: |
VLGEWGEM Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn met als adres Motstraat 20 te 2800 Mechelen |
Ligging van het project: |
Vaartkaai 44 te 2170 Merksem-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 40 sectie C nr. 608L2 |
Inrichtingsnummer: |
20180522-0094 (Stelplaats Vaartkaai) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
een stelplaats voor bussen - verandering door wijziging en uitbreiding |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/10/2006: vergunning (3166#48) voor het slopen gebouwen Tabacofina;
- 06/11/2007: vergunning (3184#200) voor het oprichten tijdelijke busstelplaats inclusief was- en tankstraat en parkeerplaatsen.
Laatst vergunde en bestaande toestand
- oprichten tijdelijke busstelplaats inclusief was- en tankstraat en parkeerplaatsen.
Inhoud van de aanvraag
- plaatsing van een waterstofinstallatie (opslag en verdeling) voor de bevoorrading van de reeds aanwezige bussen;
- de installatie wordt ondergebracht in een opslag unit (aangepaste zeecontainer);
- uitvoeren van bijhorende infrastructuurwerken:
- plaatsing nieuwe hoogspanningscabine in een prefablokaal.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de bouw van een verdeelinstallatie voor waterstof op de stelplaats van De Lijn aan de Vaartkaai in Merksem. De nieuwe installatie zal instaan voor de verdeling van waterstof als brandstof aan vijf waterstofbussen die sinds december 2014 door De Lijn worden ingezet in de regio Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 250 kVA, 1x 630 kVA |
16.3.2.1°a) |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen, andere dan onder 16.3.1 en 16.9.c ingedeelde inrichtingen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
110 kW |
16.4.1° |
inrichtingen voor het niet-huishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten en voor de bevoorrading van motorvoertuigen, met uitzondering van deze vermeld in rubriek 16.9, met gevaarlijke gassen gekenmerkt door het gevarenpictogram GHSO2 of GHSO6; |
1 verdeelinstallatie |
17.1.2.2.3° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter. |
40.000 liter |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het plaatsen van een verdeelinstallatie voor waterstof en een hoogspanningscabine op een busstelplaats van De Lijn. Het gebruik van de site wijzigt niet, waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Aan de zijde van de Bredabaan wordt naast de bestaande hoogspanningscabine een nieuwe cabine geplaatst. De schaal van de cabine is in overeenstemming met deze van de omgeving. De verdeelinstallatie wordt zo geplaatst waardoor de grond optimaal gebruikt wordt en naar maximale verdichting wordt gestreefd. De aanvraag voldoet hieraan.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voldoet aan de actuele eisen inzake veiligheid en gebruiksgenot.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De aanvraag omvat enerzijds een verandering (uitbreiding) van de rubriek 12.2.1 (nieuwe transformator) en anderzijds de uitbreiding met enkele activiteiten (rubrieken), specifiek voor de opslag en de verdeling van waterstof als brandstof voor de bussen (rubrieken 16.3.2.1°a), 16.4.1° en 17.1.2.2.3). De aanvraag houdt in dat de inrichting verhoogt van klasse 2 naar klasse 1. De overige activiteiten op de stelplaats blijven ongewijzigd.
De Lijn maakt momenteel gebruik van het waterstoftankstation op locatie ‘Lillo’ in de haven van Antwerpen. In de huidige situatie kunnen de bussen niet volledig worden ingezet in de dienstregeling omdat ze te ver om moeten rijden om te kunnen tanken. In het geval van verplaatsing van het huidige waterstoftankstation zal de waterstof geleverd worden door Air Liquide middels tube trailers (vrachtwagens).
Bij een waterstofverdeelinstallatie wordt gasvormig waterstof onder druk aangeleverd op het station (? 200 bar), vervolgens wordt het via één of meerdere compressoren op een hogere druk gebracht (450 bar), vervolgens wordt het lokaal gestockeerd in een buffer om tenslotte via een verdeelzuil gecontroleerd te kunnen worden afgeleverd op een druk van maximaal 350 bar.
In eerste instantie zal de installatie worden gebruikt voor het bevoorraden van vijf waterstofbussen met een overeenkomstig verbruik van 175 kg per dag (= 5 x 35 kg/dag) of 63,9 ton per jaar. Met het oog op een mogelijk grotere inzet van waterstofbussen in de regio Antwerpen in de nabije toekomst, wordt een vergunning aangevraagd voor het verdelen van maximaal 146 ton waterstof per jaar (of 400 kg per dag).
De waterstofverdeelinstallatie wordt bevoorraad via tubetrailers. De stelplaats Vaartkaai voorziet in de mogelijke aanwezigheid van twee tubetrailers op de stelplaats. Een eerste tubetrailer wordt in verbinding gesteld met de vaste waterstofinstallatie en voorziet op die manier in de voeding van de verdeelinstallatie. Een tweede tubetrailer fungeert als bijkomende voorraad. De druk in de eerste tubetrailer wordt daarbij op pijl gehouden door de inhoud van de tweede tubetrailer via een kleine boostercompressor te transfereren naar de eerste tubetrailer. Wanneer de druk in de tweede trailer is gezakt tot 10 bar, wordt deze gewisseld door een nieuwe tubetrailer op 200 bar. De kleine boostercompressor staat opgesteld in een technische ruimte voorzien van gasdetectie en geforceerde ventilatie.
Via één of twee grote boostercompressoren wordt het waterstof uit de tubetrailer vervolgens opgedrukt tot op een druk van maximaal 450 bar. Het gecomprimeerde waterstofgas wordt via een bovengrondse leiding naar de opslagbuffer of de afleverzuil geleid. Aangezien compressie van waterstof leidt tot een temperatuursverhoging wordt het gecomprimeerde waterstofgas gekoeld aan de uitlaat van de compressoren. De grote compressoren staan ook opgesteld in een technische ruimte, eveneens voorzien van gasdetectie en geforceerde ventilatie.
Om de duur van een tankbeurt tot een aanvaardbaar niveau te beperken wordt het gecomprimeerde waterstofgas op het station opgeslagen in een buffer (maximaal 450 bar). Na elke tankbeurt wordt de buffer via de boostercompressoren aangevuld. De buffer bevat maximaal 94 kg waterstof bij een druk van 450 bar. De opslagbuffer wordt gemonteerd op het dak van de technische ruimte en bevindt zich derhalve in open lucht op circa 3,5 meter boven het grondniveau.
Het afleveren van waterstof als brandstof voor bussen verloopt via een verdeelslang aan een afleverdebiet van maximaal 60 g/s (3,6 kg/min). De maximale vuldruk bedraagt 350 bar. Het gecomprimeerde waterstofgas stroomt in eerste instantie gecontroleerd onder invloed van een drukverschil vanuit de buffer naar de brandstoftanks van de te bevoorraden bus. Wanneer de inhoud van de buffer ontoereikend is, worden de brandstoftanks van de bus verder aangevuld via een rechtstreekse verbinding met de boostercompressoren van de installatie.
Na het aansluiten van de verdeelslang zal eerst een automatische dichtheidstest volgen waarmee de dichtheid van de tot stand gebrachte verbinding tussen de afleverzuil en de brandstoftanks van de te bevoorraden bus wordt gecontroleerd. Na de tankbeurt wordt de druk in de slang en de koppeling op een gecontroleerde wijze afgelaten, zodat de verdeelslang op een veilige manier kan worden ontkoppeld. Een accidentele breuk van de afleverslang wordt gedetecteerd via een drukmeting in de slang en resulteert in het automatisch afbreken van de aflevering (reactietijd: maximaal 2 seconden).
Een gemiddelde tankbeurt van een bus waarbij ongeveer 30 kg waterstof wordt afgeleverd neemt circa 10 minuten in beslag aan een gemiddeld afleverdebiet van 50 g/s.
Er werd een veiligheidsstudie aan de aanvraag toegevoegd waarin de verschillende veiligheidsmaatregelen voorzien om een ongewenste vrijzetting (lekkage) van waterstof te voorkomen, om in geval van een lek accumulatie van waterstof in een besloten ruimte te vermijden en om de gevolgen van een vrijzetting te beperken door het vermijden van ontstekingsbronnen, worden beschreven. De exploitant dient alle preventieve en mitigerende maatregelen toe te passen die in de veiligheidsstudie beschreven staan.
Bijkomend wordt in de veiligheidsstudie het extern mensrisico dat uitgaat van een geplande waterstofverdeelinstallatie op de stelplaats berekend en geëvalueerd. Op basis van de uitgevoerde risicoanalyse wordt besloten dat het plaatsgebonden mensrisico en het groepsrisico dat uitgaat van de bestudeerde installatie voldoet aan alle risicocriteria die in Vlaanderen van toepassing zijn, op voorwaarde dat de jaarlijkse doorzet van de installatie beperkt blijft tot 146 ton per jaar (400 kg per dag). Met betrekking tot het optreden van mogelijke domino-effecten op de stelplaats is aan de scheidingsafstand tot de interne dieselverdeelinstallatie en de nabije hoogspanningslijn voldaan om de kans op optreden van domino-effecten op de stelplaats tot een aanvaardbaar niveau te beperken.
Effecten op mobiliteit
Volgens de exploitant zal de uitbreiding van de stelplaats met een waterstofverdeelinstallatie geen extra busverkeer veroorzaken aangezien deze bussen al op de site aanwezig zijn.
Het effect van het aan- en afrijden van de vrachtwagens met tubetrailers wordt echter niet besproken.
Advies van het college
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de geldende wetgeving. Vanuit milieutechnisch en stedenbouwkundig oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 250 kVA, 1x 630 kVA |
16.3.2.1°a) |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen, andere dan onder 16.3.1 en 16.9.c ingedeelde inrichtingen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
110 kW |
16.4.1° |
inrichtingen voor het niet-huishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten en voor de bevoorrading van motorvoertuigen, met uitzondering van deze vermeld in rubriek 16.9, met gevaarlijke gassen gekenmerkt door het gevarenpictogram GHSO2 of GHSO6; |
1 verdeelinstallatie |
17.1.2.2.3° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter. |
40.000 liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
8 februari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
1 maart 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
30 maart 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
30 maart 2019 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
1 maart 2019 |
30 maart 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |