De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019010200 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Semir Yaramis met als adres Rode Dreef 34 te 2110 Wijnegem |
Ligging van het project: |
Ringlaan 89 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 41sectie B nr. 367Y4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 3 naar 4 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 4/6/1963: vergunning (1974#4368) voor het oprichten van een appartementsgebouw
Laatst vergunde toestand
- appartementsgebouw van vier bouwlagen onder plat dak;
- het gelijkvloers is ingericht als garage en fietsenberging en heeft een bouwdiepte van 17,60 meter;
- op de 1ste, 2de en 3de verdieping bevindt zich telkens een appartement, de bouwdiepte van deze niveaus bedraagt 15 meter;
Bestaande toestand
- appartementsgebouw van vier bouwlagen onder plat dak;
- het gelijkvloers is ingericht als garage en fietsberging en heeft een bouwdiepte van 17,60 meter;
- op de1ste verdieping bevindt zich een appartement met een niet vergunde veranda achteraan, de bouwdiepte bedraagt hierdoor 17,60 meter (15 meter + 2,60 meter wintertuin);
- op de 2de en 3de verdieping bevindt zich telkens een appartement, de bouwdiepte zit hier op 15 meter.
Inhoud van de aanvraag
- het vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 3 naar 4;
- gemeenschappelijke garage, fietsenberging en tuinberging worden omgevormd tot één bijkomende wooneenheid bestaande uit 2 slaapkamers, ca. 73 m² NVO;
- het supprimeren van de garagepoort op de gelijkvloerse verdieping in functie van de nieuwe wooneenheid;
- het aanpassen van de raamverdeling in de voorgevel;
- het afbreken van de niet vergunde veranda/wintertuin op de eerste verdieping achteraan;
- de bouwdiepte op de eerste verdieping wordt hiermee terug op 15 meter gebracht;
- het isoleren van de achtergevel op de gelijkvloerse verdieping;
- het isoleren en het aanleggen van een groendak op het plat dak van het hoofdvolume.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
|
|||
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
8 februari 2019 |
26 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
8 februari 2019 |
11 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
in de bestaande toestand zijn er meer parkeerplaatsen als in de nieuwe toestand hoewel er een woonentiteit bijkomt;
er verdwijnt een garage met parkeerplaats hoewel er een appartement bijkomt.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De gelijkvloerse garage wordt een woongelegenheid. De parkeerbehoefte voor deze bijkomende woning bedraagt 1.
Door de verbouwing verdwijnt er 1 parkeerplaats. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden en de verdwijning ervan is dus stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
De fietsparkeerbehoefte wordt berekend op het aantal slaapkamers per woning vermeerderd met 1. De bijkomende woning bestaat uit 2 slaapkamers. De fietsparkeerbehoefte bedraagt dus 3. Er wordt een fietsenberging voorzien met plaats voor 4 fietsen. Hiermee wordt de parkeerbehoefte opgelost van het nieuwe appartement.
Echter zijn er niet voldoende fietstalplaatsen voor heel het gebouw. Naast de nieuwe woning zijn er 3 andere woningen die nood hebben aan fietstalplaatsen. Deze plaatsen worden immers afgenomen door de bouw van het nieuwe appartement. Dit is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
Bij het ontwerpen van woningen zijn een evenwichtige ruimteverdeling en optimale afmetingen een must gezien deze een grote impact hebben op het wooncomfort. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het dus belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.
De bijkomende wooneenheid is ca. 73 m² groot. Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een tweeslaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een eenslaapkamerappartement herbergen.
Hieruit kunnen we concluderen dat door het vermeerderen van het aantal wooneenheden de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
Het omvormen van de garage naar een wooneenheid wordt omwille van voorgaande redenen uit de vergunning uitgesloten.
Functionele inpasbaarheid
Aangezien de bestaande garage moet behouden blijven en dus niet wordt omgevormd naar een wooneenheid, omvat voorliggende aanvraag geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Ringlaan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De gelijkvloerse garage wordt een woning. De parkeerbehoefte voor deze bijkomende woning bedraagt 1. Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden . |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 . Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden. Om die reden zal de omvorming van garage naar appartement uitgesloten worden en is er dus ook geen toename aan appartementen meer en geen bijkomende parkeerbehoefte. De bestaande garage moet behouden blijven. |
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voldoet niet aan de wetgeving op lichten en zichten. De trap van de eerste verdieping naar de tuin staat tegen de perceelsgrens. Deze moet minstens op 1,9 m van de perceelsgrens worden geplaatst. Achteraan het gebouw worden op de tweede en derde verdiepingen uitpandige terrassen voorzien. Deze bevinden zich eveneens niet op 1,9 m van de perceelsgrens. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De tweede slaapkamer op de eerste verdieping heeft een raam tot op de vloer. Echter kan deze kamer geen gebruik maken van het dakterras. De raamopening moet worden aangepast zodat het betreden van het dakterras niet mogelijk is. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
Visueel-vormelijke elementen
Aangezien het omvormen van de garage naar een wooneenheid niet mogelijk is en de garage moet behouden blijven, kunnen er geen wijzigingen aan het buitenschrijnwerk van de voorgevel gebeuren. De garagepoort in de voorgevel moet behouden blijven en dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De achtergevel wordt afgewerkt met horizontale houten gevelbeplanking, witte gevelbepleistering en zwarte aluminium raamprofielen. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Achteraan op de eerste verdieping wordt de bestaande wintertuin afgebroken Hierdoor vermindert het bouwvolume. Het gebouw past zich terug in in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de raamopening in de achtergevel van de tweede slaapkamer op de eerste verdieping aanpassen zodat het betreden van het dak niet mogelijk is;
3. de garagepoort in de voorgevel blijft behouden, zoals in rood aangeduid op plan: BA_RL89_G_N_1_voorgevel;
4. de uitpandige terrassen aan de achterzijde op de tweede en derde verdieping op 1,9 m van de perceelsgrens plaatsen, conform wetgeving lichten en zichten;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
1. de functiewijziging van garage naar een wooneenheid wordt uit de vergunning uitgesloten omwille van het verdwijnen van een parkeerplaats en gemeenschappelijke fietsstalplaatsen. De bestaande laatst vergunde functie, namelijk garage, fietsenberging en tuinberging, blijft behouden;
2. de trap van de eerste verdieping naar de tuin wordt uit de vergunning uitgesloten omwille van het niet voldoen aan de wetgeving op lichten en zichten;
3. de uitpandige terrassen aan de achterzijde op de tweede en derde verdieping worden uit de vergunning uitgesloten omwille van het niet voldoen aan de wetgeving op lichten en zichten.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
25 januari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
8 februari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
9 april 2019 |
Verslag GOA |
22 maart 2019 |
naam GOA |
Christel Bogaerts |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de raamopening in de achtergevel van de tweede slaapkamer op de eerste verdieping aanpassen zodat het betreden van het dak niet mogelijk is;
3. de garagepoort in de voorgevel blijft behouden, zoals in rood aangeduid op plan: BA_RL89_G_N_1_voorgevel;
4. de uitpandige terrassen aan de achterzijde op de tweede en derde verdieping op 1,9 m van de perceelsgrens plaatsen, conform wetgeving lichten en zichten;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
1. de functiewijziging van garage naar een wooneenheid wordt uit de vergunning uitgesloten omwille van het verdwijnen van een parkeerplaats en gemeenschappelijke fietsstalplaatsen. De bestaande laatst vergunde functie, namelijk garage, fietsenberging en tuinberging, blijft behouden;
2. de trap van de eerste verdieping naar de tuin wordt uit de vergunning uitgesloten omwille van het niet voldoen aan de wetgeving op lichten en zichten;
3. de uitpandige terrassen aan de achterzijde op de tweede en derde verdieping worden uit de vergunning uitgesloten omwille van het niet voldoen aan de wetgeving op lichten en zichten.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.