Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019038221 |
Gegevens van de aanvrager: |
Sofie Van Haeren met als adres Hoge Mauw 1510 te 2370 Arendonk |
Gegevens van de exploitant: |
NV HOOYBERGHS met als contactadres Hoge Mauw 1510 te 2370 Arendonk |
Ligging van het project: |
Hoek Smallestraat/Kalkstraat, 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7 sectie G nrs. 48C3, 48D3 en 63D5 |
Inrichtingsnummer: |
20190321-0052 (ANTSK1118A) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
exploiteren van een bronbemaling |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft een bronbemaling voor de realisatie van een ondergrondse parking, gelegen op de hoek van de Smallestraat en Kalkstraat te 2060 Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.2 |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
18,79 m³/uur |
3.6.3.2 |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
18,79 m³/uur |
53.2.2.b.2 |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
50.000 m³/jaar |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht |
17 april 2019 |
15 mei 2019 |
ongunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer |
17 april 2019 |
geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne advies
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
17 april 2019 |
14 mei 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Dam-West, goedgekeurd op 6 januari 2011. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor wonen-art. 1 en zone voor publiek domein-art. 7.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de realisatie van een bouwproject met een ondergrondse verdieping op de hoek van de Smallestraat en de Kalkstraat in Antwerpen is een bronbemaling noodzakelijk. Er worden 3 bouwblokken voorzien waarbij de ondergrondse parkeergarage zich onder blok A & B bevindt.
De uitgravingspeilen worden weergegeven ten opzichte van de nulpas (0,00 mArch) die overeenkomt met +3,75 mTAW. Het maaiveld op de site varieert tussen +3,33 mTAW en +4,46 mTAW. Voor de parkeergarage is er een uitgraving van -3,51 mArch en een verdiepte uitgraving van -5,01 mArch voor de twee liftputten noodzakelijk. De kelderverdieping in L-vorm heeft een omtrek van 220 meter en wordt omgeven door een secanspalenwand. Het grondwaterpeil bevindt zich op -2,31 mArch ( 1,91 m-mv) diepte.
De lokale grondopbouw is gekenmerkt door een laag aanvulgrond (+/- 1,30 meter) bovenop een waterremmende kleilaag met variabele dikte. Daaronder bevinden zich watervoerende zanden. De uitgravingen vinden plaats in de kleilaag maar het grondwater dient verlaagd te worden in de onderliggende zandlaag (spanningsbemaling) om opbarstgevaar te vermijden.
Het debiet van de spanningsbemaling voor het uitgraven van de kelder bedraagt circa 4,51 à 8,48 m³/uur met een aangenomen doorlatendheid van de zandlaag van 10 m/dag en een waterremming van 0,01 m/dag voor de bovenliggende kleilaag. De invloedstraal van de spanningsbemaling bedraagt circa 372 meter. Het debiet zal verhogen tot 16,42 à 18,79 m³/uur gedurende de spanningsbemaling voor het uitgraven van de liftputten. De totale bemalingsduur wordt geschat op 6 maanden.
Er zijn geen resultaten van elektrische sonderingen aanwezig waardoor het niet mogelijk is om de aan- of afwezigheid van veen in de kleilaag te bevestigen of uit te sluiten. Uit DOV-boringen in de buurt wordt de toplaag beschreven als leem of klei en wordt de aanwezigheid van veen bevestigd. De berekeningen van het opbarstgevaar werden bijgevolg uitgevoerd voor een slappe laag die volledig uit klei ofwel volledig uit veen (worst-case) bestaat.
|
|
Toplaag = klei |
Toplaag = veen |
||
uitgraving |
uitgravingspeil |
Bemalingspeil (mArch) |
Grondwaterverlaging (m) |
Bemalingspeil (mArch) |
Grondwaterverlaging (m) |
Kelder |
-3,51 |
-2,90 |
0,59 |
-3,42 |
1,11 |
liftput |
-5,01 |
-4,46 |
2,15 |
-4,77 |
2,46 |
Grondwaterpeil in rust: -2,31 mArch |
De bemalingsstudie stelt dat er zonder bijkomend onderzoek moet uitgegaan worden van het worst-case scenario.
Zettingen
Door het verlagen van het grondwater, verlaagt ook de waterdruk waardoor zettingen kunnen optreden. Op basis van de gegevens van lokale sonderingen worden de mogelijke zettingsrisico’s begroot. De berekeningen tonen aan dat de ondergrond erg zettingsgevoelig is. Deze berekeningen houden echter geen rekening met eerder opgetreden zettingen ten gevolge van eventueel vroeger opgetreden grondwaterverlagingen.
In de bemalingsstudie wordt aangetoond dat het grondwaterpeil in de zandlaag al lager heeft gestaan dan het benodigde bemalingspeil voor de uitgraving van de kelder. De zettingen gerelateerd aan zo’n grondwaterverlaging zijn dan reeds opgetreden en er worden dan ook geen onaanvaardbare effectieve zettingen verwacht.
Voor het uitgraven van de liftputten dient er tot maximaal -4,77 mArch bemaald te worden, dit is 15 centimeter dieper dan het laagst opgemeten grondwaterpeil. Op basis van de theoretische zettingsberekeningen worden er geen onaanvaardbare zettingsrisico’s verwacht bij zo’n grondwaterverlaging. Er wordt wel aangeraden om de spanningsbemaling voor het uitgraven van de liftputten tot een minimum (in tijd) te beperken.
Verzilting
Het grondwater is verzilt ter hoogte van de site volgens de verziltingskaart. Er bestaan echter geen data over de diepte van het verzilt water. In het kader van de lozing dient er rekening gehouden te worden dat het bemalingswater mogelijk verzilt kan zijn.
Verontreinigingen
Op de site zelf werd een BBO (OVAM dossier 37217) uitgevoerd en een OBO (OVAM dossier 4944) op een ander deel van de site. Er werden concentraties boven de richtwaarde vastgesteld voor zware metalen, PAK en minerale olie in het vaste deel van de aarde (aanvulgrond). Ook werd er een grondwaterverontreiniging met nikkel vastgesteld en concentraties boven (80 % van) de bodemsaneringsnorm vastgesteld voor VOCl’s, minerale olie, benzeen, MTBE en trimethylbenzenen in het grondwater.
Volgens de exploitant dient er voor de start van de bemaling eerst een loods afgebroken te worden. Nadien zal OVAM de grond saneren. Er wordt een ontgraving voorzien tot 1,5 m-mv, plaatselijk tot 1,7 m-mv. Het betreft geïntegreerde bodemsaneringswerken, die samenvallen met de ontwikkelingswerken op de percelen. Er wordt in dit BSP ook een bemaling voorzien door OVAM, zodat OVAM de toelating heeft voor grondwateronttrekking en –lozing. Hiervoor werden bepaalde lozingsnormen opgelegd die niet mogen overschreden worden.
De exploitant heeft in zijn aanvraag echter geen aangepaste lozingsnormen gevraagd waardoor de indelingscriteria voor gevaarlijke stoffen (Vlarem II bijlage 2.3.1) niet mogen overschreden worden.
Op aanraden van de stad Antwerpen werden rubrieken 3.4.2 en 3.6.3.2 aan de aanvraag toegevoegd.
Binnen de invloedstraal (372 meter) liggen verschillende OBO’s, BBO’s en EEO’s die mogelijks ook nog een restverontreiniging in het grondwater beschrijven. Deze werden niet in de aanvraag beschreven. De exploitant dient er dan ook rekening mee te houden dat er verontreinigingen van buiten de site kunnen aangetrokken worden. Een herhaalde analyse van het grondwater is bijgevolg noodzakelijk.
VMM afvalwater en lucht adviseert ongunstig wegens het ontbreken van analyseresultaten van het grondwater, het ontbreken van een toelating voor de lozing in de riolering van Aquafin en de waterzuiveringstechniek die mogelijks toegepast gaat worden.
Aangezien dit een uitzonderlijke situatie is waarbij de exploitant nog niet over alle gegevens kon beschikken bij de indiening van de aanvraag, worden de ontbrekende gegevens voor de start van de bemaling via bijzondere voorwaarden gevraagd.
MER-screening:
Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening werd het aanvraagdossier getoetstaan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is. De nota werd aanvaard.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.2 |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
18,79 m³/uur |
3.6.3.2 |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
18,79 m³/uur |
53.2.2.b.2 |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
50.000 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
minstens 10 dagen voor de start van de bemaling dienen volgende gegevens aan de afdeling Omgeving van de stad Antwerpen aangeleverd te worden met vermelding van referentienummer OMV_2019038221 (milieuvergunningen@antwerpen.be): - de resultaten van OVAM naar aanleiding van de uitgevoerde sanering op de site; - analyseresultaten van het grondwater (1) voor de opstart van de bemaling,(2) na opstart van de bemaling wekelijks gedurende 1 maand of tot een stationaire toestand bereikt wordt, (3) nadien maandelijks; - indien er een waterzuiveringsinstallatie moet geplaatst worden, laat de exploitant weten hoe de zuivering zal gebeuren; - het saneringscontract dat afgesloten werd met Aquafin; - een monitoringsplan met aandacht voor zettingen, stijghoogtes, debietmeting, kwaliteitsmetingen. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
21 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
16 juni 2019 |
Verslag GOA |
22 mei 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
minstens 10 dagen voor de start van de bemaling dienen volgende gegevens aan de afdeling Omgeving van de stad Antwerpen aangeleverd te worden met vermelding van referentienummer OMV_2019038221 (milieuvergunningen@antwerpen.be): - de resultaten van OVAM naar aanleiding van de uitgevoerde sanering op de site; - analyseresultaten van het grondwater (1) voor de opstart van de bemaling,(2) na opstart van de bemaling wekelijks gedurende 1 maand of tot een stationaire toestand bereikt wordt, (3) nadien maandelijks; - indien er een waterzuiveringsinstallatie moet geplaatst worden, laat de exploitant weten hoe de zuivering zal gebeuren; - het saneringscontract dat afgesloten werd met Aquafin; - een monitoringsplan met aandacht voor zettingen, stijghoogtes, debietmeting, kwaliteitsmetingen. |
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.4.2 |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
18,79 m³/uur |
3.6.3.2 |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
18,79 m³/uur |
53.2.2.b.2 |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
50.000 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 7 juni 2019 en eindigt op 7 februari 2020.