Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019040071 |
Gegevens van de aanvrager: |
Ruben Van Den Heuvel met als adres Korte Lozanastraat 33 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Korte Lozanastraat 33 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 10sectie K nr. 1554N7 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
vervangen van ramen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 06 januari 1932: vergunning (1931#40751) bouwen van 2 huizen;
- 06 januari 1932: vergunning (1931#40767) huis bouwen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak;
- de ramen aan de voorgevel zijn voorzien in stalen profielen met een fijne onderverdeling.
Huidige toestand
- eengezinswoning bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak;
- de ramen aan de voorgevel zijn in wit pvc, en de garage heeft een kantelpoort.
Gewenste toestand
- eengezinswoning bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak;
- de ramen aan de voorgevel zijn voorzien in zwart (p905m) aluminium met een onderverdeling op het glas, en de garage is voorzien van een kantelpoort.
Inhoud van de aanvraag
- de pvc-ramen aan de voorgevel worden vervangen door ramen in zwart (p905m) aluminium met een onderverdeling op het glas.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
16 april 2019 |
13 mei 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Cultuurhistorische aspecten – Visueel-vormelijke elementen
Gezien het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. De dienst bracht volgend advies uit:
“De aanvraag heeft betrekking op een pand dat in de vastgestelde inventaris is opgenomen omwille van de architecturale waarde van het pand en het bouwkundig geheel waar het deel van uit maakt.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Gezien de aard en de omvang van de werken is een CHE-rapport niet gevraagd. De aanvraag bevat voldoende informatie om de wijzigingen te beoordelen.
Geheel van zes burgerhuizen in zakelijke art-decostijl, gebouwd naar een ontwerp door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck uit 1931. Drie van de huizen werden gebouwd voor rekening van Cols (nummer 35) en De Roeck (nummers 33 en 39) zelf, wellicht bedoeld als vastgoedinvestering. De andere opdrachtgevers waren G. Maes (nummer 31), J. della Faille de Waerloos (nummer 37) residerend op het kasteel Groeningenhof in Kontich, en A. De Roeck (nummer 41) een vermoedelijke verwant van de architect. Uitvoerder van de bouwwerken was aannemer F. Van de Velde uit Boom. De rijwoningen zijn twee aan twee in spiegelbeeld gegroepeerd tot een gevelfront met een volkomen symmetrische opbouw, volgens het schema C-B-A-A-B-C. Waar voor de individuele gevelopstanden drie licht afwijkende compositieschema’s worden gealterneerd, beantwoorden de plattegronden aan exact hetzelfde bel-etagetype. Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, tellen de woningen drie bouwlagen onder een plat dak.
Opgericht in 1912, maakte het architectenbureau Cols en De Roeck in de jaren 1920 vooral naam met tuinwijken en woningen voor een bemiddeld cliënteel, overwegend in traditionalistische stijl. De huizenrij in de Korte Lozanastraat is representatief voor het zakelijke karakter tussen art deco en modernisme, dat hun architectuur vanaf de jaren 1930 kenmerkte. Het succesvolle bureau realiseerde meerdere burger- of meergezinswoningen van dit type in Antwerpen, herkenbaar aan het sobere baksteenparement en de driezijdige erkers. In deze periode lag het zwaartepunt van de productie evenwel in de bedrijfs- of kantoorarchitectuur en grotere flatgebouwen.
De lijstgevels met alternerende kroonlijsthoogte zijn opgetrokken uit geel of wijnrood baksteenmetselwerk in halfsteens verband, op een arduinen plint. Enkel in de middelste panden werd een natuurstenen parement toegepast voor de pui. Asymmetrisch van opbouw legt de compositie telkens de klemtoon op de bredere zijtravee, die op de bel-etage wordt gemarkeerd door een driezijdige erker. Ook hier onderscheiden de middelste panden zich door een over beide verdiepingen oplopende erkerpartij in simili-natuursteen. Het metselwerk wordt verlevendigd door discrete elementen in reliëf, zoals een hoger opgetrokken hoekpenant, verticaal lijstwerk in tegelverband, of hoekblokken in contrasterende kleur. Voor typisch horizontale accenten zorgen de gestrekte waterlijsten boven de deuren en erkers, en de eenvoudige kroonlijst. Waar in de pui de inkomdeur wordt geflankeerd door een garagepoort, vormen de bovenvensters uniforme registers. Het oorspronkelijk stalen vensterschrijnwerk is volledig vernieuwd; van de houten deuren en garagepoorten met ijzeren traliewerk zijn er nog enkele bewaard. In nummer 31 is de pui verbouwd, en het bovenlicht van de traphal vervangen door een tentvormig glasdak.
De plattegrond is georganiseerd rond de polygonale traphal met bovenlicht, die het centrum van de woningen uitmaakt. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de vestibule, de garage, de keuken en de eetkamer. Op de bel-etage neemt de L-vormige zitkamer de straatzijde in, en de grote slaapkamer met en suite badkamer de tuinzijde. De tweede verdieping omvat twee grote en twee kleine slaapkamers en een berging.
Beoordeling
Men wenst het schrijnwerk in de voorgevel en achtergevel te wijzigen. In de voorgevel wordt nieuw aluminium schrijnwerk geplaatst in steellook met dezelfde onderverdeling als terug te vinden op het bouwplan. De voordeur en garagepoort worden niet vervangen.
De voorgestelde werken tasten de erfgoedwaarde van het pand en van het bouwkundig geheel niet aan en zijn bijgevolg aanvaardbaar.
Als voorwaarde wordt gesteld afstandshouders te voorzien tussen de beglazing ter hoogte van de gekleefde latjes om doorzicht te voorkomen.
Het buitenschrijnwerk van de gelijkvloerse verdieping is beeldverstorend en moet uitgesloten worden uit de vergunning.
Advies
Gelet op het voorgaande wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend.”
Het advies van de dienst monumentenzorg wordt onderschreven.
De regularisatie van de poort en toegangsdeur op het gelijkvloers (bestaande toestand) maken op zich geen deel uit van de vergunningsaanvraag. Gezien de erfgoedwaarde van het pand kan niet akkoord worden gegaan met de doorgevoerde thans vergunningsplichtige wijziging. Voor de duidelijkheid wordt de wijziging van de voordeur en de poort uitgesloten van vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op werken die geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het aluminium schrijnwerk in steellook in de bovengevel moet worden voorzien van afstandshouders tussen de beglazing, in dezelfde kleur als het schrijnwerk.
Uitsluitingen
De wijzigingen aan de poort en de voordeur (zijnde de bestaande toestand) worden uitgesloten van de vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
25 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
16 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
15 juni 2019 |
Verslag GOA |
28 mei 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het aluminium schrijnwerk in steellook in de bovengevel moet worden voorzien van afstandshouders tussen de beglazing, in dezelfde kleur als het schrijnwerk.
Uitsluitingen
De wijzigingen aan de poort en de voordeur (zijnde de bestaande toestand) worden uitgesloten van de vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.