Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019037337 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Hinda Mandel met als adres Lamorinièrestraat 89 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Lamorinièrestraat 89 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6sectie F nr. 1231B11 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25 mei 1934: vergunning (18#532) voor gevel- en binnenveranderingen;
- 25 februari 1938: vergunning (18#9677)) voor dorpel en plint veranderen;
- 04 augustus 2006: vergunning (3151#402) voor bouwen van een dakterras (niet uitgevoerd).
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning met verhoogd gelijkvloers;
- 2 bouwlagen en een plat dak;
- gelijkvloerse achterbouw met naastgelegen koer.
Huidige toestand
- eengezinswoning met 2 slaapkamers en een bruto-oppervlakte van 141m²;
- 2 bouwlagen en een schuin dak;
- gelijkvloerse achterbouw over volledige perceelbreedte;
- gevel uit witte crepi met plint uit wit gekaleide gevelsteen en buitenschrijnwerk uit witte pvc.
Gewenste toestand
- eengezinswoning met 3 slaapkamers en een bruto-oppervlakte van 181m²;
- 3 bouwlagen en een mansardedak;
- gelijkvloerse achterbouw over volledige perceelbreedte;
- gevel uit witte crepi met plint uit wit gekaleide steenstrips en buitenschrijnwerk uit witte pvc.
Inhoud van de aanvraag
- het uitbreiden van een eengezinswoning;
- het toevoegen van een derde bouwlaag en een volwaardige daklaag onder mansarde;
- het verhogen van de kroonlijst van 8,95m tot 10,75m;
- het verhogen van de nokhoogte van 12,47m tot 13,84m;
- het toevoegen van een derde slaapkamer;
- het na-isoleren van de volledige voorgevel;
- het afwerken van de gevels in witte crepi met herstel van de plint uit wit gekaleide steenstrips;
- het voorzien van nieuw buitenschrijnwerk uit witte pvc.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
15 april 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Om een goede aansluiting te garanderen op de aanpalende gebouwen en een goede visuele inpassing in de ruimere stedelijke omgeving, is het belangrijk dat de geveluitwerking voldoende afgestemd is op typische stedelijke kenmerken, zoals beschreven in artikel 6 van de bouwcode. Typerend voor een (mansarde)dak is dat dit ondergeschikt is aan de gevel. Daarom wordt in voorwaarde opgelegd om het gepleisterde voorgevelvlak visueel te verhogen door de kroonlijst (de bakgoot) 70 centimeter hoger te plaatsen dan aangevraagd op de plannen. Dit heeft geen effect op de interne ruimtes van het gebouw, maar zorgt wel voor een meer kenmerkende verhouding van de voorgevel en dus een betere inpassing in de omgeving.
Er is geen reden om af te wijken van de verplichting om nieuwe daken aan te leggen als groendak. Dit wordt als voorwaarde opgelegd bij deze vergunning.
Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden.
Aangezien het dak voorzien moet worden van een groendak, kan wel afgeweken worden van de minimale opstand wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Conform artikel 40 van de bouwcode is het, bij het wijzigen van de huisriolering, aangewezen om het afvalwater en het regenwater gescheiden aan te bieden op de straatriolering.
Functionele inpasbaarheid
De bestaande eengezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in een omgeving die hoofdzakelijk bestaat uit woningen .
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De geplande uitbreidingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen
De dakvorm is niet kenmerkend voor de Lamorinièrestraat, die voornamelijk hellende daken bevat. Daarom wordt er, zoals reeds gemotiveerd bij ‘beoordeling afwijkingen van de voorschriften’ opgelegd om de kroonlijsthoogte (bakgoot) 70 centimer hoger uit te voeren, dan aangevraagd in de plannen. Hierdoor wordt er een betere visuele inpassing bekomen. De kroonlijst sluit hierbij ook aan bij deze van de linkerbuur.
Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. De aanvraag kan echter gunstig geadviseerd worden omdat het beeld van de typische stenen dorpels en de bakstenen gevelplint door middel van gekaleide steenstrips wordt behouden.
In voorwaarde bij deze vergunning wordt opgenomen om de hoekprofielen van het pleisterwerk onzichtbaar uit te voeren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de randen van raamopeningen.
Om maximaal bij te dragen aan de energiebesparing van de gevelisolatie wordt opgelegd om het gevelpakket uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het platte dakdeel van het mansardedak inrichten als groendak;
2. bij de dakopstand ter hoogte van de scheidingsmuur moet tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook van minstens 30cm aanwezig zijn (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2);
3. de kroonlijst van de voorgevel (bakgoot) 0,7 meter hoger uitvoeren, zoals in rood aangeduid op de voorgeveltekening (Rood_BA_1_G_N_1_VOORGEVEL.pdf) en op de snede (Rood_BA_1_S_N_1_SNEDE.pdf). Het totale bouwvolume blijft hierbij ongewijzigd;
4. de voorgevelisolatie voorzien waarbij isolatie plus afwerkingsmateriaal een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn heeft;
5. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uitvoeren;
6. bij het wijzigen van de huisriolering, moet het afvalwater en het regenwater gescheiden worden aangeboden op de straatriolering;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
15 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
14 juni 2019 |
Verslag GOA |
27 mei 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
1 |
Bespreking van de bezwaren
-Onduidelijkheden: volgens de bezwaarindiener bevat de aanvraag 2 ontwerpen en is dus niet duidelijk welke zal uitgevoerd worden. Door het missen van gedetailleerde informatie en afmetingen in de tekeningen, worden er ook bezorgdheden geuit over de afwerking van de gevels en de detail-aansluiting met het gebouw van de buur.
Beoordeling: Het aanvraagdossier bevat plannensets met vergunde plannen, bestaande plannen, gewenste plannen, en plannen voor de brandweer. Hierbij werden geen tegenstrijdigheden ontdekt over de aangevraagde werken. Deze aanvraag bevat voldoende informatie om de stedenbouwkundige impact te beoordelen. Het bezwaar is ongegrond;
-Uitvoering gemeenschappelijke muren: de bezwaarindiener uit meerdere bezorgdheden over de uitvoering van de gemene scheidingsmuur. Correcte opname van de risico’s en kosten bij de aanpassing van de bestaande scheimuur-afwerking. De muurovernameprijs wordt vastgesteld door een landmeter en volgens de geldende tarieven. De opmetingen, opzoekingen, het papierwerk en de berekeningen voor de overname zijn ten laste van de overnemer. Een schriftelijke overeenkomst wordt gewenst. Het gebruik van degelijke isolatie tussen de scheidingsmuur. Goede afspraken over de afwatering van het regenwater. Het nemen van een ABR-verzekeringspolis. Duidelijk overleg met de buren over de timing, duur en uitvoerder van de werken.
Beoordeling: De bezorgdheden rond de gemene scheidingsmuur zijn uitvoeringstechnische en burgerrechtelijke aangelegenheden die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten. Het bezwaar is ongegrond;
-Aansluiting met het dakvolume van de buren: hoewel het dakvolume van de buren terugspringt met 1,5 meter vanaf de dakrand, zal het aangevraagde dakvolume gelijk lopen met het voorgevelvlak. De bezwaarindiener zegt destijds verplicht te zijn om terug te springen;
Beoordeling: Het betreffende terugspringende dakvolume van de bezwaarindiener werd vergund in 2004. Het volume werd vergund zoals aangevraagd. Volgens de huidige stedenbouwkundige inzichten is er geen principieel bezwaar tegen een correct vormgegeven daklaag die aangrijpt vanaf de voorgevellijn. Hierbij werd onder andere geoordeeld dat het aansluiten op de gevellijn van de buur geen significante stedenbouwkundige meerwaarde biedt. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het platte dakdeel van het mansardedak inrichten als groendak;
2. bij de dakopstand ter hoogte van de scheidingsmuur moet tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook van minstens 30cm aanwezig zijn (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2);
3. de kroonlijst van de voorgevel (bakgoot) 0,7 meter hoger uitvoeren, zoals in rood aangeduid op de voorgeveltekening (Rood_BA_1_G_N_1_VOORGEVEL.pdf) en op de snede (Rood_BA_1_S_N_1_SNEDE.pdf). Het totale bouwvolume blijft hierbij ongewijzigd;
4. de voorgevelisolatie voorzien waarbij isolatie plus afwerkingsmateriaal een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn heeft;
5. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uitvoeren;
6. bij het wijzigen van de huisriolering, moet het afvalwater en het regenwater gescheiden worden aangeboden op de straatriolering;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.