Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2018134858 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV CARGILL met als contactadres Muisbroeklaan 43 bus 506 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Muisbroeklaan 43 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 16 sectie C nr. 268/2 |
Inrichtingsnummer: |
20181106-0100 (Cargill NV) |
Vergunningsplichten: |
exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van het verzoek: |
bijstelling bijzondere voorwaarden: lozingsnorm kobalt |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Op 11 februari 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1990/B/18/76971-90/624) voor een waterzuiveringsstation.
Voorgeschiedenis milieu
Op 8 december 2005 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een bedrijf voor de productie van plantaardige oliën, voor een termijn verstrijkend op 8 december 2025. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Cargill wenst een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden voor wat de lozing van kobalt betreft.
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte
In artikel 3 §3 van de milieuvergunning dd. 08/12/2005 (ref. MLAV1/0500000204/ES) werden bijzondere voorwaarden opgenomen m.b.t. de lozing van bedrijfsafvalwater.
NV Cargill Antwerpen wenst, in aanvulling op deze bijzondere lozingsvoorwaarden, voor de parameter totaal kobalt een bijzondere lozingsnorm toe te voegen aan haar vergunning en dit volgens artikel 4.2.3.1.3° van VLAREM II.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen - milieu |
29 april 2019 |
/ |
stilzwijgend gunstig |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B1 – Gebied voor waterweginfrastructuur. Op circa 340 meter ten zuiden van het goed loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft de bijstelling van een bijzondere voorwaarde uit de bestaande milieuvergunning. De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund of vergund geacht. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met de aanvraag.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Cargill produceert plantaardige olie uit koolzaad en zonnebloempitten. In de crushafdeling worden zaden gescheiden tot ruwe olie en meel. In de raffinaderij wordt de ruwe olie vervolgens gezuiverd tot olie die geschikt is voor menselijke consumptie.
Op verschillende plaatsen in het productieproces ontstaat er bedrijfsafvalwater. Men is vergund voor het lozen van 1.000.000 m³ bedrijfsafvalwater per jaar. De voornaamste bijdrage aan het debiet is terug te leiden tot de open koeling van het diep-vacuümsysteem van de raffinage.
Het bedrijfsafvalwater wordt op de site gezuiverd door middel van een biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie alvorens het geloosd wordt in het kanaaldok B1. De biologische zuivering bestaat uit een actief slibsysteem in drie in serie geplaatste bekkens. Alvorens het te zuiveren water in het eerste bekken komt, passeert het water bezinkingsputten die dienst doen als vetvanger en wordt de pH, indien nodig, gecorrigeerd door middel van een kalkdosering.
In maart 2018 werd bij een controle van de afdeling Handhaving van het departement Omgeving vastgesteld dat de concentratie kobalt in het gezuiverde afvalwater 14 µg/l bedroeg, terwijl het indelingscriterium slechts 0,6 µg/l bedraagt. Er werd onmiddellijk gestopt met het toedienen van deze micronutriëntenmix aan de waterzuivering omdat deze kobaltsporen bevat die niet volledig werden verwijderd via het slib.
Sindsdien werden diverse staalnames uitgevoerd. Het dossier bevat een negental analyseresultaten waarbij de concentratie van kobalt schommelt tussen 0,8 en 1,9 µg/l. Er wordt een lozingsnorm van 3 µg/l aangevraagd aangezien de slibkwaliteit toch regelmatig geoptimaliseerd dient te worden door middel van een dosering van micronutriënten, waaronder kobalt, om te allen tijde aan de lozingsnorm voor zwevende en bezinkbare stoffen te kunnen voldoen. De dosering van kobalt is rechtstreeks afhankelijk van de vuilvracht van het influent die van dag tot dag schommelt waardoor in sommige gevallen een lichte overdosering van nutriëntenmix kan gebeuren en de restaanwezigheid in het effluent dus varieert. De nutriëntenmix die momenteel gebruikt wordt, bevat al een lagere concentratie kobalt dan de mix die tot begin 2018 gebruikt werd (50.000 µg/l Co versus 300.000 µg/l Co).
Verder wordt in het dossier ook gewezen op de aanwezigheid van kobalt in zowel het dokwater als het leidingwater dat aangewend wordt op het bedrijf. Ook de hulpstoffen fosforzuur (1.000 µg/l Co) en ijzerchloride (9.000 µg/l Co) blijken kobalt te bevatten. Deze producten zijn volgens de exploitant noodzakelijk voor de bedrijfsvoering en kunnen niet op een economische manier kobaltvrij aangekocht worden.
Het indelingscriterium van kobalt bedraagt 0,6 µg/l. Men vraagt om het delta-principe te hanteren waarbij er wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van kobalt in het opgenomen oppervlaktewater. Kobalt wordt niet beschouwd als een prioritair (gevaarlijke) stof. De gevraagde lozingsnorm (3 µg/l) komt overeen met vijf maal het indelingscriterium. De gevraagde lozingsnorm kan toegestaan worden.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte
Bij te stellen voorwaarde:
Een lozingsnorm van 3 µg/l voor kobalt.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
23 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
30 april 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
29 mei 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
12 juni 2019 |
Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
30 april 2019 |
29 mei 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |