Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019020726 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Mo Markai met als contactadres Notelaarstraat 27 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Briel zn te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 43sectie A nr. 396K6 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/10/2016: verkavelingsvergunning (201615) voor het splitsen van een perceel in 2 loten voor woningbouw met aanleg van wegenis.
Laatst vergunde toestand
- het terrein is braakliggend en opgedeeld in 2 loten.
Bestaande toestand
- braakliggend terrein.
Inhoud van de aanvraag
- het betreft het bouwen van een eengezinswoning op lot 1 van verkaveling 201615;
- de woning bestaat uit 2 bouwlagen onder schuin dak;
- de garage in de zijtuinstrook sluit aan tegen de bestaande garage op het aanpalend terrein;
- de garage heeft een bouwdiepte van 6,37 meter;
- de bouwdiepte op het gelijkvloers is 15 meter. Op de verdieping wordt een bouwdiepte van 12 meter voorzien;
- de gevel wordt afgewerkt in een zandkleurige gevelsteen en heeft aluminium schrijnwerk in een donkere kleur.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
12 maart 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
12 maart 2019 |
20 maart 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling WI/2016/V/0004, goedgekeurd op 14 oktober 2016, meer bepaald in lot(en) 1.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend punt:
- artikel 5 Garages:
de hoogte van de garage bedraagt 3,40 meter in plaats van 3,00 meter.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de hemelwaterverordening.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de aanvraag voorziet geen afsluiting van de voortuin zoals omschreven in artikel 19;
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Voorliggend ontwerp is niet in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling wat betreft de hoogte van de garage. De verkaveling stelt een maximum hoogte van 3,00 meter.
Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de VCRO kunnen na het voeren van een openbaar onderzoek beperkte afwijkingen op de voorschriften worden toegestaan. Aangezien het verschil beperkt is, is een afwijking op de voorschriften stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De aanvraag voorziet geen afsluiting van de voortuin. Hierdoor is de aanvraag strijdig met artikel 19 van de bouwcode dat oplegt de voortuin te voorzien van afsluiting met een maximum hoogte van 1,00 meter. In voorwaarde zal opgelegd worden om een levendige afsluiting te voorzien zoals kenmerkend in de omgeving.
De slaapkamer onder het dak voldoet niet aan artikel 24 van de bouwcode. Door de voorziene plaatsing van de dakvlakvensters kunnen deze niet meegerekend worden in de berekening voor voldoende licht en lucht. De oppervlakte van het raam in de zijgevel bedraagt minder dan 10% van de netto-vloeroppervlakte van de slaapkamer. Het naar beneden toe verlagen van het raam in de zijgevel zal dan ook worden opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Voor een eengezinswoning met 5 slaapkamers moeten 6 fietsstalplaatsen voorzien worden conform artikel 29 van de bouwcode. Omdat er in de voorziene garage onvoldoende ruimte is voor 6 fietsen zal in voorwaarde opgelegd worden om in de tuin een bijkomende fietsenstalling te voorzien volgens de voorschriften van de verkaveling. De fietsenstalling mag maximaal 10,00 m² zijn met een maximale hoogte van 3,00 meter. De inplanting dient te gebeuren op 1 meter van de perceelgrenzen.
De dimensionering van een septische put wordt volgens de bouwcode berekend aan de hand van gebruikersequivalenten. Voor een eengezinswoning met 5 slaapkamers moet een septische put voorzien worden met een inhoud van 2300 liter. De plannen vermelden een septische put met een inhoud van 2000 liter. Om te voldoen aan artikel 43 van de bouwcode zal een aanpassing van de inhoud in voorwaarde opgelegd worden.
Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een eengezinswoning is in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de aanwezige woonfuncties op de omliggende percelen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het nieuwbouwvolume sluit aan bij de gebouwentypologie van de omgeving en voldoet mits beperkte, aanvaardbare afwijkingen aan het maximale profiel van de verkaveling. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Het straatbeeld in de onmiddellijke omgeving wordt bepaald door een gevelafwerking in baksteen in een lichte kleur in combinatie met afwerkdetails in natuursteen. Voor de nieuwe gevelafwerking wordt een zandkleurige gevelsteen voorgesteld. De gevraagde afwerking is visueel dan ook gepast in de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. in de voortuin een levendige afsluiting te voorzien conform artikel 19 van de bouwcode;
2. het raam in de zijgevel van de slaapkamer in de zolder te verlagen tot op de pas van de vloer;
3. een septische put te voorzien met een inhoud van 2300 liter conform artikel 43 van de bouwcode;
4. een fietsenstalling te voorzien in de tuin conform de voorschriften de verkavelingsvergunning 201615;
5. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
15 februari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
12 maart 2019 |
Start openbaar onderzoek |
20 maart 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
18 april 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
25 juni 2019 |
Verslag GOA |
29 mei 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
20 maart 2019 |
18 april 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. in de voortuin een levendige afsluiting te voorzien conform artikel 19 van de bouwcode;
2. het raam in de zijgevel van de slaapkamer in de zolder te verlagen tot op de pas van de vloer;
3. een septische put te voorzien met een inhoud van 2300 liter conform artikel 43 van de bouwcode;
4. een fietsenstalling te voorzien in de tuin conform de voorschriften de verkavelingsvergunning 201615;
5. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.