Terug
Gepubliceerd op 03/06/2019

2019_CBS_04495 - Omgevingsvergunning - OMV_2019030892. Sint-Michielskaai 7. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 29/05/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_04495 - Omgevingsvergunning - OMV_2019030892. Sint-Michielskaai 7. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_04495 - Omgevingsvergunning - OMV_2019030892. Sint-Michielskaai 7. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019030892

Gegevens van de aanvrager:

BVBA AIKENO met als contactadres Dirk Martensstraat 2/06 te 8200 Brugge

Ligging van het project:

Sint-Michielskaai 7 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 4sectie D nr. 3477C3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de functie van kantoor naar appartement in een appartementsgebouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          26 oktober 2018: weigering (20182394) voor het intern verbouwen en wijzigen van de functie van kantoorruimte naar appartement

-          20 mei 1999: deputatie vergunning (86#980358) voor het aanbrengen van een dakterras met toegang

-          31 juli 1997: vergunning (86#970051) voor het oprichten van een appartementsgebouw met kantoor

Laatst vergunde en bestaande toestand

-          appartementsgebouw met 2 ondergrondse bouwlagen en 7 bovengrondse bouwlagen;

-          gebouw met kantoorruimte en 6 appartementen

-          kantoorruimte van 192 m² op het gelijkvloers en de 1ste verdieping;

-          2de tot 6de verdieping 6 appartementen;

-          2de verdieping: 2 slaapkamers (101 m²) en een studio (53 m²);

-          3de verdieping: 3 slaapkamers (162 m²);

-          4de verdieping: 4 slaapkamers (165 m²);

-          5de verdieping: 3 slaapkamers (127 m²);

-          6de verdieping: 2 slaapkamers (129 m²);

-          aantal parkeerplaatsen is 8 (3 gelijkvloers en 5 ondergronds);

-          aantal bergingen is 5.

Gewenste toestand

-          meergezinswoning met 7 appartementen;

-          duplexappartement met 3 slaapkamers op het gelijkvloers en de 1ste verdieping (192 m²).

Inhoud van de aanvraag

-          functiewijziging van de kantoorruimte op het gelijkvloers en de 1ste verdieping tot een duplexappartement met 3 slaapkamers (192 m²);

-          vermeerdering van het aantal woongelegenheden van 6 naar 7;

-          het volume, de scheidsmuren en de gevels blijven ongewijzigd.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

9 april 2019

2 mei 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

9 april 2019

12 april 2019

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

9 april 2019

12 april 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

9 april 2019

10 april 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

9 april 2019

13 mei 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 26: Afvalverzameling:

er wordt geen afvalberging vermeld op de plannen, waar dit verplicht is in een gebouw met meer dan 4 woningen;

  • er is geen open ruimte, waar dat er bij een functiewijziging minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd moet blijven (20% van 231 m²: 46,2 m²);
  • artikel 28: Minimale oppervlakte buitenruimte:

de buitenruimte voor de nieuwe woongelegenheid is slechts 6,48 m² waar minimaal 8 m² vereist is.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het gebrek aan open en onbebouwde ruimte op maaiveldniveau maakt het ontwerp strijdig met artikel 27 van de bouwcode. Voorliggend perceel bevindt zich in het smalle bouwblok tussen de Sint-Michielskaai en de Verbrande Entrepotstraat met aan beide straatzijden toegangspoorten. Open ruimte op maaiveldniveau is niet kenmerkend in dit bouwblok. De werken die nodig zouden zijn om te voldoen aan de voorschriften, zouden bovendien niet in verhouding staan tot het aangevraagde. Op basis van artikel 3 van de bouwcode wordt afgeweken van de strijdigheden omwille van bovengenoemde redenen.

Het bestaande terras op +1 heeft slechts een oppervlakte van 6,48 m2, waar voor een 3-slaapkamerappartement minstens 8m2 wordt opgelegd. De aanvrager opteert voor een herinrichting van een voormalige kantoorgebouw zonder constructieve wijzigingen. De totale oppervlakte van het appartement is aanzienlijk (192 m2). De ligging aan de Kaaien, maakt dat er een grote lichtinval en een ruim uitzicht is, waardoor in alle redelijkheid kan worden gesteld dat het tekort aan buitenruimte niet resulteert in een onaanvaardbaar verlies van woonkwaliteit. Op basis van artikel 3 van de bouwcode wordt afgeweken van de strijdigheden omwille van bovengenoemde reden.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat een functiewijziging van kantoor naar appartement op het gelijkvloers en de 1ste verdieping. Beiden ruimten worden intern verbouwd. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er principieel geen bezwaar tegen de functiewijziging van kantoor naar wonen. De aanvraag is functioneel inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Parkeerparagraaf

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

Cfr. advies stedelijke dienst mobiliteit:

De aanvraag betreft een functiewijziging van kantoor op gelijkvloers en 1e verdieping naar appartement op gelijkvloers en 1e verdieping.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van kantoor naar wonen.

Het kantoor van +/- 200m2 wordt verbouwd naar een appartement met 3 slaapkamers.

 

1 appartement > 90m² met parkeernorm 1.35 ? 1 x 1.35 = 1.35

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien in 8 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Cfr. advies stedelijke dienst mobiliteit:

De 8 bestaande parkeerplaatsen worden behouden. We gaan ervan uit dat het kantoor minstens over 1 parkeerplaats beschikte. Deze kan nu voor het appartement gebruikt worden. 

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsstalplaatsen en fietsvoorzieningen

Voor het bijkomende appartement moeten er 5 fietsstalplaatsen voorzien worden:

- 1 appartement met 3 slaapkamers = 1 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 4

Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit vermeld:

In de hal van het appartement is een fietsenberging ingetekend maar het gaat hier om een ophangsysteem. Niet alle types fietsen kunnen hier gebruik van maken (fietsen met bak vooraan of met kinderzitjes zijn vaak te zwaar). De helft van het aantal nodige fietsstalplaatsen moet daarom voorzien worden als een gewone fietsstalplaats. Achter elke fiets moet een minimale vrije ruimte van 1m70 zijn en dat is hier ook niet het geval.

Fietsstalplaatsen achter een parkeerplaats worden niet meegeteld en omdat deze vaak niet gebruikt kunnen worden als alle wagens geparkeerd zijn.

Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd om 4 fietsstalplaatsen te voorzien, waarvan er minstens 2 moeten uitgevoerd worden als gewone stalplaatsen (dus geen hangsysteem).

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag betreft geen wijziging van het bouwvolume. Ook de gevels van het bestaande pand maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Cultuurhistorische aspecten

Gezien de ligging van de aanvraag in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde beoordeeld worden.

De stedelijke dienst monumentenzorg heeft geen bezwaar tegen de aangevraagde werken. Het pand zelf heeft geen erfgoedwaarde en er wordt geen afbreuk gedaan aan de waardevolle che-omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits voldaan aan de gestelde voorwaarden, voldoet de aanvraag aan de actuele eisen inzake veiligheid en woonkwaliteit.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      een afvalberging te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;

3.      4 fietsstalplaatsen te voorzien, waarvan er minstens 2 moeten uitgevoerd worden als gewone stalplaatsen (dus geen hangsysteem);

4.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 maart 2019

Volledig- en ontvankelijk

9 april 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

8 juni 2019

Verslag GOA

21 mei 2019

naam GOA

Helia Dezhpoor

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      een afvalberging te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;

3.      4 fietsstalplaatsen te voorzien, waarvan er minstens 2 moeten uitgevoerd worden als gewone stalplaatsen (dus geen hangsysteem);

4.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.