2019_CBS_04492 - Omgevingsvergunning - OMV_2018154809.Jos Smolderenstraat zn, Jan Vanhoenackerstraat zn, André Delvauxpad zn. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          niet van toepassing.

Laatst vergunde toestand

-          niet van toepassing.

Bestaande toestand

-          het bestaande terrein is braakliggend;

-          het terrein wordt begrensd door het André Delvauxpad, de Jos Smolderenstraat en de Jan Vanhoenackerstraat. Achteraan loopt een pad dat de Jan Vanhoenackerstraat en het André Delvauxpad verbindt;

-          het niveau van het projectgebied is op dit moment lagergelegen dan de rest van de wijk Nieuw Zuid.

Inhoud van de aanvraag

-          het betreft het bouwen van een dubbele basisschool, een sporthal, kinder-en jeugdopvang en lokalen voor het naschoolse verenigingsleven op een braakliggend terrein in striga 2 van het RUP Nieuw Zuid;

-          het gebouw heeft een bouwhoogte van 27 meter;

-          het gebouw heeft 5 bouwlagen waarvan de bovenste bouwlaag dubbelhoog is omwille van de sporthal die er in wordt voorzien;

-          de hoofdinkom ligt aan de hoek van de Jos Smolderenstraat en het André Delvauxpad

-          De gevellijnen van de gelijkvloerse verdieping vallen samen met de perceelsgrenzen.

-          het gebouw heeft een trapeziumvormig gelijkvloerse sokkel met volgende gevellengte: zijde Jan Smolderenstraat ca. 46 meter, zijde Jan Vanhoenackerstraat ca. 64 meter, zijde André Delvauxpad van ca. 57 meter en achterzijde van ca. 45 meter;

-          De achtergevellijn van de tweede tot en met de vierde bouwlaag is tussen de 20 meter en 27 meter teruggetrokken ten opzichte van de gelijkvloerse achterbouwlijn.

-          de bovenste dubbelhoge bouwlaag (de sporthal) kraagt beperkt uit ten opzichte van de onderliggende verdiepingen zodat er een rechthoekig grondplan gevormd wordt;

-          Op het dak van de gelijkvloerse verdieping zijn langs weerszijden buitentrappen voorzien die de bovenliggende verdiepingen, met uitzondering van de hoogste, ontsluiten.

-          de gevels worden uitgewerkt met betonstenen en prefab betonelementen;

-          ramen van de sporthal zitten verscholen achter een claustra;

-          er worden oranje en rode accenten voor de zonnewering, balustrade en fietsenstalling aangebracht.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aangevraagde rubrieken

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor centrumfuncties (ce1).

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

-          Artikel 20: Trappen: de smalle  trappen tussen +1 en +2 en hebben niet overal een  gelijkvormige mogelijke op- en aantrede;

-          Artikel 29/1: Kleedruimtes of pashokjes: het scheidsrechterlokaal 3.18 bestemd als kleedruimte voor rolstoelgebruikers heeft een te kleine doucheruimte;

-          Artikel 30: Afmetingen sanitaire cellen: doucheruimte 3.19 is te klein;

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

-          Artikel 31: Laden en lossen: er wordt geen laad- en loszone voorzien op het eigen terrein;

-          Artikel 38: Groendaken: de platte daken worden niet uitgewerkt als groendaken;

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het laden en lossen gebeurd afwijkend van artikel 31 van de bouwcode. De leveringen van de school gebeuren met kleinere wagens, langs het woonerf, wat aanvaardbaar is in deze omgeving. Het laden en lossen dient zoveel mogelijk te gebeuren buiten de schooluren.

Het aangevraagde is ook niet in overeenstemming met artikel 38, van de bouwcode. Dit artikel stelt dat platte daken moeten aangelegd worden als groendaken. Dit zal als voorwaarde van de vergunning worden opgelegd.

Het aangevraagde is niet in overeenstemming met artikels:  20, 29/1 en 30 en van de gewestelijke verordening toegankelijkheid . Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is de aanvraag in overeenstemming met de geldende voorschriften

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voor een vrijstaand schoolgebouw met sporthal maakt deel uit van de realisatie van het stadsontwikkelingsgebied Nieuw Zuid. Het gebouw dat in de aanvraag wordt benoemd als Blok 10, wordt opgetrokken in striga 2.

Het programma omvat een schoolgebouw, een sporthal, een kinder- en jeugdopvang en lokalen voor het naschoolse verenigingsleven. Deze functies zijn essentieel om van deze nieuwe wijk een aangename en levendige woonomgeving te maken.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het nieuwbouwvolume sluit aan bij de gebouwentypologie en -grootte van deze in de omgeving. Voorliggend project past binnen de ontwikkeling van Nieuw Zuid zoals vooropgesteld in het masterplan en het RUP Nieuw Zuid, waardoor gesteld kan worden dat de draagkracht van het gebied niet wordt overschreden.

In de ruimteboekhouding is echter vermeld dat de uitbreiding van de fietsenstalling op lot 10b in de toekomst mogelijk is. Dergelijke uitbreiding wordt negatief geadviseerd. Lot 10b dient maximaal groen te blijven omwille van het dubbelgebruik als groene recreatieruimte voor leerlingen en buurtbewoners.  Bijkomende fietsenstallingen moeten binnen het bouwvolume, op lot 10A opgevangen worden.

Visueel-vormelijke elementen

De gebouwschil wordt gevormd door betonstenen met een minerale toplaag en prefab betonelementen. De buitentrappen hebben eenzelfde kleurstelling wat een harmonieus gevelbeeld genereert. In het gevelbeeld worden rode details Deze bleke gebouwschil wordt gecomplementeerd door twee kleurdragers. De uitvalschermen, draadnetten langs de fietsenstalling en de binnenwand van de overdekte speelplaats zijn uitgevoerd in het oranje. Lijnvormige elementen zoals balustrades en handgrepen zijn voorzien in een rode kleur. Lange claustra’s bovenaan het gebouw verlichten de achterliggende sporthal. Dit geeft het gebouw een speels karakter, wat verwacht mag worden van een schoolfunctie, zonder dat het afbreuk doet aan de algemene beeldkwaliteit van de omgeving.

Het project werd voorafgaand ter advies tweemaal voorgelegd aan de welstandcommissie. Op basis van de opmerkingen uit het eerste advies werd het ontwerp aangepast, wat resulteerde in een gunstig tweede advies.

Er kan gesteld worden dat het project visueel-vormelijk aanvaardbaar is in deze omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Er werd voorwaardelijk gunstig advies verleend door de stedelijke dienst onroerend erfgoed, archeologie, waarbij de voorwaarden worden opgenomen in de voorwaarden van vergunning.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Fietsvoorzieningen:

Vanuit de stedelijke dienst mobiliteit werd er volgend advies verleend:

“Voor de 2 scholen moeten er 132 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          8 kleuterklassen = 8 x 3 (3 fietsen per leslokaal) = 24

-          20 lagere school klassen = 20 x 9 (9 fietsen per leslokaal) = 108

Omdat de sporthal enkel na de schooluren door andere gebruikers zal gebruikt worden, moeten er geen aparte plaatsen voorzien worden.

Er worden 170 fietsstalplaatsen voorzien op het gelijkvloers. De afstand achter de fietsen is niet altijd 1m70. Ook de tussenafstand bedraagt geen 40cm. Omdat het hier voornamelijk over kinderfietsen gaat, kan hierop een uitzondering worden gegeven.

Het is wel wenselijk om een aparte zone te voorzien voor het personeel waar wel voldaan wordt aan de afmetingen conform de bouwcode. Deze plaatsen kunnen dan ook voor de sporthal gebruikt worden. Vermits er nu meer fietsen voorzien worden dan nodig moet het mogelijk zijn om een deel van de fietsstalplaatsen anders in te richten.”

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van mobiliteit gevolgd, wat in voorwaarden wordt opgelegd gekoppeld aan deze vergunning.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Energie en milieu Antwerpen wat betreft Luchtkwaliteit en geluid.

De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen opmerking op het voorstel tot het bouwen en exploiteren van een dubbele basisschool.

De school voldoet, mits opvolging van de gestelde voorwaarden, aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De aanvraag omvat het realiseren van een volledig nieuw schoolgebouw voor twee basisscholen en sportfaciliteiten met bijhorende speelplaatsen en fietsenstalling. De dubbele basisschool wordt voorzien op Blok 10 van Nieuw Zuid langsheen de Jos Smolderenstraat en tussen het André Delvauxpad en de Jan Vanhoenackerstraat. De kadastrale gegevens zijn Antwerpen afdeling 11 sectie L nummers 3925 E 3 en F 5.

Het project huisvest een meervoudig publiek/collectief programma: twee basisscholen, een buurtsporthal, kinder- en jeugdopvang en lokalen voor het naschoolse verenigingsleven. Dit zal resulteren in een zeer hybride gebouw in een eerder monofunctioneel stedelijk landschap. Het collectief gebeuren bevindt zich grotendeels op maaiveldniveau. Het dagdagelijkse leven voor en na de schooluren speelt zich grotendeels hier af. Het is de plek waar de kinderen doorlopen, ouders hun weg zoeken en waar de buurt haar plekje vindt. Weliswaar bevindt de grote sporthal zich op de hoogste verdieping.

Gemelde rubrieken voor de exploitatie van het schoolgebouw betreffen het lozen van huishoudelijk afvalwater, een hoopspanningscabine, een noodstroomaggregaat en de opslag van een beperkte hoeveelheid onderhoudsproducten. Rubriek 32.2.2 was oorspronkelijk niet aan de aanvraag toegevoegd. Voor de grote sporthal op de vierde verdieping en de kleine sporthal op de derde verdieping was de aanvrager echter bereid deze rubriek toe te voegen aan de aanvraag. De andere polyvalente ruimte en de ruimtes voor het naschoolse verenigingsleven wensten zij niet onder deze rubriek op te nemen.

Het opgevangen hemelwater van het dakoppervlak van het hoofdgebouw wordt volledig ingezet als recuperatiewater dat wordt gebruikt voor de toiletten en voor schoonmaak van het gebouw. Volgens de hemelwaterverordening bedraagt de vereiste minimale inhoud van de hemelwaterput 10.000 liter. Er wordt een hemelwaterput van 60.000 liter voorzien in functie van het hergebruik. De overstort van de hemelwaterputten wordt aangesloten op de openbare wadi gelegen aan het André Delvauxpad, evenals het hemelwater dat wordt opgevangen door de speelplaatsen. Deze wadi maakt deel uit van een publiek netwerk van wadi’s die verbonden zijn met een wadipark conform de voorschriften in het RUP “Nieuw Zuid”.

Volgens het dossier heeft de ingedeelde inrichting mogelijks effecten op de mobiliteit, het watersysteem, de luchtkwaliteit en op het voorkomen van geluid en/of trillingen. Voor de mobiliteit wordt verwezen naar het oorspronkelijke plan-MER van Nieuw Zuid. Er wordt slechts een lichte toename van personenverkeer en goederentransport verwacht ten gevolge van een buurtschool. Hemelwater wordt in heel de wijk Nieuw Zuid maximaal gerecupereerd en geïnfiltreerd via de publieke wadi’s en het wadipark conform de voorschriften in het RUP “Nieuw Zuid”. De effecten op de luchtkwaliteit worden minimaal geacht aangezien er enkel de beperkte emissies zullen zijn van keuken, ventilatiesystemen en dergelijke. Bronnen van geluid en trillingen worden enkel verwacht tijdens de werffase. Wel zal tijdens de exploitatie de noodstroomgenerator sporadisch getest worden. Er wordt aangegeven in het dossier dat er akoestische geluidsisolatie zal voorzien worden in functie van deze noodstroomgenerator zodat de geluidsproductie onder de drempelwaarden van Vlarem II zal vallen.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      bijgevoegd advies van Fluvius met voorwaarden is strikt na te leven vanaf aanvang van het project;

3.      bijgevoegd advies van ASTRID veiligheidscommissie met voorwaarden is strikt na te leven vanaf aanvang van het project;

4.      de platte daken moeten uitgevoerd worden als groendaken;

5.      er moeten aparte fietsstalplaatsen voor het personeel voorzien worden die voldoen aan de afmetingen van de bouwcode;

6.      de parkeerboekhouding moet worden aangepast conform het advies van mobiliteit;

7.      de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);

8.      de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be)

9.      de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

10.  de bouwheer zal aanpassingen aan het al aangelegde openbaar domein steeds bekijken in samenspraak met ontwikkelaar Nieuw Zuid en ontwerper openbaar domein, bureau bas Smet. Alle kosten voor aanpassingen zijn voor de aanvrager;

11.  de uitvoering van de werken zullen steeds op eigen bouwveld georganiseerd worden. De bereikbaarheid van de werf dient met ontwikkelaar Nieuw Zuid bekeken te worden;

12.  de aanvrager zal voorafgaand een hydraulisch advies opvragen bij de rioolbeheerder Stad Antwerpen. De dienst SB Ondergrondse sorteerstraatjes dient advies gevraagd te worden i.v.m. huisvuilophaling;

13.  de aanvrager moet voor rioolaansluiting gebruik maken van de al klaar zittende wachtaansluitingen. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de ontwerper van de uitvoering van het openbaar domein (ARA);

14.  voor aansluiting aan het warmtenet moeten de voorzien wachtleidingen gebruikt worden en vooraf Fluvius om advies gevraagd worden;

15.  er moet voorafgaand aan de werken steeds een staat van bevinding omgevende Openbaar Domein opgemaakt worden in samenspraak met de dienst aanwerken bouw (SW B&U);

16.  de doucheruimte in het scheidsrechterlokaal 3.18 moet in overeenstemming zijn met artikel 29/1 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid;

17.  de doucheruimte in het scheidsrechterlokaal 3.19 moet in overeenstemming zijn met artikel 30 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid;

18.  de smalle trappen tussen +1 en +2 moeten overal een gelijkvormige mogelijke op- en aantreden hebben conform artikel 20 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubrieken

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.