Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019031888 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Tommy De Coninck met als contactadres Van Gistelstraat 15 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Van Gistelstraat 15 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 19sectie B nr. 75K |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
plaatsen van gevelisolatie, verharding en een carport |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01 maart 2019: voorwaardelijke vergunning (20183738) voor het aanbouwen van een veranda en een pergola.
Laatst vergunde toestand
- halfopen bebouwing, die bestaat uit een bouwlaag onder plat dak , met een bouwdiepte van 11,38 meter;
- uitbreiding met een veranda en pergola aan de achterzijde van de woning;
- de houten schutting die de huisnummer 15 en 13 van elkaar scheiden werd afgebroken en er werd vervangen door een volwaardige scheidingsmuur van 3,38 meter.
- de gevels zijn afgewerkt met een witte bepleistering;
- de tuinberging achteraan werd uitgesloten uit de vergunning.
Gewenste toestand
- halfopen bebouwing, die bestaat uit een bouwlaag onder plat dak:
- voorzien van een parkeerplaats in de zijtuinstrook onder een carport;
- volledig verharden van de zijtuinstrook voor een parkeerplaats en een oprit;
- terras achter de veranda en pergola;
- een tuinhuis op de achterste en rechtse perceelgrens van 35 m².
Inhoud van de aanvraag
- het plaatsen van een houten carport aan de rechterzijde van de woning op 5,49 meter van de rooilijn;
- isoleren van voor- en zijghevel en afwerken met kwartsgrijs kleurig pvc en een donkerbruine dakrand in pvc;
- verharden van de zijtuinstrook en het voorzien van terras achter de veranda.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af op de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
een pvc gevelafwerking is geen duurzaam en esthetisch verantwoord afwerkmateriaal voor buitengevels;
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het voorzien van aanhorigheden bij een eengezinswoning is in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de woonfuncties op de omliggende percelen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De carport in de zijtuinstrook doet afbreuk aan de aanwezige woningtypologie en verstoort de groene doorzichten tussen de gekoppelde woningen. De carport zal bijgevolg uitgesloten worden uit de vergunning. Mits het behoud van het groen karakter van de zijtuinstrook, is het voorzien van een autostalplaats in de zijtuin wel aanvaardbaar. Zoals hieronder verder toegelicht zullen een aantal voorwaarden worden opgenomen in de vergunning met betrekking tot de aanleg van de zijtuinstrook.
Visueel-vormelijke elementen
De bouwheer wenst de voorgevel te isoleren en af te werken met pvc gevelbekleding. Het na - isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd.
De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.
De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de Van Gistelstraat gekenmerkt wordt door wit gepleisterde gevels. Zoals ook verder vermeld is de afwerking met grijze pvc panelen niet kenmerkend in het straatbeeld. Gelet op de kenmerken van de omgeving zal in voorwaarden worden opgelegd dat de gevel, na isolatie moet worden afgewerkt met witte pleister.
ORNAMENTEN, LIJSTEN, PLINTEN
Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande gevelelementen (raamdorpel, plint, kroonlijst,…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen.
Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint. Bij pleisterwerk is het noodzakelijk om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.
Bijgevolg zal in voorwaarden worden opgelegd dat er onderaan de gevels een plint in natuursteen moet worden voorzien met dezelfde hoogte als de bestaande plint.
Aangezien de woning deel uitmaakt van een éénheidsbebouwing, waarbij een brede witte kroonlijst kenmerkend is, zal in voorwaarden worden opgenomen dat er opnieuw een houten, wit geschilderde kroonlijst voorzien moet worden conform de bestaande kroonlijst.
PROFIELEN
Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen:
Bij het plaatsen van buitengevelisolatie dient er aandacht besteed worden aan een aantal voorwaarden in functie van het inpalmen van het openbaar domein.
OPENBARE DOMEIN
Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.
Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Bijgevolg zal er in voorwaarden worden opgenomen dat de gevelisolatie en plint niet mogen dragen op het voetpad.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De bebouwing aan de oneven zijde van de Van Gistelstraat betreft een eenheidsbebouwing van gekoppelde halfopenwoningen met witte bepleisterde of geschilderde gevels. Het voorzien van een gevelafwerking in grijze pvc planchetten is niet kenmerkend in deze bebouwde rij en doet afbreuk aan het straatbeeld. Een pvc gevelafwerking is bovendien geen duurzaam materiaal.
De aanvraag is hierdoor in strijd met artikel 6 en 11 van de bouwcode. Bij het verlenen van de vergunning zal dan ook worden opgelegd dat de gevels moeten worden afgewerkt met witte gevelpleister.
Ook het voorzien van een carport of andere constructie in de zijtuinstrook is niet kenmerkend in de bebouwde rij. De percelen worden overwegend gekenmerkt door groene en beperkt verharde zijtuinstroken. Voorgestelde constructie doet afbreuk aan de aanwezige woningtypologie en verstoort de groene doorzichten tussen de gekoppelde woningen. Het voorzien van een carport zal bijgevolg uitgesloten worden uit de vergunning.
De aanvraag voorziet een volledige verharding van de zijtuinstrook en een verharding voor een terras achter de veranda met een totale oppervlakte van 88 m². Dit opgeteld bij de oppervlakte –van het tuinhuis dat opgetekend staat op het inplantingsplan en de naastliggende verharding is de totale verharding en oppervlakte van het tuinhuis meer dan 1/3 van de totale tuinoppervlakte en bijgevolg in strijd met artikel 27§3 van de bouwcode. Dit is niet aanvaardbaar.
Bovendien is de volledige verharding achter de carport niet noodzakelijk als toegang of als oprit.
Dit is in strijd met artikel 27§4 van de bouwcode.
In voorwaarden zal worden opgenomen dat de verharding achter de autostalplaats beperkt moet blijven tot een breedte van 1,50 meter ten opzichte van de woning, zoals in rood aangeduid op de plannen en dat de totale oppervlakte van verharding en bijgebouwen in de zij- en achtertuin moet beperkt worden tot 76 m², zijnde 1/3 van de tuinzone. Aangezien de tuinberging geen deel uitmaakt van de aanvraag en er geen vergunning werd verleend voor deze constructie zal de tuinberging worden uitgesloten uit de vergunning.
Zoals eerder vermeld is het voorzien van een parkeerplaats in de zijtuinstrook wel aanvaardbaar mits het behoud van het groene karakter van de zijtuinstrook. Artikel 30§3.6° van de bouwcode stelt dat autostalplaatsen in de tuinzones ondersteunend moeten zijn aan het groene karakter en dat een kwalitatief voorstel moet worden voorzien. Het volledig verharden van de zone tussen de woning en de perceelsgrens is niet kwalitatief .
Gelet op bovenstaande zal bij het verlenen van de vergunning in voorwaarden worden opgenomen dat een groene onverharde strook van 30 cm moet voorzien worden, ter hoogte van de perceelgrens en dat er in het midden van de oprit een groene en onverharde strook moet worden voorzien met een breedte van 60 cm, zoals in rood aangeduid op de plannen
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. een groene en onverharde strook van 30 cm te voorzien ter hoogte van de perceelgrens zoals aangeduid in rood op de plannen;
2. een groene en onverharde strook te voorzien van 60 cm in het midden van de oprit en de parkeerplaats zoals aangeduid in rood op de plannen;
3. de verharding achter de autostalplaats te beperken tot een breedte van 150 cm ten opzichte van de woning zoals in rood aangeduid op de plannen;
4. de verharding in de zij- en achtertuin te beperken tot 76 m², zijnde 1/3 van de totale tuinzone;
5. de gevels, na isolatie, af te werken met witte pleister;
6. de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter;
7. het uitzicht van de bestaande kroonlijst te behouden;
8. een plint te voorzien in natuursteen onderaan de gevels, met dezelfde hoogte als de bestaande plint;
9. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
10. de gevelbekleding te laten aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;
11. wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein;
12. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
13. het bouwen van een carport in de zijtuinstrook;
14. de gevelafwerking in grijze pvc planchetten;
15. de tuinberging en verharding achteraan het perceel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
11 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
3 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
2 juni 2019 |
Verslag GOA |
17 mei 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. een groene en onverharde strook van 30 cm te voorzien ter hoogte van de perceelgrens zoals aangeduid in rood op de plannen;
2. een groene en onverharde strook te voorzien van 60 cm in het midden van de oprit en de parkeerplaats zoals aangeduid in rood op de plannen;
3. de verharding achter de autostalplaats te beperken tot een breedte van 150 cm ten opzichte van de woning zoals in rood aangeduid op de plannen;
4. de verharding in de zij- en achtertuin te beperken tot 76 m², zijnde 1/3 van de totale tuinzone;
5. de gevels, na isolatie, af te werken met witte pleister;
6. de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter;
7. het uitzicht van de bestaande kroonlijst te behouden;
8. een plint te voorzien in natuursteen onderaan de gevels, met dezelfde hoogte als de bestaande plint;
9. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
10. de gevelbekleding te laten aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;
11. wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein;
12. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.