Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019020631 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Achiel Smet-Stoffijn met als adres Beeldstraat 25 te 9140 Temse |
Ligging van het project: |
Hoogstraat 67 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 4sectie D nr. 590P |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
afbraak van de bestaande achterbouwen en bouw nieuwe gelijkvloerse achterbouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 02 februari 1987: vergunning (18#68745) voor een voorgevelverbouwing (niet uitgevoerd);
- 10 augustus 1987: vergunning (86#87120) voor het herinrichten van drie verdiepingen.
- 31 oktober 1913: vergunning (1913#4472) voor een paardenstal op de achterkoer.
Vergunde / geacht vergunde toestand
- het hoofdgebouw heeft 5 bouwlagen onder een plat dak;
- op het gelijkvloers is er vooraan een handelsruimte en een doorrit naar de achterliggende bijgebouwen;
- een entresol over drie bouwlagen tegen de linkerbuur en een magazijn over twee bouwlagen aan de achterzijde van het perceel;
- het gelijkvloers is verder volledig dichtgebouwd;
- opdeling van de bovenliggende verdiepingen in appartementen.
Huidige toestand
- conform de laatst vergunde toestand
Gewenste toestand
- nieuwe achterbouw van 1 bouwlaag;
- commerciële ruimte op het gelijkvloers;
- gevelpui in blauwe hardsteen.
Inhoud van de aanvraag
- afbreken van de bestaande achterbouw;
- bouwen van een nieuwe achterbouw met één bouwlaag met een plat dak;
- het gelijkvloers wordt ingericht als een handelsruimte met berging;
- de trap van het gelijkvloers naar de eerste verdieping wordt vervangen om de circulatie te optimaliseren;
- de gevelbekleding in graniet (gevelpui) wordt vervangen door blauwe hardsteen;
- de bestaande appartementen en de bovengevels van de voorbouw maken geen deel uit van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
16 april 2019 |
26 april 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Onroerend Erfgoed |
16 april 2019 |
16 mei 2019 |
Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
16 april 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
16 april 2019 |
3 mei 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
22 mei 2019 |
22 mei 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
16 april 2019 |
22 mei 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, overdruk - detailhandel (dh), artikel 1: zone voor wonen - (wo1) en artikel 5: zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is gelegen binnen de horecakern Historisch centrum en gelegen binnen het prioritair kernwinkelgebied Centrum Antwerpen. De aanvraag tot herbouw en inrichting van een gelijkvloerse commerciële ruimte wordt gunstig beoordeeld vanuit oogpunt ondernemen en stadsmarketing.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft een verbouwing en gedeeltelijke herbouw van een handelsruimte. De oppervlakte en functie van deze handelsruimte blijven ongewijzigd ten opzichte van de laatst vergunde / vergund geachte toestand.
De werkelijke parkeerbehoefte is 0.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 – 0 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag omvat de sloop van de bestaande achterbouwconstructies van meerdere bouwlagen. Het hoofdvolume blijft ongewijzigd. Achter het hoofdvolume wordt een nieuwe achterbouw gerealiseerd van 1 bouwlaag. De aanvraag betreft dus het verkleinen van het volume en het verlagen van de scheidsmuren. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan dit gunstig beoordeeld worden.
Visueel-vormelijke elementen
De granieten gevelpui wordt vervangen door blauwe hardsteen. Andere gevelwijzigingen zoals de plaatsing van zaakgebonden reclame maken geen deel uit van de aanvraag.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een historische pand aan de straat met een trappenhuis aan de achterzijde. In de loop van de 20ste eeuw werd de achterbouw verder uitgebreid en werd het perceel achteraan volledig dichtgebouwd.
Gezien de ligging van de aanvraag in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en palend aan een beschermd monument (Plantin en Moretusmuseum), moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur.
Het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg is gunstig en kan als volgt worden samengevat:
Geen bezwaar tegen de geplande werken. Het voorhuis blijft bewaard en de (mogelijk) historische delen blijven ongewijzigd, waardoor gesteld kan worden dat de nog aanwezige erfgoedwaarde van het pand bewaard blijft. De wijzigingen hebben geen storende impact op de waardevolle panden en beschermde monumenten in de onmiddellijke omgeving.
Archeologie
Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte onder 300 m² (280 m²) en ingreep in de bodem kleiner dan 100 m² (ca. 5 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
De bouwheer is echter steeds verplicht om bij graafwerken vondsten of restanten van muren, waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch waardevol zijn, te melden onder de vondstmeldingsplicht (cfr. Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4).
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Centraal in de commerciële ruimte wordt een bureau voorzien. Deze ruimte wordt niet als verblijfsruimte beschouwd, daar ze als nevenfunctie van de handelsactiviteit dient. De voorschriften met betrekking tot lichtinval en verluchting zijn in deze dus niet van toepassing.
Mits voldaan aan de gestelde voorwaarden, voldoet de aanvraag aan de actuele eisen inzake veiligheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
3. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);
4. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
25 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
16 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
15 juni 2019 |
Verslag GOA |
24 mei 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
3. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);
4. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.